Op het immense podium van de schouwburg staat alleen een vleugel. De koliezen zijn van hout en saai en eenvormig. De zaal van de Spiegel in Zwolle is slechts half vol. In mijn beleving zijn er nog minder mensen dan er plaatsen op de reserveringspagina van het theater waren uitgegeven. De meeste mensen zijn bangschijters. Lijdend onder hun vrees voor gladheid. Ik voel me ontheemd in de te grote lege ruimte.
Als Anna binnen komt ziet ze er breekbaar, verlegen en onwennig uit. Een lange, rood met antracieten avondjurk is passend. Blote schouders. Haar hooggehakte schoenen in bijpassend antraciet. Net zo oud als mijn dochter is ze. Mijn dochter, die ook ooit pianoles had. Maar geen ouders die beiden concertpianist waren.
Dan gaat ze zitten en sluit de omgeving buiten. Als ze begint te spelen blijft het ontheemde gevoel nog heel even bestaan. Dan komt de piano steeds dichter bij en vergeet ik waar ik ben. In volle concentratie speelt ze alsof haar leven ervan af hangt. Soms onderbreekt ze haar recital om welwillend een applaus in ontvangst te nemen. Maar ze laat het nooit lang duren. Het liefst gaat ze zo snel mogelijk terug naar de veilige pianokruk.
Als ik naar haar handen kijk blijkt ze een razend tempo aan te houden. Maar het mooiste is haar pink, die veel weg heeft van een Fries paard. Steeds als hij even niet aan de beurt is springt hij spontaan in een vierkante ruststand, waarbij het middelste kootje de andere beide stukjes lijkt mee te trekken. Even later neemt het kleinood weer ongegeneerd deel aan het virtuoze vingerballet.
Eén toegift en dan is ze weg. Als ik m'n jas op haal staat ze al in de garderobe CD's te verkopen in een zwart buitenjack met bontkraag. Het podium moet koud zijn geweest.
Anna Feodorova. Onnavolgbaar. En vanaf nu het meisje met de Friesepaardenpink.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten