maandag 31 mei 2010

Geluksbeleving

Ik ben een emotioneel mens. Dat is heerlijk en lastig tegelijk. Lastig soms in je werk of in de omgang met anderen, die het 'communiceren met gebolde zeilen' niet altijd kunnen begrijpen en waarderen, en betrokkenheid al snel uitleggen als ruzie of een vorm van persoonlijke aanval.

Maar het is vooral heerlijk. Leef en beleef! Je hoeft er niet veel voor te doen. Je omgeving laten binnen komen is eigenlijk alles. Bij mijn lievelingsbezigheid, het ronddolen in Plato op de klassieke afdeling, of bij een boekenzaak, stuitte ik op een CD uit de serie Romantic Piano Concerto (deel 17) , de pianoconcerten van Mendelssohn. Thuisgekomen kon ik in de tuin zitten met de koptelefoon, en het boek van Rüdiger Safranski over Nietsche. Nietsches droom was om te kunnen filosoferen alsof hij muziek componeerde. Nietsche ervoer de muziek als vervoering. 'Zodra de muziek stopt komt de walging terug'. Ach, ik kon me er weinig bij voorstellen.

En toen is het gebeurd! Plotseling begon ik volkomen te shaken. De muziek gespeeld door Stephen Hough en het symphonieorkest van Birmingham, drong in al mijn porieën. Het bracht een oneindig geluksgevoel teweeg. Iets dat Maslow waarschijnlijk als piekervaring zou hebben geduid. Een oneindig onbewustzijn van het eigen zelf, alleen die muziek.

Toen het stuk afgelopen was, borrelde mijn ratio weer op. Kwam dit nu van dit stuk, van de uitvoering, van de combinatie met de tekst over Nietsche? Of nog van iets anders? Als experiment draaide ik twee andere versies van hetzelfde stuk, die ik ook heb: die van Lang Lang, door mij zeer bewonderd, en die van Elisabeth Leonskaja. Beide prachtig! Maar geen van beide leverde het gevoel op van eerder die dag. Dus terug gekeerd naar de eerste versie. In de veronderstelling dat het eenmalig en onduidbaar was. Maar zie, het was er weer! Kippenvel, nu ook zonder Nietsche!

Ik kan het verschil tussen de drie opnamen niet horen, maar mijn onderbewuste wel!

donderdag 20 mei 2010

Ochtendgedicht

Prachtig is het weggetje dat dagelijks leidt naar het werk.
De zon, het groen, de appelboom, de wolkjes aan het zwerk.

Zelfs de spoorbomen rood en wit, doen hun best om mooi te zijn,
wanen zich aan hun houten bestaan ontrukt.

Iets wat de electriciteitsmasten, lelijk en in de verte,
toch maar erg moeilijk lukt.

maandag 17 mei 2010

Maandagmorgen

Ik blijf wat langer thuis deze morgen, om de file te mijden. Een uurtje thuis werken. Al om half negen gaat de telefoon. Een druk bezette collega heeft kans gezien haar voet (niet been!) te breken bij het afstappen van een stoepje in Amman. Ik wist niet eens dat ze stoepjes hadden in Amman. Wat doet een mens trouwens in Amman? Of ik vervanging kan regelen. Nog geen vijf minuten later, laat een andere collega weten dat ze een opdracht die ze zou overnemen, toch door mij moet worden uitgevoerd. Ze kan zich niet vrij maken. Ik baal. Het is 08.45.

Als ik in de auto stap regent het. Om de file echt te vermijden besluit ik grotendeels binnendoor te rijden. Op het fietspad naast de weg zie ik twee oudere echtparen, die hebben besloten dat maandagmorgen om 08.45, bij een beetje regen, het ideale tijdstip is om eens een lekker fietstocht te maken. Ik heb een hekel aan deze lijn van denken. Deze vorm van irriteren, óf door te laten zien hoe dom je bent, óf hoe raar je denkt, óf ook door expliciet en doelgericht anderen op deze manier de ogen uit te steken, zou verboden moeten worden.

Halverwege mijn autoritje begint de zon te schijnen. Ik haal drie joggers in, die onafhankelijk van elkaar hebben besloten dat maandagmorgen om 09.00 de ideale tijd is om je kilometers te maken. Op de één of andere manier kan ik dat beter hebben dan bejaarde fietsers. Maar als ik me betrap op die gedachte heb ik wel meteen een hekel aan mezelf. Ik ben een nare man.
Dan moet ik remmen, want er staat een opnverklaarbare file op mijn weggetje binnendoor. Sluipverkeer, bah! Het is 09.15.

Mijn dochter belt. Ze is geslaagd voor haar rij-examen. Meteen de eerste keer. Vanmorgen om 09.15, het perfecte tijdstip voor een rij-examen. Het is 10.15 uur

Ik hou van haar. Vooral op maandag! Door haar kan ik er deze week weer tegen!

zondag 16 mei 2010

Aardappeleetster in Portugal


Ze staat bij een bushalte. Uit de verte valt ze mij meteen op. Hoeveel goudkleurige bejaarden zie je tenslotte op straat. Stilletjes wacht ik tot ik meer zicht heb, maar de buslijn is blijkbaar naar een populaire bestemming. Steeds meer wachtenden verzamelen zich en vervuilen de zichlijnen. En dus moet ik rondlopen.

Voorzichtig loop ik achter langs. Ik wil vooral geen aandacht trekken of de natuurlijke gang van zaken beïnvloeden. De wachtenden drentelen rond de bushalte. Mijn doelwit beweegt, maar opnieuw van mij af.

En dan plotseling zie ik haar gezicht en begrijp ik waarom ze haar eigen gouden accenten heeft gekozen. Of dat nu juist extra aandacht trekt of niet.
Ik zal haar nooit vergeten.

vrijdag 14 mei 2010

Beroemd!

Als ik wakker wordt, lig ik in een ziekenhuis. Terwijl ik de ogen nog dicht heb, hoor ik mensen praten in een voor mij onbekende taal. Ik heb pijn. Mijn benen doen zeer. Als ik me probeer te bewegen, voel ik dat op mijn mond een kapje zit. Ik blijf nog even liggen. Mijn hoofd bonst, mijn oren suizen.

Waar ben ik? Het duurt even voordat ik snap dat ik droom. We zijn immers onderweg naar huis. We vliegen vanuit Zuid Afrika. Ik wil wakker worden maar het lukt niet! Ik ben al wakker! Voorzichtig doe ik de ogen open. Om mijn bed staan twee mannen in witte jassen, met een arabisch uiterlijk. Daarnaast drie vrouwen, die verpleegsters kunnen zijn. En ook zijn er mensen met een televisiekamera.

Mijn hart bonkt, en ik kan de steen op mijn maag niet meer negeren. Ik ben bang. Waar zijn mijn broer en mijn vader? En mam, wat is daarmee? We zijn toch niet.....? Ik zak weg. Mijn hoofd kan de werkelijkheid gelukkig niet verdragen. Maar na een kwartiertje wordt ik weer wakker. Nu weet ik het bijna meteen: We zijn vast neer gestort! Wat zou er met de anderen zijn?

Als ik voor de vierde keer bij bewustzijn kom, komt een verpleegster komt een mobieltje brengen. Of ik met de Telegraaf wil spreken.

Blijkbaar ben ik beroemd.

woensdag 12 mei 2010

Met de trein

Ik zag op TV dat de NS een onderzoek doet naar de kwaliteit van haar toiletten. Dat is goed. Treintoiletten zijn plaatsen, die je bij voorkeur vermijdt. Als je er toch onontkoombaar moet zijn, en je plast er, doet de doorspoel het meestal niet. De hendel heeft vooral veel loze bewegingsruimte. Dat heeft ook degene voor jou al gemerkt. De etensresten in donkerbruine dan wel donkergele versie zijn vaak nog beschikbaar.

De NS heeft een bijzondere onderzoeksmethode bedacht. Met een camera wordt het toiletgedrag van de bezoekers verkend en vastgelegd. En wel zodanig dat de toiletbezoeker onherkenbaar blijft. Tenminste voor de NS kijker. Want thuis zal er wel eens iemand het al dan niet erecte huwelijksgereedschap herkennen.

Ik weet niet precies hoe ik in moet schatten, dat ik ergens in een NS kantoor voorbij kom als proefpersoon. Ik stoot in beeld waarschijnlijk mijn teen aan de deur en kan de waterkraan niet vinden of druk op knoppen waarvan ik denk dat het de waterkraan is, maar er komt geen water. Zie ik er erg dom uit? Of in ieder geval onpraktisch? Wordt er om me gelachen, op welke manier dan ook?

De eerste conclusie is ook al bekend: De emancipatie heeft opgeleverd dat alle mannen tegenwoordig de bril omhoog doen. Ook al zoiets. Bij mij valt die halverwege de klaterende straal dan altijd naar beneden. En zo richt ik meer nattigheid aan, dan als ik de bril naar beneden had gelaten.

Nee het is beter om maar niet na te denken over dergelijke berichten.
Ik zal opletten hoe het toilet in de nieuwe treinen er uit ziet.

dinsdag 11 mei 2010

Gevaarlijke verbanden

Ik houd niet van vliegen. Ik wil niet zeggen dat "de mens niet gemaakt is om te vliegen, anders had God hem wel vleugeltjes gegeven", maar dat is alleen omdat ik niet in God geloof. Dertig jaar heb ik nooit gevlogen. Toen één keer, daarna 23 jaar niet, toen 2 keer, daarna 2 jaar niet jaar, toen 3 keer. Wiskundig is die reeks dus nu ten einde.

Het is lastig om vliegen te vermijden. Er zijn teveel aantrekkelijke levensvullingen, die alleen bereikbaar zijn door te vliegen. Onzin, maar het klinkt geloofwaardig. Toch is het dubieus. Want is er echt geen zon in de buurt? Kun je echt niet met de auto naar de bergen, of naar Griekenland? Je bent wat langer onderweg, maar het kan wel. En misschien kom je wel langs leukere plekjes. Al is boven de wolken niet te versmaden.

Waarom vlieg ik dan? Sociale druk misschien?
Mijn kinderen vliegen,
mijn collega's vliegen,
mijn vrienden vliegen.
dat maakt mij een watje

Vliegen is trouwens ook niet gevaarlijk, zelfs niet in een aswolk. Ja, de eerste week wel, maar daarna niet meer. Dan heeft het niet vliegen zoveel gekost, dan is niet vliegen gevaarlijker geworden. Kijk maar naar Griekenland of IJsland. Wat vandaag gevaarlijk is kan morgen veilig zijn, ook al zijn de natuurlijke omstandigheden niet veranderd.

De natuur heeft de macht en as overdrekt de straten.
De stiltezoeker lacht.
IJsland lacht onbedaarlijk.

Tegen beter weten in, ga ik op vakantie. Want Portugal lonkt.
Tien centimeter tussen mij en de eeuwigheid. Ik kan het niet van me af zetten.

zaterdag 8 mei 2010

Tussenspel

Al niet bloggend gebeurt er natuurlijk niets.
Of gebeurt er niets blogwaardigs
Of gebeurt er zoveel dat je niet weet wat te bloggen.
Of gebeurt er zoveel dat je geen tijd hebt om te blogggen.
Of ben je slachtoffer van je eigen opdracht dat het wel 'leuk'moet zijn.
Of dat het licht moet zijn.
Of dat het een boodschap moet hebben.

En uiteindelijk kom je tot niets
Of tot het eindelijk lezen van ' de gelukkige klas', van Theo Thijssen
Of jeugdherinneringen van J.J. Voskuil,
Of de biografie van Spinoza van Stephen Nadler,
Of je haalt eindelijk de CD van 'Harmonielehre' van John Adams op, die je had bestelt,
Of je luistert nog eens naar de orgelconcerten van Vivaldi.

Of je doet alles tegelijk en reist en weekje naar Portugal.
En denkt na over ander werk,
en bekijkt Porto en Lissabon,
dwaalt door het prachtige klooster van Tomar,
of de kathedraal van Caldas de Rainha.

Je doet niets,
En er gebeurt niets
je doet alleen indrukken op.
Voor het naspel.