zondag 28 februari 2010

Muziek schilderen

Langzaam ontdek ik enkele een andere wereld. Een wereld die lang voor mij verborgen was. Natuurlijk begint het bij mij met boeken:
- "Kunstgeschiedenis voor dummies".
- "Eeuwige schoonheid" van Gombrich.
- "Dit is Nederland" van Hans den Hartog.

Ontembare nieuwsgierigheid, dorst.

Met de museumjaarkaart kom ik gratis overal binnen. Ontdek ik dat kunst niet alleen maar uit schilderijen bestaat, of eventueel beeldhouwwerken, maar ook uit bouwsels en dode dieren. Ga ik snappen wat mensen drijft om iets te maken, alsof mijn schrijfsels niet deels vanuit eenzelfde drijfveer ontstaan. Scheppingsdrang, commentaar, ontplooiing, plezier in produceren zelfs, wat ik bij Jeroen Krabbe meen te zien.

Langzaam ontdek ik dat literatuur, muziek, schilderijen en beelden ergens een verbinding hebben. Bloggen en surfen helpt. Zo stuit ik op bijzondere juweeltjes. Verbindingsstukken.

Kijk en geniet van :
http://muziekklassiekers.blogspot.com/2010/02/bwv-565.html en bekijk het filmpje,

of huil en geniet bij het protest tegen de oorlog in
http://www.youtube.com/watch?v=518XP8prwZo

En hoort deze er dan ook bij? Verguisd, maar vol gepassioneerd plezier:
http://www.youtube.com/watch?v=PG8quu2sQ2Y&feature=fvw ?

Mensen die genieten of commentaar geven of produceren. Delen! Gedeeld plezier. Geluk!

zaterdag 27 februari 2010

Verlangen naar de Zee

Als ik het strand nader merk ik dat een onbedwingbare opwinding zich meester maakt van mijn gemoed. Daar, verder op, achter de bomen en de duinen zal ik de zee zien! Steeds weer als ik er bijna ben, verlaat het stuur mijn rede en neemt mijn buik het over. Ik loop harder dan nodig is. Ik wordt gedreven door de lokbulderende zee:

Wandelend in bos en duin.
Steeds sneller, opgewonden.

Nog heel even, een laatste rand.
Ik worstel en kom boven,

De blik breekt open, hij is er nog!
Daar! net voorbij het strand!

vrijdag 26 februari 2010

Maaltijd met hond

Naast mij in het cafe, alleen aan haar tafeltje, zit een vrouw te eten. Ze snijdt zorgvuldig haar uitsmijter met witte boterhammen in kleine stukjes, om er daarna, onder zachte sopgeluidjes, op te sabbelen. Ze lijkt me een jaar of vijfenveertig. Haar mondhoeken hangen sterk naar beneden, misprijzend, strijdig met haar genieten. Ze draagt zware werkmansschoenen. Haar grote trosoorbellen, zilver met blauw, lijken verdwaald als rozen in een aardappelveld. Haar donkere kleding accentueert de primaire kleuren van haar maaltijd.

Naast haar op een stoel ligt, op een groene legerjas, een hondje. Hij heeft zijn kop op de rand van de tafel gelegd en kijkt stilletjes en zonder te bewegen naar haar eetbewegingen. Uit zijn ogen spreekt het verlangen naar ook een hapje van al dat lekkers. Zij lijkt zich niet bewust van zijn aanwezigheid.

Enkele minuten duurt dit tafereel. "Maaltijd met hond". Ik denk er over een schildercursus te nemen om e.e.a. vast te kunnen leggen. Een foto zou het beeld teveel in het hier en nu trekken. Dan kijkt ze op en geeft het hondje een stukje komkommer.

Hij legt zich neer op haar jas. Wetende dat zij niet toeschietelijker zal worden vandaag. Hij houdt van haar.

donderdag 25 februari 2010

Tom Tom

Van een collega, die een nieuwe auto heeft, heb ik een Tom-Tom gekregen. Ik had me voor genomen een dergelijk apparaat nooit aan te schaffen of te gebruiken, maar voortschrijdend inzicht heeft mij op de gedachte gebracht dat er misschien dagen zijn waarop dit apparaat niet geheel overbodig zou kunnen zijn. Ik werk nog aan de acceptatie.

Aangezien ik ergens in Noord-Holland moet zijn in een plaats waar ik nog nooit ben geweest, kies ik ervoor het betreffende adres thuis al in het apparaat te programmeren. Dat is misschien geen goed besluit. Al bij Zwolle blijkt hij te denken, dat als je onder een viaduct door rijdt, je de snelweg, die over het viaduct heen loopt, op kunt: "Neem de tweede weg links". Op het schermpje zie ik dat dat het viaduct moet zijn. Gelukkig ken ik de weg.

Als ik de afslag Kampen neem, op weg naar de dijk van Lelystad naar Enkhuizen, blijkt mijn Belgische metgezet niet mee te willen in mijn ordening: "Probeer om te draaien". Ik heb geen flauw idee waarom, en rijd verder in de voorgenomen richting. Na nog 5 pogingen mij te overtuigen van mijn ongelijk, geeft hij zich gewonnen, zo lijkt het.
Bij Dronten echter blijkt de slaapstand de voorbode te zijn geweest van een geheel andere emotie. Blinde paniek bedreigt onze prille vriendschap. Ik beweeg mij midden in een weiland (volgens het scherm) en Tom probeert uit alle macht mij te redden. "Ga links, ga rechts, keer om". De willekeurige commando's schallen zonder enige samenhang door de auto. Ik raak behoorlijk afgeleid, en het is goed dat ik de weg ken. Dan draai ik de weg naar Enkhuizen op. Het is Tom allemaal teveel. Halverwege de dijk vindt hij dat nog steeds dat ik om moet keren. Pas dan schikt hij zich.

Ik ben boos op Tom. Ik vind hem eigenwijs, en hij mij waarschijnlijk. Ik erger me aan het feit dat hij zonder enige emotie zijn gelijk blijft doordrijven. Om dan plotseling van mening te veranderen. En geen enkele opmerking over het proces. Niets van "Wat maakt dat je mij negeert?" Geen argument waarom ik zo nodig over Amsterdam zou moeten rijden. Ergerniswekkende gelatenheid is alles wat hij op kan brengen.

Aangekomen in Bergen blijkt hij wel precies op de hoogte van het adres waar ik naar toe wil. Dat dan weer wel. Hij verwijt mij niets. Ik ben echter volkomen gestresssed. Volgende keer pak ik weet een autokaart.

dinsdag 16 februari 2010

Varkensvoer

Mijn vader had varkens. Niet veel, maar als keuterboertje moest hij ergens van rond komen. En zo groeide ik op tussen koeien, varkens en kippen. En daar waar de kippen en de koeien gericht hun dagelijkse maaltijd kregen toebedeeld, waren de varkens afhankelijk van wat er zoal voorbijkwam.

Onderdeel van die voedselparrade was het oude brood van bakker Koolstra. Bakker Koolstra zat, net als mijn vader, in de kerkeraad. Dat schept een band. En aangezien wij arm waren en bakker Koolstra niet, was het zijn christenplicht iets voor zijn nooddruftige broeder te doen. En zo bracht de bakkersknecht iedere maandag een zak met oud brood. 'Voor de varkens'. Hij wist wel beter.

Voordat de zak in de stal werd geleegd, ging mijn moeders kennersoog over de bruine en witte broden. De onverkochte broden van de vorige week werden deskundig geordend van maandag naar zaterdag. De broden met schimmel naar de varkens. De broden van zaterdag en vaak ook vrijdag in de broodtrommel. Een suikerbrood en een krentenbrood in de kelder.

Het weg brengen van de resterende broden naar de varkens, was vervolgens een strijd tussen mijn broer en mij. Want in de zak hadden we nog krentenbollen gezien! En samen met de varkens, in de warmte van de rode lamp, in het stro, aten wij die overheerlijke krentenbollen, die al een beetje gistten.

Nooit zal ik die momenten vergeten. Ik kan de geur en smaak van die krentenbollen zo oproepen! En soms, heeeel soms, krijg je wel eens ergens zo'n krentenbol. Ik zeg er niets van.

maandag 15 februari 2010

Portret

Ik ben geboren in Heerenveen. Dat is jammer. Mijn ouders woonden destijds in Terwispel, en geboren worden in Terwispel is in mijn gevoelswereld verre te prefereren boven een nietszeggende plaats als Heerenveen. Het heeft iets exotisch om uit Terwispel te komen. Pittoresk tussen Beetsterzwaag, Gorredijk en Lippenhuizen. Ik ben gebrandmerkt door de armoe van de heide en het zand. Kind van Durk Snoad, de stroper aan het zandpad van Lippenhuizen naar Beetsterzwaag. Terwispel hoort daarbij. Zo'n geboorte in een ziekenhuis zou eigenlijk ook niet mee moeten tellen. Meteen daarna nemen de meeste ouders hun kind mee naar huis en groeit het op in hun woonplaats. De overal opduikende vanzelfsprekende aanname, dat je geboorteplaats iets zegt over je identiteit, is dus een illusie.

Mijn moeder zal daar wel anders over denken. Tenslotte werd het hele circus en dus ook deze buitengemeentelijke geboorte veroorzaakt door het feit dat ik inmiddels vier weken langer dan gepland de baarmoeder bewoonde, en bourgondisch mee at van moeders maaltijden. Zelfs zodanig, dat ik tot 12 pond was aangekomen. Aan 'halen' deden ze toen nog niet. Daarna ben ik als kind altijd wat te dik gebleven. En misschien ook een last voor mijn ouders? Dat de natuurlijke gang van zaken nog werd doorgezet heeft mijn ouders ook nog een traumaatje bezorgd. De lelijkste baby ooit was geboren. En mijn arme vader moest dat gaan melden in een plaats die hij niet kende, bij een gemeentehuis dat hij niet kon vinden. Toch enige invloed dus?

Het hele verhaal kwam bij mij boven toen ik de tentoonstelling 'Portrettisten nu' bezocht in Kasteel het Nijenhuis in Heino. En een indrukwekkend portret zag door Annemarie Busscher van een kind.

Prachtig! En tegelijkertijd:
Wat is er met dit kind?
En wil hij zich zo laten portretteren?


Annemarie Busscher: Rutger III, 2007

Gelukkig is er van mij geen foto uit die eerste week.

donderdag 11 februari 2010

Held!

Een aardige oefening is om je voor te stellen dat je mag eten met 5 mensen, die je mateloos bewondert of waar je iets van hebt geleerd. Ze mogen uit alle tijden komen, dus dood of niet is geen issue. Ook wel eens lekker. Wie zitten er dan aan mijn tafel? Ik kan meerdere tafels maken, maar de eerste bestaat uit Leonardo da Vinci, Baruch Spinoza, Leontien van Moorsel en Freek de Jonge. En Nelson Mandela.

Ik moest daar vandaag aan denken, op de dag dat Nelson Mandela 20 jaar vrij is. Ik zie hem nog lopen vanuit de gevangenis. Bij die beelden schiet ik altijd vol. Zou er een imaginaire tafel bestaan waar hij niet aan zit? In het bericht over Mandela kwamen terloops drie dingen voorbij.

Hij is nu 91 jaar. God zij dank! Al geloof ik niet in God, dit heeft hij goed gedaan. Iemand die 27 jaar van zijn leven gevangen heeft gezeten, hoort daarna oud te worden, zeker als dat gevangen zitten een onrechtvaardig trekje heeft gehad.

Nelson heeft het ook zelf gevierd! Met o.a. aan zijn (echte) tafel een bewaker van de gevangenis, waarmee hij bevriend is geraakt. Wat een held! Zevenentwintig jaar onterecht gevangen en dan bevriend met je bewaker.

Wat een geduld. Vreedzaam, menslievend, rustig, charismatisch. Alleen denken aan Nelson is al louterend. En altijd zonder (zichtbare) rancune. Wat kan ik veel van deze man leren!

woensdag 10 februari 2010

Rouwverwerking (2)

De laatste stuiptrekking van 'Viertakt Vroeg', was het uitdelen van CD's, aan luisteraars die daar om vroegen. Ik heb het geprobeerd. Op een CD met psalmen van de Nederlandse componist Jan Pietersz. Sweelinck. Ik schreef aan presentator Hans Hafmans:

Geachte heer Hafmans, al ben ik geneigd langzaam 'beste Hans' te gaan zeggen,

'Kinderen die vragen worden over geslagen', heb ik van mijn moeder geleerd. Dus de kadoCD is voor mij een beetje een vreemd fenomeen. De psalmen-CD van Sweelink, samen met het afscheid van Viertakt, maakt echter van alles in mij los.
Natuurlijk ben ook ik van huis uit groot geworden met psalmen, en heb ook ik de kerk de rug toe gekeerd. Wat je je niet realiseert als je die stap neemt, is dat je ook iets gaat missen. Ene D.C. Lewis zong ooit al (in de hitparade) :
"Dit is uw kerk oh heer, ik liep zomaar even aan weg van het werk.
Ik kom alleen maar Heer, voor de muziek".
En dan op rijm. Ik was en ben met de kerk, ook de muziek en de psalmen kwijt geraakt. En omdat ik de kerkelijke dogma's niet kon verdragen, dacht ik dat ik blij toe was.

Drie jaar geleden ben ik naar klassieke muziek gaan luisteren. Daarvoor deed ik dat nooit, nou ja een beetje Bach als kind; muziek, die mijn vader op het kerkorgel speelde, maar verder ook niet.
Ik luister en luisterde de afgelopen jaren naar Viertakt, 's morgens en 's middags in de auto. In dat programma hoorde ik de psalmen van Sweelink, dit keer niet als dogma, maar als kunst! Een legale reden om toch de vermaledijde psalmen te horen. En oh hoe prachtig!

Viertakt gaf me de psalmen terug! En nu? Nu wordt Viertakt mij afgenomen.
Alles wat ik weet van klassieke muziek weet ik door Viertakt.
Alles wat ik de afgelopen jaren heb gekocht aan CD's is door Viertakt.
En het is bizar veel.

Ik voel me door het verdwijnen van Viertakt een beetje afgewezen, ontheemd. Waarschijnlijk zal ik nu radio Vier weer (moeten?) verlaten. Als U mij de Sweelink CD stuurt kan die mij misschien, 's morgens in de auto, Viertakt een beetje terug geven, en zal dat heerlijke gevoel van de Viertaktochtenden, samen met de muziek van de door U, aan mij, terug gegeven psalmen, mij misschien, nee zeker, troost bieden.

Viertakt heeft mij de Psalmen terug gegeven.
Misschien kunnen de psalmen mij Viertakt een beetje terug geven.

Het mocht niet baten. De CD heb ik ook niet gekregen. Een rouwblog is alles wat mij rest.

dinsdag 9 februari 2010

Rouwverwerking (1)

Viertakt Vroeg is weg.
Dood.
Komt nooit meer terug.

Volgens onderzoek is het marktaandeel van radio 4 (te) laag. De luisteraars blijken bij radio 1 te zitten. En daar is nieuws te horen! De briljante netmanager heeft nu bedacht dat als je op radio 4 nu ook nieuws laat horen de luisteraars natuurlijk naar radio 4 komen. Je bent slim of je bent het niet!

Het nieuwe programma wordt in de ether gebracht onder de bezielende leiding van Annet van Trigt. ' Ooit Studio Sport. "Van Trigt tot negen" is de briljante woordspeling, die hilarische lachsalvo's teweeg heeft gebracht op de redactie.

Ik wilde Annet niet bij voorbaat afvallen. Ik heb een week lang geluisterd. Nu is het over. Het programma is jammer genoeg nog slechter dan mijn grootste nachtmerrie. Ik ben na een week nog steeds diep ontluisterd.
Ik heb extra CD's mee in de auto.

De vissen zijn dood. Ze dachten ook dat het water vanzelf zou komen als ze maar stil in de gootsteen bleven liggen. Ze hadden netmanager moeten worden.

dinsdag 2 februari 2010

Beeldvorming

In de gang van de PABO waar ik moet zijn, kom ik een ouder stel tegen. Zeg maar gerust bejaard. Hij is sterk en rijzig. De zwarte overjas is van smetteloze snit, de zwarte schoenen zijn gepoetst. Z'n witte haar zit stevig om zijn gebruinde gezicht. Distinctie is hem niet vreemd. 'Dorstend naar kennis', zou ik geloven.
Aan zijn arm een mevrouw, die veel weg heeft van mijn reeds lang overleden oma. Ze loopt voorover. Haar bordeauxrode jas kleurt niet helemaal bij haar beige bejaardenschoenen met blokhak en breed bandje. De ruimte tussen onderkant van de jas en de schoenen is geen gulden snede. Ze voert wel het woord:
- "Dat lijkt me een erg interessant onderwerp. Ik weet er ook erg weinig van".
Zijn gegrom kan zowel instemmend als afkeurend zijn. Onze wegen scheiden.

Een uurtje later tref ik een hele groep van deze bejaarden in de kantine. Zou er zoiets als een bejaardenPABO bestaan? Ik vraag het niet. Ik laat mijn verbeelding met me op de loop gaan en laat de groep de groep.

Als ik het pand verlaat, tref ik het stel weer. Op de parkeerplaats lopen ze gearmd en enigszins afwezig, voorzichtig door de regen en de papperige sneeuw. Het is glad. Dan stappen ze samen in een rode Mini Cooper, met op het dak zwarte en witte vlakken, als van een schaakbord. Zij rijdt.

Ik heb geen idee wat ze hebben gedaan of hebben geleerd. Mijn wereld hebben ze op de kop gezet. Alleen al daarom is hun uitje nuttig geweest!