zaterdag 17 augustus 2013

De liefde voor het spel(en)

We schaken dit jaar in Figueres, de stad van Salvador Dali. Schaken is een jaarlijks terugkerend ritueel in een wisselend gezelschap. Dit jaar met 4 mannen. Vroeger hield ik precies bij hoeveel toernooien ik had gespeeld, maar inmiddels ben ik de tel kwijt. Het zijn er meer dan 30.
Eigenlijk zou ik met schaken moeten stoppen. Of beter: eigenlijk zouden we alle vier moeten stoppen. Geen van de vier die dit jaar mee doet, wordt nog beter. Een eufemisme voor teloorgang. De groei is er uit. Twee jaar geleden haalde één van ons nog het laatste resultaat dat nodig was om zich schaakmeester te mogen noemen, op z'n tandvlees en karakter. Maar ook hij is over z'n top heen. Hoewel de meestertitel blijft natuurlijk, als palmtak op zijn schakersgraf.
De andere meester in het gezelschap heeft dit jaar besloten voor z'n plezier te gaan spelen. Om dit handen en voeten te geven heeft hij een jeugdschaakclub opgericht, en heeft hij in dit toernooi z'n partijen anders opgezet. Met meer risico, meer gericht op de schoonheid van het spel. Minder met alleen het resultaat voor ogen. Z'n score lijdt er nog niet onder, z'n humeur is zonnig ook na een nederlaag.

Toch zijn de beide meesters beter af dan de beide amateurs in het gezelschap. Zij worstelen met de ijdele hoop nog wat beter te worden van deze kans, ondanks het feit dat alle voortekenen op het tegenovergestelde wijzen. Ze zoeken wanhopig naar aanknopingspunten voor groei. Bij de dagelijkse nabespreking van de partijen, 's avonds bij het eten in één van de vele etablissementen waar diepvriespizza het culinaire hoogtepunt op het menu vormt, krijgen ze voldoende feedback van de beide meesters om weer een jaartje te studeren. "The harmless Effects of excessive optimism", mijn favoriete lijfspreuk. Geen van beiden lijkt te beseffen dat samen en elkaar trainen een kansrijkere missie is dan de onbegrepen adviezen van de meesters te sublimeren.

Wat drijft ons vier schakers? Wat maakt dat dit gemengde gezelschap ieder jaar weer elkaar opzoekt om ergens in Europa neer te strijken en een vakantie aan zelfkwelling te doen of als kanonnenvoer voor grootmeesters te dienen? Het moet de liefde voor het spel zijn. Alle tekenen daarvan zijn aanwezig. De één noemde z'n oudste zoon naar een schaker: Bobby, naar de grootste aller tijden. Z'n vrouw moest alle zeilen bijzetten om zich bij opvolgende zonen, niet terug te vinden tussen ook nog een Michael (naar de grote Rus Tal) of een Gary of Antoli, naar andere wereldkampioenen die vereeuwiging verdienen. En hoewel deze schaakamateur geen kunstminnaar is, zo blijkt in het Dalimuseum, kan hij wel uitweiden over en waardering opbrengen voor de onmetelijke schoonheid van de Babson-task, het enige echte schakerskunstwerk.

De meesters blijken elke dag opnieuw te kunnen genieten van een mooie zet of een plan dat succesvol had kunnen zijn, als de tegenstander wat meer medewerking had verleend. En ik? De schoonheid van het spel, het volkomen van de wereld zijn, is iets dat ook voor mij onweerstaanbare aantrekkingskracht heeft. Daarnaast is er vooral de emotie. Volgens Spinoza bestaan er maar 3 echte emoties: Blijdschap, verdriet en begeerte. Alle ander emoties zijn hier een afgeleide vorm van. Streven naar blijdschap maakt gelukkig. Schaken is streven naar blijdschap. Schoonheid is blijdschap.
En als het mis gaat is er de zelfhaat. Na de foute zetten, de te voorkomen blunders of het gebrek aan inzicht dat leidt tot het foute plan. Ook dan helpt Spinoza: "Zelfhaat is een gebrek aan zelfkennis". Dat zet ons op de plek, maakt ons evenwichtiger. Dat moet in deze periode van gezamenlijke verzwakking onze troost zijn.

Een bijzonder element van voldoening is de groep van vier. Deelnemen aan een toernooi is een verschijningsvorm van dat merkwaardige fenomeen dat bekend staat als mannenvriendschap. Vier totaal verschillende mensen die een manier vinden om tien dagen op elkaars lip te leven, zonder elkaar naar het leven te staan. Kleine ergernissen veroorzaakt door gedrag van anderen of van jezelf worden verzwegen. Eigengereid gedrag veroorzaakt door iemands verleden, omstandigheden of gewoon door het karakter, goed of slecht, wordt met de mantel der liefde bedekt. Accepteren, wegslikken of tegenin gaan. Een enkele heftige woordenwisseling en een kort mokken volstaan als voorportaal van weer een zonnig lachen in- en om het hier en nu. Genieten van de bizarre details in het hotel dat graag exclusief wil zijn. Daarom scheppen de obers er zelfs een eenvoudige cannelloni aan tafel van de schaal op het bord. Daarom kost het ontbijt er elf euro, in een stad waar je voor dat bedrag een complete avondmaaltijd met wijn kunt krijgen, en daarom vouwen de kamermeisjes iedere dag een puntje aan de toiletrol op de plaats waar we zijn gebleven. In mijn leven tot nu toe in ieder geval een exclusief detail.

Niets aan te merken? Het ontbreekt dit jaar aan het vanzelfsprekende bier na iedere ronde. Bestellen zonder te vragen. Bieren om de solidariteit te vieren, de spanning van het nog spelende groepslid van een gouden randje te voorzien of gewoon om het verlies te verwerken of de winst onder te dompelen in het welverdiende vocht. Ieder groepslid heeft z'n eigen bijdrage, en deze rol ontbreekt dit jaar.

Nu moet ik er nog niet aan denken, maar volgend jaar is er vast weer een toernooi.