maandag 25 februari 2013

Buiten spelen

Als ik het plein op komt miezert het. In een hoek van het plein, weg bij de anderen, maar dicht bij de ingang van de school staat een jongetje. Zielig hoopje mens is een overmatig euforische beschrijving van dit rillende kledingbaaltje met capuchon.
-"Mag je niet mee doen?" spreek ik mijn pedagogische tact aan.
Hij haalt 'n schouders op.
-"Plagen ze je?" pols ik verder.
Ik bereid me voor op een spontane bekentenis van zelfmoordplannen van een gepest element van de kinderschaar.
- "Ik wil naar binnen", hoor ik duidelijk uit de capuchon komen.
- "Maar kerel, dan ga je toch!"

Ik herinner me hoe ik als kind een grote hekel had aan buiten spelen in de pauze. Veel liever bleef ik binnen en ging lezen in een 'Kameleon', of schaken. Maar wij moesten naar buiten. 'Visnet' spelen, waar ik werd gekozen om met het dikste meisje van de klas, dat toch niet hard kon lopen, de anderen te vangen. Een hopeloze en vernederende activiteit, waarvan het hoofddoel toch leek dat klasgenoten je konden uitlachen. Ik ondernam pogingen binnen te blijven. Zonder succes.
- "Naar buiten in de pauze, dat is goed voor je", placht de meester te zeggen.

Wie heet dat bedacht? Waar staat dat? Volgens mij is het vooral goed voor de meester. En tegenwoordig blijkbaar ook voor de juffen. Want meesters zijn er niet meer.

-"We moeten buiten blijven", zegt het jongetje nog.
Ik heb met het ventje te doen. Heel soms kom ik een school tegen, waar je zelf mag weten of je naar buiten gaat. En de meesten gaan echt. Jammer dat het moet.

zaterdag 2 februari 2013

De Dood

Dit is mijn laatste column voor radio Noordoostpolder. Daar waar de vorige keren de column bedoeld was als reflectie en overweging voor twee weken, moet deze column denkstof opleveren voor de rest van het leven van de luisteraars. Als die bestaan. Welk onderwerp leent zich beter voor een dergelijke opdracht dan de dood.

Gisteren heb ik één van mijn beste vrienden begraven. Hij was nog jong, en viel wandelend in het bos zo dood neer, zonder enige vooraankondiging. Ik ben verdrietig. Hanny Michaelis dichtte al eens:

Kohalzend wakker worden
Tussen de gestolde feiten
van gisteren en eergisteren

Opstaan, het licht trotserend
onder het oorverdovend
carrillon van herinneringen
Optornen tegen een geheugen
dat geen duimbreed wijkt

zo voelt het ongeveer. Hij was een vrolijk mens en leefde bij de dag. Hij genoot van ieder moment. En nu is hij er niet meer. Bij het nadenken over zijn verscheiden, moest ik denken aan de Chinese wijsgeer ZHuang Zi, die leefde rond 350 voor Christus.

Zhuang Zi's vrouw is overleden. Hui Zi komt hem condoleren. Zhuang Zi zat op de grond met gespreide benen op een vat te trommelen en te zingen. Hui Zi zei: "Zij heeft met je geleefd, je kinderen grootgebracht en is met je oud geworden. Nu haar lichaam gestorven is en je niet huilt, is dat tot daar aan toe. Maar op een vat trommelen en zingen, is dat niet een beetje teveel?"
Zo is het niet, zei Zhuang Zi. Toen ze stierf was ik natuurlijk verdrietig, net als ieder ander. Maar toen dacht ik na over haar begin, en hoe er oorspronkelijk geen geboorte bestaat en ook geen lichaam en ook geen levensenergie. In de duisternis (de aarde was toen nog woest en ledig) was alles verenigd. Eerst ontstond de levensenergie, van daaruit het lichaam en daarna werd ze geboren.
Nu is ze weer veranderd en is ze gestorven. Het is net als de lente, de zomer, de herfst en de winter, de cyclus van de jaargetijden. Nu slaapt ze rustig in de grote kamer van hemel en aarde. Stel dat ik haar nu achtervolg met misbaar en tranen, dan zou ze vinden dat ik niets heb begrepen van het lot. Dus ben ik daarmee opgehouden (Vrij naar Kristoffer Schipper).

Ik ken mensen die een kamer hebben ingericht voor iemand die is gestorven. Ze gaan er iedere dag kijken. Ze zijn bang de gestorvene te vergeten. Lichaam en geest van de achterblijvers dwingt hen om door te gaan. En dat zou in hun ogen respectloos zijn. Kijk daar eens anders naar: "Het leven gaat door",  is geen cliché  maar een lot waartoe ons lichaam, onze geest en ons bestaan ons dwingt, het is iets dat behoort tot de natuurlijke gang van zaken. Je kunt alleen je leven stil zetten, als je jezelf daartoe dwingt, als je je lichaam en geest daar toe dwingt. Het is tegennatuurlijk. Je hoeft niet  bang te zijn dat je iemand die dood is vergeet, hij wordt onderdeel van je leven en je levende herinnering, tenzij je je leven stil zet.

Gisteren leefde hij nog. Toen was het goed. Vandaag is hij dood. Vandaag is het ook goed. De dagen zijn in zichzelf goed. Vandaag is niet slecht in zichzelf. Vandaag is alleen niet goed, als ik wil dat vandaag net zo is als gisteren. Dan heb ik een leven lang verdriet.

Deze column gaat verdwijnen. De Noordoostpolder wordt van een kans op nadenken beroofd. Het leven was goed met een column. Het leven is goed zonder column. Ik weet het zeker.

NB. Citaten uit het verzameld werk van Zhuang Zi, vertaald en toegelicht door Kristofer Schipper.