vrijdag 26 juni 2009

Basiskennis

Michael Jackson is dood. Nou heb ik geen bijzondere band met Michael. Ik vind z'n muziek voor het merendeel wel aardig. Ik heb niks tegen Michael, maar ik laat verder geen traan om z'n dood. Ik erger me wel aan het circus er om heen. En aan de onzin.

Op TV zie ik nu ieder uur dat hij een baby van het balkon houdt. Blijkbaar boven een diepte. En steeds weer spreekt er iemand schande van. Conclusies, conclusies. Wat zien we precies?

Jackson heeft een kind vast, op een bijzonder ongelukkige manier. Hij houdt het kind voor zich met één arm onder een armpje door, en één arm om het kind heen op de borst. Het kind heeft een doek over het hoofd en kan niets zien. Dan houdt hij het kind naar voren, over de rand van het balkon. Daarna gaat hij weer naar binnen.

Vraag: gebeurt hier iets? Of eventueel: gebeurt hier iets ergs? Het antwoord is alleen te geven als je iets weet. Maar niemand schijnt basiskennis te hebben. En niemand ziet wat er gebeurt. Maar er is wel een oordeel: "Vreselijk"!

Vraag is natuurlijk: Voor wie is het dan vreselijk?

Hypothese 1: Voor het kind.
Op het filmpje is niet te zien hoe hoog het balkon is. Maar dat doet er ook niet toe. Het kind heeft een doek over het hoofd en kan niets zien. Maar ook al zou het kind wel iets zien, dan is dat irrelevant. Kinderen van de zeer jonge leeftijd, die Michael daar laat zien, kunnen nauwelijks diepte zien. Er zijn erg veel experimenten gedaan met glazen tafels, waar kinderen op kruipen. De angst voor de diepte ontstaat pas na enkele jaren. Jongere kinderen gaan zo van de massieve tafel op het glas. Daarom kieperen ze ook zo van de commode. Angst voor diepte bestaat op die leeftijd niet!

Hypothese 2: Voor het publiek
De mensen die toe kijken of die het tafereel filmen, gaan er blijkbaar van uit dat Michael dit doet om te laten zien dat hij dit durft, en dat hij het kind misschien wel zou kunnen laten vallen. Of hij drijgt daar impliciet mee. Suspicion in het echte leven! Maar Michael houdt het kind vast geklemd onder z'n handen en de scene duurt maar kort. Michael is zich van geen kwaad bewust.

Hypothese 3: voor Michael Jackson.
En hier raken we de kern van de zaak. We zien een buitengewoon onhandige vader, die niet eens weet hoe hij een kind moet vast houden. Het spartelende kind heeft het overduidelijk niet naar de zin. Maar de in vervreemding en zonder ouderschapsliefde of natuurlijke omgeving (van vrienden met kleine kinderen) opgegroeide Jackson, weet niet eens hoe hij een kind moet vast houden. Hij heeft dat nooit geleerd, noch van vrienden, noch van familie.

Als je langer blijft kijken blijkt dat er nog veel meer filmpjes voorbij komen, waarin Michael laat zien dat hij erg onhandig is met kinderen, zeker als het gaat om vasthouden. En onhandig is geen eufemisme voor misbruik.

De scene speelt een sleutelrol bij de beoordelaars van Jacksen. Jammer dat het hen aan basale observatie en basale psychologische kennis ontbreekt!

zaterdag 20 juni 2009

Autobiografisch perspectief

Op een muurtje bij een school zit een man. Hij is leraar. Aan een verder onzichtbare interviewer vertelt hij z'n levensverhaal. Zijn vader werkte in de mijnen. Die droomde van een zoon, die het verder zou schoppen dan hij. En het is gelukt! Wat zou vader trots zijn geweest! Z'n stoflongen maakten dat hij het niet mee heeft mogen maken. Maar de herinnering was en is voldoende motivatie. Monsieur Georges Lopez pinkt een traan weg.

Het is een scene uit 'etre et avoir', een film over een Franse plattelandsschool, waarvan mr. Lopez de enige leerkracht is. Het is de mooiste illustratie die ik ken van "het autobiografisch perspectief". Hoe wordt je tot wat je bent? Welke invloeden zijn cruciaal? Welke rol speelt je fysieke omgeving? De vraag opvoeding of erfelijkheid heeft zijn eigen antwoord in ieders eigen leven en opvatting.

Met vrienden hebben we daar iets op gevonden. We stellen ieder onze eigen autobiografische fietstocht samen en leiden de anderen rond in onze jeugd. Het is een prachtig, ontspannen, hilarisch en intiem gebeuren. Het toont de ingrediënten van hoe je bent geworden tot wat je bent. Het toont het gevecht naar zelfstandigheid, de worsteling om los te komen van je ouders, de liefde voor die ouders en voor je geboortegrond.

De fietstochten roepen verhalen op. Terug in je dorp of stad komen de herinneringen boven en vallen elementen van het leven op hun plaats. Het is voor de één een verbazingwekkende ervaring hoe alles is veranderd, voor de ander een bijna therapeutische ervaring.

Er is maar één voorwaarde: Je moet wel durven!

donderdag 18 juni 2009

Organoleptische kwaliteiten

Ik heb een klacht ingediend. Dat is eigenlijk niets voor mij. Ik neem het leven zoals het komt, maar soms komt het tot een klacht. Een pak cornflakes dat ik 's morgens open maakt bevatte niet de reguliere nette vacuüm verpakte zak, maar een open zak, waaruit de losse cornflake-jes mij al enthousiast tegemoet holden. Samen met de verkoopdatum heb ik Dhr Kellog op de hoogte gebracht van dit incident.

Niet dat ik daar veel van verwachtte. Ooit zag ik op TV in de jaren 70 dat een verstokte shaggroker de harde stukjes uit zijn losse shag had verzameld en toen hij een hele buidel bij elkaar had gespaard , deze als klacht naar het Groningse Niemeijer stuurde. Als dank kreeg hij een brief met daarin de boodschap, dat ze op de fabriek nog veel meer van die harde stukken hadden en thuis kreeg hij een mud harde stukjes toegestuurd.

Echter Dhr Kellog staat een klantvriendelijker beleid voor. In een keurige brief word ik op de hoogte gebracht van het feit dat "met de verpakkingsverantwoordelijke contact is opgenomen, en dat een tijdelijke storing van de afsluitingsmachine de oorzaak is van het incident".

Ik ben opgelucht dat te weten. De brief gaat echter qua service nog verder. Vermeld wordt dat "dit mogelijk zou kunnen verklaren waarom het product eventueel volledig of gedeeltelijk zijn organoleptische kwaliteiten heeft verloren".
Ik ben diep onder de indruk. Dat is wat ik miste aan mijn cornflakes! De organoleptische kwaliteiten! Gelukkig heeft Dhr Kellog mij twee dozen vol organoleptische kwaliteitscornflakes van een volledig andere smaak doen toekomen. Commercieel slim en voor mij tevredenstellend.

Hulde!

dinsdag 16 juni 2009

Onderzoek

Als ik het herentoilet binnen kom, zijn er drie deuren. Geen van de drie deuren herbergt een urinoir, dat weet ik inmiddels. En terecht. Een urinoir achter een deur is net als een dichtgetimmerd raam. Een man in een urinoir hoor je te zien. In de meest letterlijke en spetterende zinnen van die woorden.

Als ik binnen kom kan ik kiezen. Ik kies bijna altijd de rechter deur. Maar soms ook wel eens de deur aan de linkerkant. Bijna nooit kies ik de middelste deur. Eén keer koos ik 's middags om één uur de linkerdeur. De WC eend van de schoonmaakster van de vorige dag was nog niet één keer door gespoeld. Links is dus niet populair! Of er is die dag nog niemand geweest.

Elke keer als het moment van keuze daar is, heb ik de bijna onbedwingbare behoefte eens een onderzoek te doen naar het keuzegedrag van de toiletbezoeker. En waarom ook niet. Er wordt dagelijks wel aan mij gerapporteerd over één of ander onbelangrijke vondst. Dus ook ik heb zo m'n onderzoeksbehoeften:
Welk toilet is het populairst?
Hoe liggen de verhoudingen tussen de toiletten?
Wat zijn motieven van de toiletbezoekers om de deur te kiezen, die ze uiteindelijk nemen?

In het aangrenzende damestoilet zijn ook drie deuren. Hebben dames hetzelfde keuzepatroon en -gedrag als mannen? Zo niet, wat zijn dan de wezenlijke verschillen in drijfveren?

Ik zou gemakkelijk een hele dag turvend kunnen doorbrengen in het toilet. Aansluitend interviews doen. Maar dat kost natuurlijk veel te veel tijd. Alternatief is dat ik een turflijst neer leg en mensen vraag aan te geven naar welk toilet ze zijn geweest. Probleem is dat dan mijn psychologenachtergrond weer de kop op steekt. Een dergelijke lijst is vast van invloed op het keuzegedrag. En zelfs als ik kans zou zien mensen te vragen dat achteraf te doen, zou het van invloed zijn op de volgende keer. Het hele toiletkeuzegedrag is dus een bijna ononderzoekbaar fenomeen.

Je moet je zelfs afvragen of het in de openbaarheid brengen van deze vraagstelling al niet de hele vraagstelling definitief bederft. Jammer. De zinloosheid van het onderzoek is zo aangrijpend, dat ik me bijna niet meer kan bedwingen.

Jammer dat alles zin moet hebben.

maandag 8 juni 2009

Middenmeer

Ik was tot zaterdag nog nooit in Middenmeer geweest. Hoe kom je daar ook. Snelwegen mijden Middenmeer. En de wegen die er naar toe leiden zijn recht als een liniaal en ogen niet toeristisch. Middenmeer is klein. Middenmeer ligt in de dunst bevolkte gemeente van Nederland.
Wie gaat er nou naar Middelmeer?

Middenmeer ligt in een polder: de Wieringermeerpolder. Die werd in 1930 droog gelegd. En in 1945 nog een keer, nadat de Duitsers het water weer binnen hadden gelaten, een pesterijtje. Als je fietst door de polder, onder langs de dijk, dan zie je dat het water hoger staat dan je fiets. Je krijgt een echt gevoel bij "onder de zeespiegel". Amerikanen worden er bang.

De bevolking van de nieuwe polder werd in 1930 zorgvuldig samengesteld. Door de 'Wieringermeerdirectie'.
Die bepaalde dat iedere nieuwe boer 20 hectare land mocht hebben. Die bepaalde dat de nieuwe boer minstens 300 gulden per hectare moest bezitten. Die bepaalde dat 2/3 van het land voor God was en 1/3 voor de heidenen. Of beter 1/3 voor de katholieken, 1/3 voor de protestanten en 1/3 voor niet gelovigen. De Wieringermeerdirectie bepaalde dat de polder moest worden bevolkt in kleine eenheden. In grote dorpen zouden de arbeiders te veel macht kunnen krijgen. En dan ontstaan er "broeinesten van terroristische activiteiten". De Wieringermeerdirectie had er kijk op.

Nu ben ik er geweest. En ik weet nu: Middenmeer is belangrijk. Middenmeer ligt in het midden van de Wieringermeerpolder. In het midden, dat is altijd goed. En in Middenmeer stond ooit de eerste moedermavo. Middenmeer is een voorbeeld voor Nederland.

In Middenmeer staan deze week 3 dichtgetimmerde scholen. Een openbare, een katholieke en een protestantse. De kinderen en de leerkrachten zijn vertrokken naar één gezamenlijk gebouw. Eén brede school. In Middenmeer is de verzuiling bij decreet afgeschaft. De oude gebouwen staan er triest, verkommerd en verzuild bij. Als je snel bent kun je ze nog zien. Geblindeerde ramen en her en der opschietend gras tussen de tegels van de speelplaats. Er gaan na de verbouwing katholieken en christenen en heidenen in wonen. Zonder aanzien des zuils.

Middenmeer: daar kan Nederland wat van leren !

vrijdag 5 juni 2009

Volstrekt overbodige ascessoire

Ik heb een parasol gekocht. De oude is in de schuur verrot. Helaas. De schuur bleek te lekken. Ik weet niet precies waar, maar er komt water binnen. En de parasol wordt nat. En nu is de parasol verschimmeld. Jammer, maar hij was aan de grote kant. U herkent Neerlands grootste filosoof al weer in deze nuancering.

De nieuwe parasol is kleiner. En er is een hoes bij. De hoes kun je over de parasol trekken, zodat hij niet nat wordt. Hij, dat is de parasol dus. Dat spreekt Neerlandisch gezien misschien voor zich, maar dat schijnt niet voor iedereen vanzelfsprekend.

Bekend is bijvoorbeeld dat Mulisch ooit de zin schreef:"Vader sloot Jan op in zijn kamer". Neerlands bekendste schaker uit de zestiger en zeventiger jaren, Jan Hein Donner, was ervan overtuigd dat vader Jan op sloot in vaders kamer. En niet in Jans kamer, ook al beweerde Mulisch zelf stellig van wel. Nog afgezien van het feit dat het niet verstandig lijkt Jan op te sluiten in vaders kamer, als er aanleiding is om Jan überhaupt op te sluiten. Het is nog een wonder dat de man (Donner dus) de spelregels van het schaken heeft geleerd. Maar dit terzijde.
Je hoeft je door dit verhaaltje niet te laten overhalen. De hoes wordt wel nat, daar ben ik vrij zeker van als ik naar buiten kijk en ik stel me een regenbui voor.

Bij parasol en hoes zit een stok. Een soort tentstok in 6 delen, die je in elkaar kunt schroeven. Het geheel is dan ongeveer 2 meter lang. Uit de gebruiksaanwijzing bij de parasol (hoe overbodig kan iets zijn) maak ik op dat ik, met de in elkaar te schroeven stok, de hoes over de ingeklapte parasol kan manoeuvreren. Het blijkt absoluut onmogelijk. Het gewicht van de hoes maakt dat je door het omhoog houden van de hoes aan de stok alle sturing over de stok verliest. Want die is bijzonder buigzaam. Je kunt het probleem eenvoudig oplossen door de parasol scheef te houden en de hoes er als een overmaats condoom overheen te trekken. Kind kan de was doen.

Mijn verbeelding gaat zijn ongecontroleerde gang bij de confrontatie met dergelijke onzin. Wie bedenkt zoiets? Ik stel me dan voor dat op een regenachtige (!) dag, ergens in een kantoortje, enkele ontwerpers verveeld zitten na te denken over het verbeteren van hun product. Over het infiltreren van de parasol-markt. En dan komt iemand op het lumineuze idee: "we doen er een stok bij". Krimpend van de lachstuipen brengen ze het idee naar de marketingmanager, die er wel wat in ziet. Tot hun verbijstering. En plots leidt de stok een eigen leven.

Ik heb het bonnetje gezien van de aanschaf. Ik ga daar niet over. Over de aanschaf. Waarschijnlijk is het ontwerp en ontwikkeling van dit volstrekt overbodige ascessoire in de prijs van alleen mijn parasol mee berekend.

donderdag 4 juni 2009

Flapdrol

Al jaren speel ik met de gedachte om één keer in mij leven een cabaretprogramma te maken. Zomaar. Net als deze blogjes. Nergens voor en nergens om. Als een statement van nutteloosheid. Als een kus van zinzoeking.

Twee thema's strijden om de voorrang bij het invullen van het programma: 'emotie' en 'toiletbezoek'. Nu is daar veel verband tussen. Iedereen die wel eens het toilet heeft bezocht, weet dat dat een emotionele belevenis kan zijn. Ook de prikkeling van de fantasie die dergelijke bezoeken met zich mee brengen, is nauwelijks te overschatten. En de conference van Koot en Bie over het WK figuurpoepen, verdient al lang een vervolg.

Probleem van het thema is, dat de diepgang en maatschappelijke relevantie niet meteen vanzelfsprekend zijn. En dus is het wachten op een gelegenheid. Ik ben dan ook Jan Marijnissen erg dankbaar dat hij de gelegenheid heeft gecreëerd. Hij heeft van alle vormen van feacalieën nog weer eens de aandacht gevestigd op een bijzonder exemplaar, nl. de 'flapdrol'. Flapdrol betekent volgens Van Dale een ‘vent van niets, iemand die niets durft’. Etymologisch wordt het woord verklaard als ‘eigenlijk drol van een niet-vaste substantie, als teken van ziekelijkheid’.

Van Dale labelt flapdrol voorts als een informeel woord. Zo’n label wil zeggen dat Van Dale heeft geconstateerd dat de spraakmakende gemeente (onder anderen schrijvers, dichters, wetenschappers, journalisten, politici, kortom mensen die als representatieve taalgebruikers te boek staan) een woord of uitdrukking niet gepast vindt in communicatiesituaties waarin de maatschappelijke omgangsvormen gerespecteerd worden (Bron: http://www.taalbank.nl/).

Daarmee is de maatschappelijke relevantie van dit thema ook vastgelegd. Ik kan aan de bak.

Jammer dat Jan het drie keer zei.

dinsdag 2 juni 2009

Speelgoedland

Er is een vliegtuig vermist. Na de Turkse landing in een weiland bij Amsterdam, een nieuw item voor Benno Baksteen. Het vliegtuig was op weg van Brazilië naar Parijs.

Ik krijg nu zorgvuldig geselecteerde informatie over me heen, die de redactie van diverse serieuze programma's heeft samengesteld. Daarom hoor ik, dat De KLM niet rechtstreeks vliegt op Brazilië. En dus moeten Nederlanders die daar willen zijn, of daar vandaan willen , zich behelpen met andere luchtvaartmaatschappijen. Zoals Air France. Een samenwerkingspartner.
Dit blijkt relevant, omdat meteen na de ramp de vraag :"Was er ook een Nederlander aan boord?", in de Nederlandse pers van cruciaal belang is. De hoofdvraag eigenlijk.

Mij intrigeert dat mateloos. Want de vraag is natuurlijk: Is de ramp erger of minder erg, als er een Nederlander aan boord was? Het is vergelijkbaar met de vraag van mijn 3 jarige zoon, die ziet dat van twee exact dezelfde speeltjes die hij deelde met zijn zusje, er één kapot is en één heel: "Die van jou is stuk!"

Nederland is wel een beetje een speelgoedland. Of beter, de Nederlandse pers is een beetje een speelgoedpers. Gelukkig maar dat we niet al te serieus worden genomen.

Of dat ik ons niet al te serieus neem.