donderdag 31 december 2009

Kansarme kunstenaar

Ik ben naar de Duitse expressionisten geweest in Groningen. Waar leren mensen toch om zo te schilderen? Zelf haalde ik op de middelbare school alleen een voldoende voor tekenen omdat je geen onvoldoende kon krijgen, als je daadwerkelijk een tekening produceerde. Dus het papier min of meer had gevuld. Dhr Lakke, onze tekenleraar, moedigde mij aan om de A3 vellen vooral vol te schilderen en veel verf te gebruiken. Ik snapte niet wat hij bedoelde en uiteindelijk negeerde hij mij. Gelukkig!

Mijn klasgenoot, Piet Andriessen, schilderde drie tekeningen in ieder tekenuur (ik maximaal één per drie uur). Piet schilderde volstrekt non-figuratief. Geklieder in mijn ogen. In ieder geval iets waarvan ik niets begreep. Ik begreep al helemaal niet hoe Piet voor ieder van die schilderijen een 9 haalde. Nadoen kwam niet in mij op.

Op een dag luidde de opdracht: schilder een Vlaggenwinkel. Het zweet brak mij uit. Het concept 'winkel' impliceerde in mijn beleving minstens een vorm van perspectief, iets waar ik volstrekt niet toe in staat was. Bovendien sluimerden in mijn achterhoofd nog de na-tekenopdrachten, die ik op de lagere school altijd kreeg. Eén van die opdrachten, een boerenwagen met hooi, was mij, na drie tekenlessen en een draai om de oren van de meester, afgepakt met de opmerking:"jij leert het in ieder geval nooit, sufferd!".

Na een half uurtje vlaggenwinkelen, bleek mijn incompetentie inmiddels optimaal. Het ontging Dhr Lakke niet. Hij suggereerde om over de, in naïeve stijl geschilderde, contouren van de vlaggenwinkel maar vlaggen heen te schilderen, zo groot mogelijk. Er leek geen alternatief mogelijk. Oh, had ik toen ooit maar één keer een expressionistisch schilderij gezien!

Bijna een jaar later bestond de school 50 jaar. Onderdeel van de viering was een tentoonstelling van een kleine selectie uit het werk van leerlingen van de school, gemaakt tijdens de tekenlessen. In de gymzaal, met als gevelspreuk "der jongelingen sieraad is hunne kracht", honderden werken, o.a. diverse werken van Piet Andriessen. Tijdens de rondwandeling kreeg ik bijna een hartverzakking. Hoog boven in de gymzaal, gelukkig niet al te opvallend, en zeker niet met een herkenbare naam, hing mijn vlaggenwinkel!

Zelden hebben schaamte en trots zo om voorrang gestreden als die dag.

woensdag 30 december 2009

Top 2000

Op de radio is de top 2000. Dat wil zeggen op radio 2. Op Classicfm is de top 1000 aller tijden. De toevoeging 'aller tijden' geeft, denk ik, aan dat er in de top 1000 wel muziek staat van voor 1900, en in de top 2000 niet. Ook Q music en Radio Veronica hebben een top 1000! Op radio 4 intussen is de radiovierdaagse. Iedereen lift mee op het veronderstelde succes van radio 2.

Ondertussen wentelt die top 2000 zich in zelfgenoegzaamheid. Op de radio wordt het ene slijmmailtje na het andere voorgelezen. Op TV komt Matthijs van Nieuwkerk dagelijks klaar bij weer een kwijlliedje uit de jaren 60 of 70. En Leo Blokhuis laat zich ook mee voeren.
De vraag is of en kritisch mailtje ook kan. Of worden die niet in gestuurd?

Ondertussen blijkt dat Viertakt Vroeg op radio 4 per 1 februari wordt afgeschaft. Maar daar maakt niemand zich publiekelijk druk om. Mijn eigen favoriete programma! Zonder reclame, zonder nieuws. Ik heb het gevoel dat ik word afgewezen, dat ik er niet mag zijn.

Het is ongelijk verdeeld in de wereld.

dinsdag 29 december 2009

Kerstspel

Ik doe mee aan een dodenwedstrijd. Dat is niet zomaar een wedstrijd. Het is een buitengewoon serieuze en ook vrolijke competitie waar echte punten mee zijn te verdienen! Je kunt zelf ook spelen met een groepje vrienden. Een aanwijzing voor relativerend leven.

Het belangrijkste is om niet te aarzelen. We leven nu. En leven is uiteindelijk een ongeneeslijke ziekte, die leidt tot de dood. Je kunt er dus maar beter met een knipooog naar kijken.
Er wordt gespeeld door iedere deelnemer een lijst met mensen te laten maken, waarvan hij of zij denkt dat die binnen een jaar gaan overlijden. Van die personen worden in het lijstje de geboortedata vermeld. Vervolgens stel je met je medespelers een meetmoment vast.

De namenlijst moet aan enkele voorwaarden voldoen. De mensen op de lijst moeten bij alle deelnemers bekend en door hen gekend worden. Ze moeten bestaan en aantoonbaar nog leven. Mijn oom Sake, die ongetwijfeld het komende jaar zal overlijden, mag niet mee doen.
Nietsche kan God niet op zijn lijstje vermelden. Ten eerste is God volgens hem al dood, ten tweede is niet aangetoond dat die bestaat.

Hoe jonger iemand is, hoe meer punten bij overlijden voor de speler. Een tabel kun je zelf bedenken. Dit jaar waren er weinig punten te verdienen met Marcus Bakker (1923) en Edward Schillebeeckx (1934). Veel punten daarentegen leverden Martin Bril (1960) en Michael Jackson (1958) op. Boven de 100 levert geen punten meer op.

Je kunt afspreken of mensen (niet) langer dan één of vijf jaar op de lijst mogen staan. Degene die in een jaar de meeste punten haalt, wordt vrij gehouden bij een etentje.

En, oh ja; je mag niet zelf mee helpen.

maandag 28 december 2009

Kerstgedachte

De Kerstdagen zitten er op. God zij dank! Ik geloof weliswaar niet in het bestaan van God, maar dat maakt het niet onmogelijk haar te danken. Ze heeft immers de indruk weten te wekken dat ze bestaat (op zich een prestatie als je niet bestaat), en vervolgens iemand zo gek gekregen om een groot deel van de mensen op aarde te laten geloven dat ze een zoon heeft weten te concipiëren, via een andere vrouw, zonder tussenkomst van een man. Dat feit geldt weer als aanleiding voor een jaarlijks terugkerend feestje van meerdere dagen, waarvoor oorlogvoerende partijen graag even hun wapens neer leggen, en waar mensen zich de buiken vol bij eten.

Als ik de voorgaande tekst overzie, is het inmiddels zulk onwaarschijnlijk proza geworden,dat ik bijna ga geloven dat God een man is, en dat hij bestaat. Schrijf je grootste overtuiging op, en beleef hoe onzinnig die er dan uit kan zien. En toch blijf ik er in geloven. Terwijl ik zo'n hekel heb aan dogmatici.

De vraag is nu of deze tekst alleen rond kerst geschreven kan zijn, of dat het een gedachte is over kerst, die ook wel met pasen, of in september of zo geschreven kan zijn. Je zult rond kerst komen met een gedachte, welke dan ook, die iemand aanspreekt. Voor je het weet is het een kerstgedachte. En dat draagt een devaluatieve bedreiging in zich. Immers: is een gedachte met kerst waardevoller of juist minder waardevol dan op andere momenten?

Ik waag me dus niet meer aan kerstproza. Ik publiceer een kerstgedachte, in welke zin dan ook, vlak na kerst. Dan heb ik een jaar denktijd. Zelf, en gecreëerd voor anderen.

zaterdag 19 december 2009

Werk en geluk

De zon schijnt stralend tussen de bomen door als ik het plein op kom bij de plaatselijke 'School met den Bijbel'. De man met wie ik een afspraak heb, zit op het muurtje bij de zandbak.
Hij draagt een korte broek. Aan zijn behaarde benen prijken wandelschoenen, die, anders dan z'n kleding, niet bij het seizoen of de lokatie lijken te passen.

- Zo, Karel, druk aan het werk?
- Ach, werk, werk, Albert, wat is werk? Werken is toch eigenlijk iets doen, wat je eigenlijk liever niet zou doen? Ik zit zondags wel eens in de kerk, dan ben ik erg aan het werk. En soms, als het tijd is om naar de kerk te gaan, ga ik even naar school. Dan hoef ik niet te werken".

Ik doe er, enigszins verbaasd over deze even snelle als onverwachte gedachte, het zwijgen toe en ga ook op de rand van de zandbak zitten. Ik vraag niet meer door. Tien minuten lang hoeven we niet te werken.

Het is bijna kerst. Ik ga niet meer naar de kerk. Ik denk aan Karel, en vraag me af of hij moet werken dezer dagen. Ik luister ondertussen naar Schuberts "Unvollendete". Er is nergens werk te bekennen.

vrijdag 18 december 2009

Ik werk, dus ik besta?

Het jaar zit er op.
Ik besta niet meer.
Ik kan geen kwaad meer doen.

Tijd om te houden van je kinderen,
Te reizen naar de toekomst,
Te denken over het verleden.

Eten,
Lezen,
Hongeren.

Winterslaap.
Oh kon die eeuwig duren!

maandag 14 december 2009

Verloren

Ik heb verloren. Ik heb er geen woorden voor. Ik voel me dood. Ik kan niets. Ik haat mezelf. Natuurlijk stond ik gewonnen. Natuurlijk had ik met Lxf3 simpel deze prutser aan mijn zegekar kunnen binden. Maar ik moest het zo nodig mooi doen. Alle werk van 3 uur in 1 seconde teniet gedaan. Die consequentie is bijna ondragelijk.

Donner wist het al: De schaker die zijn partij heeft verloren, wie zal hem beschrijven? In "De hel van de schaker", doet hij al kond van de enorme en onbeschrijfelijke zelfhaat die de schaker treft na een nederlaag. Nooit zal ik meer spelen. Mijn armen horen te worden afgehakt.

Iemand die niet schaakt kan zich de sadistische inslag van deze sport niet voorstellen. De vreselijke consequenties van de algemeen bekende regel: "aanraken is zetten". Het kan niet anders of de regelneef die dit heeft verzonnen, had een rechtstreekse connectie met de duivel.
Hoe het werkt? Voor de niet schaker:

Een zet is bedacht.
Repostes zijn bestudeert.
Een arm beweegt naar het te verzetten stuk.
Het ziet er goed uit.
Licht schijnt in je hoofd.
Een seconde dichter bij de overwinning.
Je pakt het stuk.

De wereld spat uit elkaar. Vuurwerk verteert je hersenen. Meteen, maar dan ook meteen, zie je dat dit helemaal geen goed idee is. En meteen zijn er twee vreselijke opties. In minder dan een honderdste moet je beslissen. Je laat het stuk weer los en gaat alsnog een zet bedenken (met dat stuk(!)) die wel iets voor stelt. Of je doet de voorgenomen zet met een zelfbewuste uitstraling, in de hoop dat de tegenstander het ook niet ziet.

Beide mogelijkheden zijn even erg. Als je het eerste doet, wordt je in één seconde van een schaker een amateur, een houtjesschuiver, een 'woodpusher', een beginner, een huisschaker, een prutser. De tweede mogelijkheid kan dodelijk zijn. De halve seconde waarin je de zet uitvoert kan gemakkelijk tot een onmiddellijk levenseinde leiden. De hartslag wordt in één beweging opgejaagd naar 200. De bloeddruk stijgt. En dat terwijl het pokerface het uiterste vraagt.

Nadat de tegenstander de weerlegging natuurlijk heeft gezien, is er de vreselijke gewoonte om te analyseren met de tegenstander. Die altijd bereid is om toe te geven hoe je natuurlijk had gewonnen na Lxf3. En ook na 5 andere mogelijkheden trouwens. Want hij had alleen maar op jouw blunder gehoopt.

En dan rest nog de lange weg naar huis. En de resterende slapeloze nacht.
Nee, ik zou nooit gaan schaken. Maar het is al te laat. Ik heb niet alleen verloren, ik ben ook al verloren.

Zomaar een dag

Als ik om 07.25 in stap blijkt dat een collega op mijn voicemail heeft ingesproken van de telefoon, die ik abusievelijk het hele weekeinde in de auto heb laten liggen. Ze is ziek en zoekt voor haar opdracht van vanmiddag een vervanger. Omdat dit nu eenmaal tot mijn managementtaken behoort, en er voor 08.00 uur geen secretaresse beschikbaar is, spreek ik in bij twee collega's die dit wellicht zouden kunnen doen. Die collega's zijn nog niet op pad of misschien zelfs wakker. Ik benijd hen. Na deze merkwaardige voicemailcommunicatie (is het wel communicatie, nee natuurlijk!) bel ik de zieke collega terug dat e.e.a. in de week is gezet. Ik beloof haar voor 12 uur te laten weten of het lukt. Anders moet de opdracht maar af worden gezegd.

Omdat mijn handsfree zoek is, is dit toch een eng uurtje geweest. Nu rol ik de file uit (belachelijk druk is het op maandagochtend) en een vergadering in. De economische crisis, of die nu wel of niet bestaat, heeft als effect dat er harder in mensen geknepen moet worden, dat is wat er over blijft voor mij. Ik erger me daar aan, en ben het er niet me eens, maar kan ook weinig doen.

Als al het vergaderen is afgelopen, mag ik een toespraakje houden voor een groep directeuren, over de kwaliteiten van hun personeel. Liefde voor het vak van leerkracht. Heel graag! Het vakmanschap van de leerkracht druipt af van de filmpremiere m.b.t. intensieve taalklassen, die ik mag mee vieren. Eindelijk mensen die trots mogen zijn op hun vak. En een collega die dat ook mag. Gewaardeerd i.p.v. uitgeknepen? De zeemeermin kan ik nu koppelen aan de echte wereld. Waar bloggen al niet goed voor is.

Als ik naar buiten loop realiseer ik me dat ik de ziektevervanging helemaal ben vergeten en niet heb geregeld. Enigszins panisch bel ik de zieke op. Natuurlijk heeft alles zich vanzelf opgelost. Nog net op tijd ben ik in de schouwburg om Maarten van Roosendaal te zien. Hij slaat me om de oren met die dingen in mijn leven, waar ik (vandaag?) te weinig tijd aan besteed. Altijd goed die Maarten.

Half één rol ik m'n bed in. Weer niet geblogd.

maandag 7 december 2009

Sinterklaas

Voorzichtig leest een leerling in een klas zijn gedicht voor. Hij heeft geen idee van wie het komt. Maar als je goed rond kijkt in die klas kun je de dichter en gulle gever er zo uit halen, twee groepjes verder. Ze kijkt een beetje naar beneden en trilt van opwinding. Als het gedicht afgelopen is kijkt ze vol verwachting en tegelijkertijd trots rond. Wat heerlijk als iemand anders je gedicht voor leest! Wat heerlijk als de andere kinderen het leuk blijken te vinden!

Op een school is een enorme ruzie tussen de ouderraad en de achterban. Het probleem is de hoogte van het bedrag dat per kind aan Sinterklaas kan worden besteed. De achterban vindt de vastgestelde € 3,50 veel te weinig. "Daar kun je niets mee!" De directeur blijkt een situatie te kennen waar de ouders het met €2,50 moesten doen. Spanning!

€ 3,50 is ook heel weinig als je het bedrag vergelijkt met de tientallen euro's die ouders thuis aan de Sint besteden. Bij nadere verkenning blijken de ouders vergeten, wat ook al weer de bedoeling van het Sinterklaasfeest op school is: Nadenken over iets passends bij degene die ik heb getrokken. Me verplaatsen in een ander. Iets geven.

Iemand heeft 15 gedichten gemaakt bij 15 kleine cadeautjes. Er heel veel tijd aan besteed. Het is een avond genieten, als anderen gedichten voor lezen. Als anderen genieten van je gedichten of surprises.

Door Sint ontdek je weer dat geven leuker is dan krijgen.
Ik hoop dat hij nog lang blijft leven.

donderdag 3 december 2009

Ruilhandel

Als ik de deur open doe staat er een klein jongetje. Hij heeft een kruidkoek onder z'n arm en kijkt me verwachtingsvol aan. Omdat ik ook niks zeg, opent hij, met:
- Wilt u een kruidkoek kopen?

Eigenlijk wil ik dat best. Het jongetje lijkt me aardig, en de kruidkoek best te pruimen. Omdat je ook bij kleine jongetjes tegenwoordig moet oppassen vraag ik:
- Waar is het voor?
- Voor ons schoolplein.
- Van welke school ben jij dan?
De handelsreiziger blijkt van de vrijgemaakt gereformeerde school in het dorp. Ik sta voor een lastig dilemma. God heeft een lief jongetje op pad gestuurd, maar ik zie hem toch achter een boom staan. Of haar, beter gezegd. De moeder van het jongetje probeert onopvallend van achter een boom te kijken of zoonlief meer succes heeft bij mij, dan zij bij mijn notoir heidense buren.

- "Ik wil best een kruidkoek kopen. Maar ik heb zelf ook iets te koop. Ik verkoop volgende week oliebollen voor de turnclub SVD, (onderdeel van de openbare sportvereniging). Als ik nou volgende week bij jullie aan de deur kom, koop jij dan ook oliebollen van mij?"
Het jongetje weet het niet. En voor ik iets kan zeggen, of mijn woorden kan nuanceren, rent hij naar z'n moeder om mijn handelsgeest ter toetsing voor te leggen. Ik blijf met mijn oliebollen zitten. En zonder kruidkoek. Hij is niet meer terug geweest. Gods dienaren zijn eenkennig, en zo ken ik hen ook.

Voor het jongetje en 'z'n schoolplein is dat best jammer.

dinsdag 1 december 2009

Met de trein naar oom Geert.

In de trein zit achter mij een jonge moeder met haar dochtertje. Het meisje lijkt me een jaar of drie. Hun conversatie is opvallend gelijkwaardig. En zeker niet kinderachtig of opvoedkundig. Ze hebben een uitje en ik geniet van het gestolde geluk. Ik moet denken aan Jan Geurtz, die in zijn boek "Het einde van de opvoeding" schrijft:
- Wanneer heeft u voor het laatst genoten van het contact met uw kind?
- Dan was u zeker net even niet aan het opvoeden.
Een gewetensvraag, iedere keer weer.

Als we Amersfoort naderen verandert de toon van het gesprek. De moeder vertelt het meisje dat ze naar oom Geert gaan, en dat ze vooral 'een prinsesje' moet zijn.
"Zo meteen doe ik je ketting om, en je haren netjes. Ik wil dat je netjes blijft".
Het meisje wil graag chocola. Moeder geeft aan dat ze dat dan meteen in haar mond zal doen.
"Je mag het niet meer zelf vast houden. Je wilt toch wel netjes blijven?"

De lol tussen moeder en kind lijkt verdwenen. Zwijgend bereiken we Utrecht, waar beiden de trein verlaten, op weg naar oom Geert. Ik ken hem niet, maar heb toch een hekel aan die man.

maandag 23 november 2009

Foto's inplakken

Ooit was november de tijd van het foto's inplakken. Tot en met kerst kon je de zomer in huis halen. De zorgvuldig geselecteerde kiek-momenten netjes gedrapeerd op enkele pagina's van fraai papier met houtnerf. Probleem was, dat je het dan wel moest doen. Anders bereik je het stadium dat je niet meer weet waar de foto's zijn gemaakt of waar ze van zijn. Ik heb op zolder minstens vijf schoenendozen vol onbestemde herinneringen. Of zijn het verhulde kunstenaarsaspiraties?

Eigenlijk maakt dat natuurlijk ook niet uit, want voor wie maak je de foto's eigenlijk? Er zal na je dood toch niemand meer je vakantieherinneringen ophalen? De kinderen van nu gaan overal zelf heen. Niks foto's , gewoon zelf gaan kijken!

De digitale camera heeft het probleem opgelost. Je maakt nu honderden foto's, wacht tot het geheugen vol is, dumpt de foto's daarna op een stick of harde schijf, die vervolgens stuk gaat of zoek raakt. Of je selecteert er één of twee voor je blog. En betrapt je er op dat er wel degelijk een soort persoonlijke stijl bestaat. Foto's dumpen als reflectiemoment.



Ik heb er tientallen van. Veel blauw. Veel lucht, veel geen mensen. Veel niets.

zaterdag 21 november 2009

Kots-stand

Tussen Zwolle en Apeldoorn haal ik een auto in. Aan de zijkant, achter het achterraam, prijkt een bordje:"Liefste pappa aan boord". Ik schiet spontaan in de kotsstand.

Terwijl ik verder rijd mijmer ik over het bordje en mijn reactie. Ergens op een school heeft de een juf (een meester zou ook kunnen, maar is puur statistisch erg onwaarschijnlijk gezien het feit dat 90% van het onderwijs uit vrouwen bestaat), bedacht dat er weer iets leuks bedacht moest worden voor vaderdag. De obligate papieren stropdas of beschilderde mok zijn op een zijspoor beland. Een bordje voor in de auto! Dat is een goed idee.

Met de tongen uit hun monden, en als het mee zit hun vader in gedachten, schilderen, kleuren en schrijven de kinderen hun bordje. En als het niet netjes is, doet de juf het wel voor hen. Want vaders willen hun bordje graag netjes! En dan hangen ze hem graag in hun auto, hun fallus van mannelijke mobiliteit.

Tot zover de kotsstand. Want als ik dan denk aan een lief meisje dat het bordje op vaderdag met een serieuze blik en rimpel van verwachting aan haar vader geeft, smelt ik toch. En dat die vader dat bordje dan ook nog echt in de auto hangt, en uit pure liefde voor zijn dochter zich ten toon stelt aan de wereld, dat vind ik dan toch best dapper. Want ik heb wel even op z'n gezicht gelet! Ik weet hoe hij er uit ziet, die liefste pappa van de hele wereld. Dat risico heeft hij wel genomen.

Wat een held! Ik ben nog nooit zo snel van mening veranderd.

vrijdag 20 november 2009

Constructiefout

In Griekenland mocht ik het toiletpapier niet in de WC gooien. Ook niet na een wat grotere inspanning. Overal moedigen bordjes mij aan om de restanten van eventuele reinigingswerkzaamheden in de doos naast het toilet te gooien. Er viel een drempeltje te overwinnen moet ik toegeven.

Het hele ritueel kwam weer bij me boven, toen ik ontdekte dat het toilet op mijn werk een constructiefout heeft. Als je het toilet door spoelt komt het water aan de voorkant van de toiletpot binnen gestroomd. Het schept het zojuist zorgvuldig gedrapeerde papier van onderen en zo ontstaat er een luchtzak. En hoe lang je ook spoelt, het ballonvormige product van je inspanningen blijft duidelijk zichtbaar boven de draaikolk van het spoelende water uitsteken. Uiteindelijk blijft er slechts de keuze tussen net doen of je het niet merkt, of een gaatje maken, hoe dan ook.

Er wordt in ieder geval niets aan gerepareerd: Niemand durft er over te praten.

maandag 16 november 2009

Onopvallend opvallend

Als ik binnen kom zit hij er al. Ik heb hem dan nog niet in de gaten. De stoelen voor en naast hem zijn leeg. Zijn rug heeft hij in een nis gedraaid, zodat het lijkt alsof hij in de muur op gaat. Nieuwe binnenkomers kiezen de andere kant van de ruimte of gaan voor hem zitten. Niemand lijkt aandacht aan hem te besteden.

Als ik mijn verhaal begin, duurt het een minuut totdat hij onontkoombaar mijn energie naar zich toe trekt. Na de openingszinnen en een eerste grap, dringt hij als hersenrot in mijn hoofd naar binnen. Zijn mondhoeken blijven omlaag, hij beweegt niet. Zijn ogen blijven onpeilbaar.

Ik laat me niet kennen. Ik verzet me. Al mijn energie richt zich op de warmte die vanuit de rest van de groep komt. Naarmate ik warm draai, en de andere aanwezigen laten blijken dat ze mijn bijdrage waarderen, groeit zijn hoofd naar onvoorziene proporties. Zijn bloemkooloren nemen een onmetelijke omvang aan, zijn vale overhemd krijgt bizarre kleuren. Ik vermijd het zijn kant op te kijken.

Een laatste poging. Vanuit mijn ooghoeken ontwaar ik een lichte glimlach. Dan ontploft zijn ballonhoofd geruststellend. Als ik op kijk is hij verdwenen. Applaus doucht op mij neer.

Jammer dat ik de andere aanwezigen niet heb gezien.

dinsdag 10 november 2009

Verhaal

Ik ga een verhaal vertellen. Op een avond voor vertellers. In de categorie 'Non fictie'. Het is niet eenvoudig vast te stellen wat 'non-fictie' is. Aan tafel las mijn vader uit de bijbel. Ik ben er inmiddels van overtuigd dat dat pure fictie was, maar mijn vader denkt nog steeds dat dat non-fictie is. Hij sloeg daarbij het Hooglied over. Omdat dat voor hem fictie was? In welke betekenis dan ook.

In de Bijbel stonden ook fictieve verhalen. Die heetten 'Gelijkenissen'. Ze betekenden iets anders dan er stond. Die moesten dan worden uitgelegd door de dominee. De betekenis lag er gelukkig bovenop. Daarom had hij met de uitleg minder moeite dan met de veronderstelde non-fictie.

Non-fictie schijnt een ander woord te zijn voor 'waar gebeurd'. Ik houd het meer op waar-achtig. Een verhaal is wat je ervan onthoud. En wat je er van maakt. Als het maar goed wordt verteld. Of als het een goede verhaallijn heeft. "Wie geen verhaal kan vertelen is gewoon slecht opgevoed". Mijn favoriete spreuk van de coachingskalender. Verhalen vormen samen een leven. Het leven is een verhaal.

De avond is in de voormalig synagoge. Fictie of non-fictie. De plaats is perfect.

vrijdag 6 november 2009

Plaatsvervangende schaamte

Ik ben 13 jaar. Zomaar op een novemberdag is hij er: onze eerste auto! Het blijkt een Skoda, niet helemaal rechstreeks uit Tsjecho-Slowakije, maar langs een spoor van drie eerdere eigenaars, en langs onze 'tijger in de tank'- Essogarage. Een Skoda! Mijn pubergeest is niet bedacht op deze teleurstelling. Aan niemand zal ik vertellen dat ook wij mobiel zijn. Enigszins bedremmeld zoek ik de klamme lappen op. Het sneeuwt. Het is koud en vochtig op mijn kamer.

De volgende morgen tref ik mijn moeder huilend aan de ontbijttafel. Uit haar verhaal maak ik op dat mijn vader 's avonds onze derdehands Skoda aan een oom in het naburige dorp is gaan showen. Op de terugweg bleek de stuurmanskunst van mijn vader nog niet opgewassen tegen de sneeuw. De Skoda heeft, samen met de spaarcenten van mijn ouders, zijn einde gevonden in een sloot langs, oh ironie, de 'zomerweg'. Ik voel me schuldig.

Enkele weken later is het nieuwjaar. In ons dorp bestaat de Friese wouden-gewoonte om bordjes te spijkeren aan bomen, over de gebeurtenissen van het afgelopen jaar. Op mijn fietstocht door de ijzige kou naar de kerk op nieuwjaarsdag lees ik de naam van mijn vader: "Een tijger in de tank, en een ezel achter het stuur". Tijdens de kerkdienst kom ik tot: 'plaatsvervangende schaamte'. Zelf bedacht. Zelf gevoeld.

En vraag hierbij alsnog de rechten aan.

zondag 1 november 2009

Censuur op nadenken

Voorzichtig knijpt de slang in de tepel van de rondborstige vrouw. Ze lijkt het wel lekker te vinden. De slang ondertussen zegt: "je zult als goddelijke wezens zijn, kennis hebbende van goed en kwaad". Een nieuwe filosofische opgave is ontstaan. Een nieuwe kans voor dogmatici om wakker te worden!

Bron: Volkskrant vrijdag 16 oktober 2009.

Stel je bent in het paradijs. Er is geen kennis van goed en kwaad. De mensen weten niet dat ze naakt zijn. Er is nog geen sociale code, er zijn geen omgangsvormen, er is geen ethiek. Of die is er wel, maar die is ingebakken. Onderdeel van het onbewuste. Mag je aan elkaars lichaam zitten? Is lichamelijkheid belangrijk in de onbewuste fase?

Adam en Eva hebben nog geen seks gehad. Ze bestaan nog maar net, gewoon nog geen tijd. Eva weet nog niet hoe het voelt. Heeft er ook geen verlangen naar, want leeft in het hier en nu. Er is nog geen kennis van goed en kwaad, nog geen bewustzijn. Haar lichaam reageert al wel op prikkeling. Ze geniet zonder gene van de lichamelijke sensatie. Haar voortplantingsdrang wordt geactiveerd. Een mooi idee. Iemand moet het doen!

Ondertussen probeert de slang de vrouw te verleiden tot het eten van de verboden vrucht. Daardoor zal zij worden als God: zij zal kennis krijgen van goed en kwaad. De slang heeft die kennis al. En God ook. Tot zover niets vreemds. Tot blijkt dat de vrouw die kennis ook wel wil hebben. De vrouw is niet tevreden met het nu! Ze is niet gelukkig!

Het is eindeloos ingewikkeld om stil te staan bij de vraag, waarom de vrouw wil eten van de vrucht. Ze wil zijn als God. Maar veel wezenlijker is, dat ze blijkbaar niet tevreden is met hoe het is. Ze leeft niet in het hier en nu! Ze heeft dus al bewustzijn! Want zonder bewustzijn is de wereld tijdloos.

Zonder een tepelknijpende slang blijven deze gedachten weg. Jammer! Zeker voor hen die op een hemel met bewustzijn hopen. Wat een gemiste kans! Als je dood gaat lever je je bewustzijn weer in. Ook een prachtige gedachte!

zaterdag 31 oktober 2009

Kinderverdriet

Ik zit in de eerste klas. We doen een spelletje. Een van de kinderen moet (mag) naar de gang. Samen met de juf spreken we een liedje af, dat we zo meteen, als de gangganger terug is gaan klappen. Zij moet dan raden welk liedje het is.

Ik doe dapper mee. Eerst klappen we het liedje met twee vingers. Als de gangrader het dan nog niet weet, klappen we het liedje met de hele hand. Dat is wat luider, en daarmee gemakkelijker. Tenminste dat zal wel de gedachte van de juf zijn.

Even tussendoor: Dat die gedachte niet zo gek is merk ik 30 jaar later tijdens mijn huwelijksreis. Ik mag logeren in een huis van een Portugese collega in Sintra. Het huis staat prachtig op een berghelling, met uitzicht op het dal. De buurman is een Portugese schaapherder op leeftijd. Als ik langs zijn huis kom begint hij een verhaal waarvan ik niets begrijp. Portugees is niet een taal die je spontaan verstaat. Als ik iets brom van 'Non Comprendo, non Comprendo', herhaalt hij dezelfde tekst, maar nu veel luider. Hij is dus op de hoogte van de opvattingen van de juf uit Gorredijk.

Nadat we het liedje geklapt hebben, weet de slome rader het nog niet. Nu neuriën we het liedje. En inderdaad: hij weet het! "Altijd is Kortjakje ziek". Goed gedaan!

Het is bijna zomervakantie.
- "Wie is er nog nooit op de gang geweest?"
Ik steek voorzichtig mijn vinger op en blijk de enige. Onopvallend gedrag gaat aan iedere leerkracht voorbij. Eenmaal op de gang ben ik er van overtuigd, dat het mij gaat lukken. Mijn ego heeft geen aandacht nodig. Vol zelfvertrouwen stap ik de klas weer binnen.
Na het klappen met twee vingers, het klappen met de hele hand en het neuriën heb ik nog steeds geen idee. En als de kinderen dan het liedje maar zingen, weet ik nog steeds niet wat het is. Ik heb het hele liedje nog nooit eerder gehoord!

maandag 26 oktober 2009

Taalachterstand

Als jongen van een jaar of 14 droomde ik ervan met een zeemeermin te trouwen. Mijn hormonen gloeiden bij de aanblik van zoveel vissige vrouwelijkheid. Ik weet het nog heel zeker.
Toch heb ik geen idee hoe ik weet dat er zeemeerminnen bestaan. Maar ik vond ze altijd heel erg mooi. En lief. En reflectief. Al wist ik dat toen nog niet.

Het is er nooit van gekomen. Zeemeerminnen schijnen niet echt te bestaan. En het valt, voor zover ik kan nagaan, ook niet mee je met een zeemeermin voort te planten. Misschien schieten ze kuit, maar aan mijn bijdrage zie ik ze niet veel hebben. Of misschien dat inslikken in zeemeerminstad wel helpt.

Vrijdag stond ik na jaren weer eens oog in oog met een zeemeermin. In de Efteling. Naast mij stonden een (te) jonge vader en moeder met hun zoon van twee. Apetrots was pa, dat zag je zo. Z'n matje wipte trots op en neer in de nek, boven z'n trainingsjack van Adidas. En moeder stond onzichtbaar te zijn achter de buggy. Neusringetje glinsterend in de herfstzon.
- 'Kijk een vis', zei het jongetje. En vader bevestigde dat: "ja een vis!"
Het gesprek werd drie keer herhaald. Geen taalverrijking, Geen toegevoegde waarde. Drie keer hetzelfde gesprek. Als een plaat met een kras. Het woord zeemeermin viel niet. Jammer.

Wie weet welke prachtige belevenis deze zoon wordt onthouden.

zaterdag 24 oktober 2009

Bijna gestopt

Als schaker ben ik echt een stakker,
als speler vrij beperkt.
Mijn talent wordt maar niet wakker,
alsof mijn brein niet werkt.
Mijn rating laat zich raden:
Ik zet op kronkelpaden.

Mijn geest perst zich in 16 stukken,
het paard springt uit de ban.
Het moet toch ooit eens lukken,
jij zegt dat ik het beter kan!
Ik heb helaas geen zelfvertrouwen.
Je moet wel erg veel van me houen.

woensdag 21 oktober 2009

Hardlopen

De ochtendlucht is prachtig. De zon schijnt. De kleuren zijn de beloning voor mijn moed. De wind is aangenaam. Ik loop weer! Na een jaar achillespeesleed hol ik voorzichtig door de lokale dreven. Het is fris. Het is feest!

Mijn ademhaling gaat zwaar. Het zweet gutst al na 5 minuten.
- "Dat is te snel".
Mijn hoofd probeert de benen te vertellen dat ze niet meer willen.
Ik leg de stem het zwijgen op:
- "Zit niet te zeuren, wees blij dat je weer buiten bent".
Blijkbaar ben ik ben niet overtuigend, want ze blijft jeremiëren.
- "Ga nou wat langzamer".
Ik haat haar. Ik denk aan gelukkige loopmomenten. Dartel passeer ik het drie kilometerpunt.
- "Zie je wel dat het goed gaat?"

Ze vestigt de aandacht op mijn achillespees:
- "Volgens mij doet het pijn".
- "Onzin, dat zit allemaal tussen jouw oren".

Het blijft even stil. Ik geniet. De laatste kilometer.
- "Dat kan best in 5 minuten"
- "Zeik nou niet, wees blij dat je weer loopt, het hoeft niet harder".
Ik doe het toch. Iedere tweehonderd meter stiekem even kijken of het lukt.
Nog sneller.
- "Doe dat nou nie-iet".

De benen luisteren niet. 5.15 over de laatste kilometer.
- "Valt toch tegen".
- "Zeikerd"

Heerlijk!

dinsdag 20 oktober 2009

Tijdverspilling?

Er scheurt een gehandicapte voorbij.
Achter op haar scootmobiel zit een rollater met dikke banden.

Terwijl ik deze tekst proef als verwoording van mijn beeld, kijk ik haar na. Als het fietsersstoplicht op groen springt, perst ze zich tussen trottoirband en de achterste fietsers, om als tweede aan de overkant te zijn. Na nog een halsbrekende manoeuvre ligt ze op kop van het peletonnetje dat zojuist nog voor het stoplicht stond.

De vrijheid lonkt. De ruimte ligt voor haar. Haar bos krulhaar wappert in de wind. Haar turquoise windjack steekt fel af tegen de grijze fietsers.

Ik word gewaakt door een claxon. Mijn groene licht springt op oranje.
De man achter mij is not amused. Ik heb mijn tijd verspild.

maandag 12 oktober 2009

Lezen en gelezen worden

Gisteren wat gesurfd over blogs,
Moedeloos en triest.

Handpoppen en breiwerken,
Boeken en boeken;
Praten tegen niemand:
Verbeelding.

Niets uitleggen.
Alles heeft een dubbele bodem.
Een Drosteffect.

donderdag 8 oktober 2009

Beelden en woorden

Woorden, woorden, woorden. Mijn blog is armoe troef, als je kijkt vanuit het oogpunt van meervoudige intelligentie. Daarom volg ik 'Joo-expo'. Daar kan ik pas wat van leren.

Met haar toestemming :

Stil

er is luisteren en er is horen
er is kijken en er is zien
er is praten en er is spreken

vaak luister je, toch hoor je niks
kijk je en zie je niks
praat je maar zeg je niks

stille woorden
sprekende beelden



Ik voel me trots dat ik dit mag publiceren. Ik ben jaloers op haar vermogen tot beelden. Ik oefen elke dag. Soms is jaloezie een buitengewoon productieve en bevredigende emotie.

Voor mij zijn beelden als schimmen in mijn wereld van woorden.
Als ik m'n best doe zie ik soms al wat.

maandag 5 oktober 2009

Onderzoeksdilemma (2)

Mijn oma is verkracht. Niet echt hoor. Het is al een rare zin om te typen.
Schrijf zonder scrupules, is een tip voor beginnende schrijvers. Weet waar je grenzen liggen, een tip voor mensen die op zoek zijn naar de zin van het leven.

Eigenlijk was "mijn oma is verkracht", de eerste zin van mijn blog van gisteren. Een mooie aandachtstrekker zeg maar. Ik durfde het niet aan. Wat voor sommige mensen een onderzoeksdilemma is, is in een andere wereld een keiharde en nauwelijks onder ogen te ziene waarheid.
Mijn buurman behandelt een serieverkrachter van bejaarde dames. Misschien was de verkrachter wel iemand uit de controlegroep van mijn blog van gisteren. Een offer, gebracht voor het goede doel.

Met dit resultaat is het onderzoek misschien een wezenlijke stap verder. Offers zijn onontkoombaar. Als het maar niet mijn oma is.

Nederland moet zijn goede werken blijven doen in Uruzgan. Soldaten sterven voor een betere wereld. Wat is de zin van hun dood? Hun bijdrage aan de eeuwigheid? Groot natuurlijk!

Het biedt vast weinig troost aan hen die een dierbare verliezen.

zondag 4 oktober 2009

Onderzoeksdilemma

Ik ken iemand die therapeut is in de Pompe kliniek. Hij voert daar hoofdzakelijk gesprekken met verkrachters. Deze ene zin verbergt voor mij al een wereld aan dilemma's.

Ik las voor het eerst van mijn leven een artikel in het tijdschrift voor psychotherapie. Het viel mij toe. Het artikel is geschreven door therapeuten in de forensische psychiatrie. Mensen die TBS-ers 'verplegen' dus. In het artikel werd ingegaan op de relatie tussen risicotaxatie en de helende taak van psychotherapie.

De druk op de forensische psychiatrie om de effecten van therapeutische inspanningen transparanter te maken en wetenschappelijk te onderbouwen is enorm. Doel van de interventies is immers om het recidive-risico te verkleinen. Er moet meer onderzoek worden gedaan!

Psychiatrie is erop gericht psychische klachten te verminderen, het welbevinden te vergroten en de kwaliteit van het leven te verbeteren. Dat kun je bereiken door bijvoorbeeld schemagerichte therapie toe te passen. Veel psychiatrische patiënten blijken inadequate handelingsschema's te hebben ontwikkeld in hun leven tot aan het delict. Inadequate spiegelsystemen.

In de praktijk blijken de werelden van de risicotaxatie en van de therapie niet noodzakelijkerwijs aan elkaar verbonden. De keuze voor te behandelen gedragsschema's worden niet gebaseerd op de gedragsschema's die het meest bijdragen aan het terugkeren van het delinquente gedrag.

In het artikel wordt een lans gebroken om deze werelden te verbinden en op elkaar af te stemmen. Lijkt me een fijn plan!

Wat is het dilemma? Om te weten of iets werkt, moet je delinquenten op verlof sturen. En daarvan moet de helft de oude therapie hebben gehad en de andere helft (met natuurlijk vergelijkbare achtergronden) de nieuwe therapie. En dan hoop je dat de mensen met de oude therapie meer verkrachtingen begaan dan die met de nieuwe werkwijze zijn behandeld.

Of is dat te cynisch? De overheid wil geen recidive, maar wel onderzoek. Dat gaat niet samen, Dan moet je TBS afschaffen. En dat lijkt mij, gezien de achtergronden van hen die TBS ondergaan, geen echte optie.

dinsdag 29 september 2009

Verrassing: Schedel van Hitler blijkt vrouw.

Het is 2127. Het is 14 mei, de dag van de 'opstanding des vleesches', het begin van het eeuwige leven. Bij het rijksarchief in Moskou verzamelen zich honderden mensen. Zij zijn al opgestaan, God is nog even bezig. Je bent er maar zo niet mee klaar, al die miljarden mensen. Het is al druk op aarde aan het worden. Toch nog woekeren met de ruimte.
De toegestroomden verzamelen zich om hem te zien. Hem, voor wie ze onvoorwaardelijk bevreesd zijn, de grote, gehate, kleine Adolf.

Als God, die ze nu eindelijk in zijn aanschijn mogen aanschouwen naar binnen gaat, komt er even later een jonge vrouw naar buiten. Uit de ruimte waar de schedel apart was gelegd. Bijna net zo mooi als God (dat hij een vrouw was, was toch ook wel een verrassing geweest) zelf. Er gaat een siddering door de rijen. Al weer een verrassing. Niemand is teleurgesteld. Want negatieve gevoelens bestaan niet. Van verbazing kun je genieten. 'Ergert u niet, verwondert u slechts'. Dat is nu, na de opstanding, praktijk.

Achteraan wordt een klein mannetje weg gevoerd. Hij houdt zijn hand voor z'n snor. "Weer gefopt", mompelt hij nog, terwijl hij wordt afgevoerd door twee dementors. Op weg naar de hel. Als enige.

maandag 28 september 2009

Met zulke vrienden heb je geen vijanden nodig.

Mijn portemonnee is gestolen. Door een insluiper. Ik zag hem al neptelefonerend op een gang op de eerste verdieping lopen. Het getuigt wel van enige moed om bij een bedrijf wat je niet kent gewoon naar binnen te lopen en net te doen of je daar hoort.
Op mijn vraag wie hij zoekt, trekt hij een sprintje naar buiten en springt op een fiets. Gelukkig weet ik, samen met een collega, de fiets nog te bemachtigen, maar de insluiper kiest het insluiperspad.

De afhandeling van het ongemak brengt mij bij het politiebureau in mijn woonplaats. Daar blijkt dat men geen tijd heeft mijn malheur op te nemen. Komt u morgen maar terug. De politie is immers je beste vriend. Van negen tot vijf. Mijn laatste bekeuring stamt van 00.43 bij Beerzerveld. Het is er doodstil en ongevaarlijk. Maar ik reed wel 87, waar je 70 mag op een kruising, ook midden in de nacht. Ik ben een boef.

Het gezegde uit de titel spookt om onverklaarbare redenen al een week door m'n hoofd. Nu weet ik waarom. Het heeft zo moeten zijn. De pasjes zijn geblokkeerd, het rijbewijs zal wel ooit worden vernieuwd. Er zat geen cent in mijn buidel.

Ik hoop dat de armoedzaaier baalt.

zaterdag 26 september 2009

Joonen

Als je met de fiets van Zwartsluis naar Dwarsgracht gaat, kom je door Joonen. Joonen bestaat uit zeven huizen en ligt aan de andere kant van het water. Je kunt alleen in Joonen komen met de fietspont.
Veerbaas in Joonen lijkt een aantrekkelijk beroep. Ook al is er vorig jaar in oktober een dag geweest, dat er niemand met het veer van Joonen is gegaan. De veerman weet het nog. Het was een regenachtige en donkere dag. Hij heeft er nog wel eens een nachtmerrie over.

Als ik oversteek schijnt de zon. Het is rustig in Joonen, sereen. Als er niemand met de pont hoeft zou je kunnen lezen, of schilderen, of bloggen, of studeren. En dat allemaal in werktijd. Op een regenachtige dag wordt je er niet afgeleid.

De veerbaas neemt geen boek mee naar zijn werk.
"Je wordt steeds afgeleid door die fietsers, die zo nodig naar de overkant willen".
"Je kunt je kop er niet bij houden".
Om 7 uur als zijn dienst er op zit gaat hij 'plank gas' naar huis. Want hij woont niet in Joonen. Hoe de mensen uit Joonen 's avonds thuis komen weet hij niet. Interesseert hem ook niet trouwens. De veerbaas is een echte chagerijn.

Misschien ga ik wel solliciteren.

maandag 21 september 2009

De school als opvoedingsinstituut

Ik ontmoette vandaag een enigszins norse puber. Hij bleek uit de klas verwijderd. Als beloning had hij een epistel mogen schrijven over het onderwerp: ‘De school als opvoedingsinstituut’. Ze verzinnen wat, die scholen. De puber had zijn werkstuk mee mogen nemen, na het te hebben getoond aan de conciërge. De impact van deze zin gaat mijn bevattinsvermogen te boven, zelfs tijdens het schrijven ervan. Ik nam de tijd het werkje te bestuderen. Het ging ongeveer als volgt:
“Hoe zie ik de school als het gaat om het ‘opvoeden’ van de leerlingen? Ik denk dat de school een grote invloed heeft op de opvoeding van jongeren, vooral op het gebied van omgang met andere mensen en overleven in een maatschappij. Op sociaal gebied dus. (....) Net als thuis bij je ouders, is er wel eens een meningsverschil. Soms moet blijkbaar d.m.v. een straf worden opgelost.

Het is jammer dat sommige leraren de school iets anders interpreteren. Namelijk als een instituut waar hun wil wet is en waar dus geen enkele tegenspraak en discussie daardoor mogelijk zou mogen zijn. Waar dus geen sprake is van opvoeding. Ze straffen de leerling (omdat deze een slokje water neemt of een hapje brood), door hem meteen naar de leiding van het opvoedingsinstituut te sturen.
"Zo zo een slokje water!"

Zit deze leraar/lerares die avond zelfvoldaan aan het avondeten omdat hij of zij deze weerloze leerling eens even lekker heeft gepest? Komen daar frustraties van vroeger bij kijken?
Straffen staan (soms!!) op het dragen van hoofddeksels of het vergeten van boeken die in die les eigenlijk helemaal niet nodig zijn.
Als deze leerling vervolgens vraagt waarom (als die kans al wordt geboden), is het van ‘Ja dat zijn nu eenmaal ‘de regels’ hé!’

Ik twijfel soms sterk aan het inlevingsvermogen van veel leraren. Soms lijkt het vernederen van een leerling wel erg bevredigend voor een leraar terwijl dit toch niet bij opvoeden hoort? Het verscheuren voor de neus van gemaakt strafwerk bijvoorbeeld." De school is belangrijk als opvoedingsinstituut; iets meer wederzijds begrip zou zeker gepast zijn en ook bevorderlijk voor een gezellige en betere school. Een leerling die een leraar respecteert neemt immers ook eerder dingen aan".

Tot zover het epistel van de geplaagde puber. De opdracht voor (aanstaande) leraren en opleiders zou kunnen zijn: Als een leerling of student dergelijke kritiek levert, doe ik daar dan iets mee, neem ik dat serieus of word ik daar boos van?
Wat denkt zo'n blaag wel?

zondag 20 september 2009

Muziekles

Mijn dochter zit op muziekles, dat wil zeggen, mijn dochter zát op muziekles. Ze was ooit dolenthousiast. Op school een beetje blokfluit en via een vriendinnetje, die prachtig kon spelen, naar pianoles. En dat ging eerst best goed. Je kunt al heel snel een deuntje spelen, en je leert je eigen vaardigheid waarderen. Maar dan komt er een moment dat de pianoleraar vindt dat je toonladders moet studeren. En moeilijker, vervelende stukken. En zo zat ik op een avond na 3 jaar als trotse ouder bij weer een ‘voorspeelavond’. Zo’n avond dat de kinderen van de muzieklerares optreden tot meerdere glorie van de lerares en van de ouders. Of tot glorie van hen zelf? Mijn dochter had haar stuk niet eens voorbereid, en zonder gene bakte ze er niets van. En toen is ze van pianoles af gegaan.

Mijn dochter zit nu op gitaarles, d.w.z. ze zát op gitaarles. Na haar piano-escapade besloot ze dat ze wilde leren gitaarspelen. Samen met een vriendin liedjes zingen en er zelf bij spelen, hartstikke leuk! En zo ging het ook een jaar. Ze kende zelf een leraar, want daar leerde je snel al pop-liedjes, en mocht je zelf meenemen welke stukken je wilde leren. Niets kon dus mis gaan dit keer. En ze leerde snel. Maar na twee jaar wilde ze plotseling niet meer. We merkten dat ze regelmatig weer achter de piano zat en steeds dezelfde stukjes oefende. Gedownload van internet. Partituren van popliedjes. En de gitaarleraar wilde dat ze de techniek verbeterde. Spaanse stukken speelde, want ze kon het toch zo goed. En zo stopte ze met gitaarles. En nu speelt ze weer piano. Zonder leraar. Ze koopt een muziekboek in de winkel bijv. van “Le fabuleux destin d’Amelie Poulin” of van de Corrs of…. Samen met een vriendin treedt ze op, op de grote schoolavond in de Grote Schouwburg. Nu ben ik pas echt de trotse ouder.

Er zijn bedenkingen. Is haar niveau niet zwaar onder de maat? Goed bedoeld amateurisme? Zit er niet veel meer in? Heeft die muziekleraar die haar toonladders wil leren, of Spaanse gitaarstukken eigenlijk niet hartstikke gelijk? Als je dit door vertaalt naar onderwijs, hebben we het hier dan niet over kinderen, die fonetisch gaan spellen? Is de oppervlakkigheid dan niet keukenmeester? Is diepgang en lol echt niet te combineren?

De drang om in het onderwijs iets te veranderen overal en op alle scholen actueel. Scholen willen immers kinderen activeren in hun manier van leren. Ze willen kinderen iets bieden, kinderen boeien en kinderen motiveren. Nieuw leren gaat niet over onderwijs, nieuw leren gaat over leren! 'Nieuw leren' is een besmette term als het over onderwijs gaat: De kinderen leren niets, de docenten doen niets.

Scholen kunnen heel veel leren van mijn dochter. Ze heeft een passie.
Dan gaat leren vanzelf!

vrijdag 18 september 2009

Plaatjes kijken

Thuis deden wij niet aan kunst. Buiten de kerkmuziek dan. En het jaarlijks blijspel van de toneelvereniging.
Van 'gesneden beelden' snap ik niets. Voor mijn achtiende ben ik nooit in een museum geweest. Na mijn achtiende wel, maar toen zag ik niets. En dus ging ik heel lang ook niet meer. Ik las liever boeken. Pas nu leer ik een beetje kijken en waarderen. Jemmy van Hoboken bijv.

Sinds een paar weken ben ik geïntrigeerd door de relatie tussen filosofie (de woorden) en kunst (de beeldende vorm). En dus heb ik een boek (!) gekocht over kunst. 'Eeuwige Schoonheid', van E.H. Gombrich, een eenvoudig standaardwerk over kunsthistorie. Ik heb het al bijna uit. Er staan veel plaatjes in. Ik schiet snel op. Ik kijk er naar, maar zie niks. Soms staat in de tekst wat er op de plaatjes staat. Dan zie ik het ook.

Jaren geleden heb ik vaak de boeken van Maaarten Toonder willen lezen, maar ik werd afgeleid door de plaatjes. Ik las er over, in "Wees blij dat het leven geen zin heeft", van Jaap van Heerde. Een hilarische tekst over het onmogelijke leven van Joost in het doorlopend veranderende kasteel Bommelstein: "Het wordt gaandeweg in één verhaal drastisch verbouwd. Er is werkelijk geen detail dat de overgang naar de volgende aflevering overleeft. Joost is nog niet even naar de keuken geweest om zijn verrukkelijke jachtschotel te halen, of het kleed blijkt gedraaid, er zijn gedurende zijn korte afwezigheid ramen bij gekomen, stijlmeubelen zijn van karakteristiek veranderd, bijzetkrukjes van driepotig vierpotig geworden en er zijn wandversieringen aangebracht. Het moet bij Joost tot grote radeloosheid leiden".

Om 12 uur 's nachts is op radio 4 het hoorspel van Maarten Toonder. Geen plaatjes, alleen tekst. Ik blijf wat langer in de auto zitten. Wat een feest!

vrijdag 11 september 2009

Schaak-marketing

Ik was in een winkel waar ze schaakborden en - stukken verkopen. Ik heb al een schaakbord, maar een winkel die schaakstukken uitstalt, heeft een ononderdrukbare aantrekkingskracht op mij. Jammer genoeg is het niks. De stukken staan wel op het bord, maar niet in de goede opstelling. En het bord ligt fout! Een doodzonde. Daar waar de stukken staan hoort het zwarte vakje links. Als je dat niet weet, kun je net zo goed geen stukken in de etalage zetten. Geen schaker zal ooit iets bij je kopen. Misschien komt een schaker onopvallend even binnen en zet de stukken goed, of legt het bord recht. Omdat hij het niet aan kan zien. Uit eerbied voor het spel. En vooral uit medelijden met het bord. Dan sluipt hij weer weg. Grote kans dat de winkeleigenaar het niet eens merkt.

Willem Vermeend staat in de Volkskrant. Op een foto, achter in zijn tuin. Hij heeft daar een groot schaakbord aangelegd. Hij staat tussen de stukken. Willem is een redelijk schaker weet ik. Maar zijn stukken worden op de foto overwoekerd door onkruid! Hij is niet netjes op z'n schaakspel! Hij staat er om te laten zien dat hij schaken leuk vindt. Verder niets. Het verhaal gaat over zijn boodschap.

Ik weet niet eens meer waar het over gaat. Willem had beter moeten weten. Geen schaker zal de boodschap ooit tot zich nemen. Wat een gemiste kans. Wat een blunder!

woensdag 9 september 2009

Rechtvaardigheid of recht?

Nog nagenietend van 'The reader' betrap ik me op een karaktertrek, waarvan ik me eerst even afvraag of het een zwakte of een sterkte is. Maar langzaam trekt een duistere wolk over mijn gemoed: het ziet er slecht voor mij uit!

Wat is het geval? De vrouwelijke hoofdpersoon van de film wordt ervan beschuldigd de aanstichster te zijn geweest van de dood van 50 gevangenen. Het bewijs daarvoor is dat ze een verslag van de gebeurtenis heeft geschreven. Maar dat kan niet, want ze is analfabeet!
De mannelijke hoofdpersoon weet dat. Maar hij zegt er niets over. Niet omdat hij dat niet wil, maar omdat zij zelf toegeeft dat ze het verslag heeft geschreven, en ze dus haar analfabetisme liever geheim houdt dan zichzelf vrij te pleiten. Hij besluit dat haar beslissing voor gaat. Het is het verschil tussen 3 jaar en levenslang.

Sterk van invloed op mijn gemoedstoestand is dat haar mededaders, waarvan dus minstens één de schrijver van het verslag moet zijn, haar opzichtig de schuld geven. En plotseling nestelt er zich in mij een ontembare woede. Het is niet eerlijk! Er is hier geen sprake van rechtvaardigheid, ook al wordt er recht gesproken!

Ik zou dat nooit kunnen. Ik zou haar besluit tot geheimhouding nooit, lees NOOIT, hebben kunnen respecteren. Ik zou ongetwijfeld openlijk of anoniem, rechtstreeks of aan haar advocaat, hebben laten weten dat de veronderstelde dader analfabeet is, en het dus niet gedaan kan hebben! Ik zou mijn woede voorrang geven boven haar wens tot geheimhouding. Mijn rechtvaardigheidsgevoel stellen boven haar schaamte. Mijn ego stellen boven haar muizenpersoonlijkheid!

En tot mijn grote schrik lees ik nu in het boek "leiderschap ontraadseld", van Manfred F.R. Kets dat dat er op wijst dat ik misschien wel hypomanische neigingen heb. En mijn omgeving weet dat natuurlijk al lang! En anders heb ik dat al verraden op mijn blog. Onrechtvaardig? Me hoela!

'Hypomanische neigingen', dat is maar een millimeter verwijderd van dat ik misschien wel een slecht mens ben!

maandag 7 september 2009

Het zinloze bestaan van een dirigent

Heeft een dirigent voor een orkest enige zin? Als kind verbaasde ik me altijd al over die rare zwaaier voor het koor van mijn ouders, en ook later zag ik niet echt waar die druktemaker goed voor is. Natuurlijk: hij heeft het stuk ingestudeerd en geoefend met het koor, en hij verdient daarvoor hulde. Maar die kan hij ook na afloop krijgen in een praatje van de voorzitter, daarvoor hoeft hij niet steeds in het blikveld te staan.

Later veranderde ik van mening. In een spelprogramma moesten kandidaten een orkest dirigeren. De orkestleden deden het voorkomen alsof ze alleen maar begonnen te spelen, als de dirigent dat aangaf. En de dirigent bleek dus degene die het orkest laat spelen. Ik was diep onder de indruk.

Deze week zag ik een interview met Valerie Gergiëv, tijdens het festival in Rotterdam dat zijn naam draagt. Die Gergiëv is een druk baasje. Hij vliegt over de hele wereld van het ene orkest naar het andere om als (gast-)dirigent op te treden. Hij probeert altijd om minstens één keer met het orkest te repeteren. Het komt voor dat dat niet lukt: hij stapt uit het vliegtuig, waarna een snelle auto hem tot voor het orkest brengt. Hij zwaait wat en vliegt weer door. De muziekcritici kunnen toch de invloed van de wereldberoemde dirigent horen. Ik krijg nieuwe twijfels.

Een solist uit het Rotterdams filharmonisch orkest bekent aan de camera, dat hij eigenlijk nooit naar de wereldberoemde dirigent keek toen deze nog de vaste dirigent van het RFO was. Tot de dirigent hem liet weten dat dat wel moet. De solist let daarna intensief op de dirigent, die na afloop aangeeft dat het nu veel beter ging, en dat de uitvoering nu was, zoals de dirigent het zich had voorgesteld.
De Rotterdamse musicus luistert de verbeterde opname thuis af, en legt die naast de oude opnamen, toen hij nog niet naar de dirigent luisterde. Hij ontdekt en hoort geen enkel verschil! Deze beroepsmusicus kan niets horen van de intensievere band tussen musicus en dirigent.

Ik ben verbijsterd.

zondag 6 september 2009

The reader: Mooier dan mooi

Soms kom je iets tegen, waardoor je eigen geblog tot een druppeltje in de oceaan wordt terug gebracht. Tot gepruts in de marge. Tot onbeduidend gewammel. Ik ben naar "The reader" geweest. De Voorlezer in het Nederlands. Woorden schieten tekort om de brille van dit verhaal en van het scenario te duiden.

Wat film en verhaal (en daarmee het boek van de Duitse schrijver Berhard Schlink, dat ik niet heb gelezen) zo briljant maakt is de rijkheid aan thema's. En de speelsheid en terloopsheid waarmee ze an de orde worden gesteld. Terwijl het gewicht ervan, als je ze benoemt, je bijna de nek breekt.

Liefde tussen een jongen van 14 en een oudere vrouw.
Behoefte aan hartstocht zonder liefde.
Hechting en verlaten worden.
Rechtvaardigheid en rechtspraak.
Gerechtigheid en schaamte.
Analfabetisme.
De tweede wereldoorlog.
De inschatting van deelname aan de SS als jeugdige.
Het recht op wraak.
De zelfingenomenheid van de overlevende verdrukte.
Vaders en dochters.

Het zijn maar enkele van de vele thema's.

Ik blog er deemoedig het zwijgen toe.

zaterdag 5 september 2009

Griekenland: God is Busy

In Griekenland zag ik voor het eerst het 'God is Busy' T-Shirt (zie foto). Een bijzondere sensatie.
Ik heb een hekel aan god. Maar ook al deel je die opvatting, het T- shirt dat de duivel (die natuurlijk ook niet bestaat) aanbiedt als alternatief, blijkt toch weer een grensverleggende sensatie voor mijn gereformeerde brein. Mijn spiegelneuronen roeren zich.



God bestaat niet. Ik weet dat er mensen zijn die er anders over denken, maar ik kan met deze gedachte prima uit de voeten. Natuurlijk kun je ook genuanceerd hier over filosoferen. De eerste vraag die je dan moet stellen is: God, wat bedoel je daar precies mee? Want je kunt ook best geloven in een God die niet bestaat, zoals de Zeeuwse Atheïstische dominee Klaas Hendrikse in zijn boekje zo aardig beschrijft.

Het soort God dat niet bestaat is de God van Dawkins' "God als misvatting" (en voordat ik van ongenuanceerdheid wordt beschuldigd: Oh ja, ik ken ook het werkje "Dawkins als misvatting" van Allistair Mc Grath) of de God van Guus Kuijers "Hoe een klein rotgodje God vermoordde". Toch hebben heel veel mensen hun leven besteed met geloven in een dergelijke God, en wat erger is, andere mensen lastig vallen met die opvatting. Of zoals Robert Long ooit zong:
"Men draaft getuigend door elkaar en heeft de oplossing al klaar".
Wat een verspild leven, is een gedachte die ik maar niet kwijt raak. De gedachte ook die ik tegen iedere Jehova getuige bij mij aan de deur mee geef.

In Griekenland waren veel zwartrokken. "Weer een verspild leven", werd een gevleugelde begroeting vanuit de schaakgroep bij het zien van een dergelijke voorbijganger.

Ik durfde het T shirt ondertussen (nog?) niet aan. Ik koos voor het laffe "The only thing that I know is that I know nothing" van Socrates.

Dat nuanceert zelfs mijn opvatting.

dinsdag 1 september 2009

Belangstelling

In Niftrik is een camping. Recht aan de Maas. Hij is ongeveer 100 bij 25 meter en er staan alleen stacaravans. Twaalf naast elkaar. Vaste plaatsen van mensen die daar al 20 jaar komen. In Niftrik is niets te beleven. Op de camping is niets te beleven. Het is er stil en warm, want er is geen schaduw.

Ik zit in een cafe. Tegenover mij zit iemand die vertelt dat hij al 20 jaar naar de camping in Niftrik gaat in de vakantie. Mijn geest griezelt, maar ik verbijt me.
- Wat is er zo leuk aan deze camping?
- Wat doe je daar?
- Waar ga je naar toe vanaf hier?
- Heb je contact met de andere mensen?
- Heb je contact met de mensen in het dorp?
Met enige inspanning verplaats ik me in het referentiekader van deze bijzondere kampeerder.
Hoe meer ik leer van zijn wereld, hoe meer ik me voor kan stellen dat hij dit doet. Ik krijg zowaar enige sympathie voor zijn drijfveren, en voor deze herhalingsvakantie die al 20 jaar duurt. Wat trouwens niet wil zeggen dat ik volgend jaar ook Niftrik overweeg.
Plotseling verbaast mijn gespreksgenoot me met de opmerking:"ik weet wel dat de meeste mensen het niks vinden, saai en zo. En ik snap dat ook wel."
Ik ben betrapt!

"Wat is het geheim van een goede relatie?"
Vertrouwen!
"En als we dat zo goed weten, hoe win je dan vertrouwen?"
Belangstelling!

Belangstelling levert sympathie op, voor de ander, maar ook van de ander voor de belangstellende. Sympathie verandert in vertrouwen. Vertrouwen is de basis voor succesvolle communicatie in een succesvolle relatie.

Natuurlijk!
Het is moeilijk uit te leggen.
Omdat het zo gemakkelijk te begrijpen is.

zaterdag 29 augustus 2009

Bezorgde ouders?

Ik sta met mijn fietsje bij de straat. Ik ben 5 jaar. Zo meteen komt mijn vriendje. Met hem zal ik naar school fietsen, voor de eerste keer. Op mijn doortrapfiets. Ik kan al een beetje achteruit fietsen.

Ik huil. Ik vind het eng. Mijn moeder komt me troosten.
"Ik wil niet naar school"
"Waarom niet?"
"Ik kan niks"
"Dat geeft niet, dat gaan ze je daar leren".

Mijn moeder heeft een optimistische onderwijsvisie. En veel vertrouwen in haar oudste zoon. Zelfs op de eerste dag brengt ze me niet naar school. En dat ondanks het feit dat de school 5 kilometer verderop staat. Ze vertrouwt me toe aan de 8 jarige buurjongen. Het is 1962.

Ben ik verwaarloosd? Hadden mijn ouders uit de ouderlijke macht moeten worden gezet? Misschien had ik geluk: De buren klaagden niet.

We zijn verhuisd. Mijn moeder heeft me verteld, dat ik 's middags uit school niet meer naar de boerderij moet komen, maar naar het nieuwe huis. Het is niet moeilijk. Ik moet bij de kinderwagenfabriek niet de kilometerweg op gaan maar de andere kant uit. En dan steeds rechtdoor. Dan kom ik vanzelf bij het nieuwe huis.
Ik ben 7. Het is nu 1963. Ik kan het niet vinden. En dus fiets ik terug naar school, en daarna naar het oude huis. Een buurmeisje brengt me naar het nieuwe huis. Mijn moeder bedankt haar. Mijn moeder vind mij dom. Het buurmeisje stapt niet naar de kinderbescherming. Is zij ontspoord?

Ik snap het wel. Het verkeer is drukker geworden. De mensen zijn agressiever. Het is allemaal veel gevaarlijker nu. Voordat je weet wordt je kind ontvoerd.

Of zouden de kinderen minder zelfstandig zijn geworden?
Of heb ik geluk gehad dat ik zo zelfstandig ben opgevoed?

vrijdag 28 augustus 2009

Schoolpijn: Eureka!

Kun je terug reizen in de tijd? In films wel. Je gaat in een tijdmachine en dan kom je in de middeleeuwen. Maar kan dat ook echt? En hoe dan? Als kind snapte ik er niets van. Het intrigeerde me mateloos (vooral naar de toekomst reizen trouwens), maar het bleef duister.

Ik heb het vaak uitgelegd gekregen, maar het duurde heel lang voor ik het begreep. Dit hielp: Om terug te gaan in de tijd, moet je sneller reizen dan het licht. Wat ik nu zie, is over een tijdje te zien op de maan. Als ik razendsnel naar de maan reis, (sneller dan het licht zich daar naar toe verplaatst) kan ik het op de maan nog een keer zien.
De beelden van de tweede wereldoorlog zijn nog steeds onderweg. Als ik heel snel er achteraan ga, en ze in haal, kan ik de tweede wereldoorlog zien. Maar zou ik de gang van zaken ook kunnen beïnvloeden? Dat niet, je kunt de lichtbundels zien, maar de handeling is al verdampt. Of niet?

De tijd gaat dus niet achteruit. Films zijn onzin. Zelfs sneller reizen dan het licht werkt niet echt. En kun je dan ook naar de toekomst reizen?

Ik herinner me het gevoel toen ik het wel begreep. Eureka! Ik snap het! Het is één van de mooiste gevoelens die ik ken. Het mooiste is dat je iets gaat snappen, wat je al wel wist. Een soort verdiept gevoel van voldoening: begrijpen. Ik kan het niet goed uitleggen.

En dan: "Er zou een aparte tijd moeten worden uitgevonden voor de tijd van het leren. De tegenwoordige tijd van bezinking bijvoorbeeld. Ik zit hier in de klas en eindelijk begrijp ik het. Nu snap ik het. Mijn hersenen verspreiden zich door mijn lichaam: het bezinkt".

Fantastisch! Zo zou ik het hebben willen zeggen. Zo voelt het. Daniël Pennac is een schrijver, die als kind heel erg zwak was op school. En toch werd hij later leraar. Bovenstaande tekst is van hem. Op bladzijde 47 van het boek: "Schoolpijn" staat het. Zomaar. Opeens.

Daniël, dat is het! Dank je wel!

donderdag 27 augustus 2009

Prakkiseren: Laura in Speelgoedland

Wolfgang is 6. Hij kan goed pianospelen. Overal in Europa treedt hij op en speelt piano. De mensen vinden het prachtig! Een wonderkind! Wat een voorrecht om zoveel talent te hebben. En de kleine Wolfgang vindt het prachtig!
Vader Mozart buit de talenten van z'n zoontje uit. Zuslief van 8 moet ook mee. Rochelend van de astma ligt ze in diverse wereldsteden in bed, overgeleverd aan de grillen van haar vader. Of van haar broertje?

De minister is 54. Hij wil dat Nederland een kennisland is en dat het onderwijs excelleert. Nog liever wil hij dat mensen hun talenten benutten en Nederland overal op de kaart zetten. Hadden we maar veel wonderkinderen!

Vader Polgar is 35. Hij walgt van het onderwijssysteem. Hij heeft 3 dochters, die helemaal niet zoveel tijd nodig hebben om te leren. Het kan best met minder dan de helft toe. En om dat te bewijzen leert hij zijn kinderen schaken tot het nivo dat ze alle drie bij de top 10 in de (damesschaak-) wereld horen.

Laura is 13. Ze is geboren op een zeilboot. Ze is hoogbegaafd. Ze droomt ervan alleen rond de wereld te zeilen. Iedereen bemoeit zich ermee. Hoe alleen kun je zijn?
De vader van Laura is 50. Zijn dochter kan zeilen. Is zij zijn project? Moet hij uit de ouderlijke macht worden gezet? Zoals Pa Mozart? Zodat we al die muziek nooit hadden gehad? Kunnen anderen daar over oordelen? Als Laura kon pianospelen of schaken, deden de mensen dan ook zo moeilijk? Leven we echt in een speelgoedland?

Als we besluiten dat Laura niet gaat, kunnen we dan net zo goed de kinderbescherming opheffen? Is dat een geweldige verworvenheid of een betuttelende grijsmakende club?

Iedereen heeft er een uitgesproken mening over.
Ik prakkiseer nog wat verder.

zondag 23 augustus 2009

Spiegelneuronen

Ik kan net zo goed tennissen als Roger Federer. Weliswaar bezit ik geen tennisracket, maar als ik Roger zie, tennissen mijn neuronen mee. Dat blijkt uit wetenschapprlijk onderzoek d.m.v. MRI scans.

Veel mensen weten van het fenomeen dat als iemand begint te gapen, anderen mee gaan gapen. Dat blijkt niet alleen voor gapen te gelden, maar voor bijna al ons gedrag. Als we iemand iets zien doen, gaat onze bedrading (de neuronen) ook spontaan aan de slag. Ze 'vuren' alvast, alsof wij dat gedrag ook gaan vertonen. En ze raken daardoor getraind.
Ondertussen begin ik, als ik Roger zie, toch niet onmiddelijk onvervaard te zwaaien. Het bijbehorende gedrag moet ik vanuit een andere hersenhelft nog aansturen. Maar mijn neuronen zijn er klaar voor. Roger is gewaarschuwd!

Dit fenomeen wordt door Joachim Bauer beschreven in een boekwerkje, dat "Waarom ik voel wat jij voelt" heet, met als ondertitel: intuïtie en het geheim van spiegelneuronen.
'Spiegelneuronen' is een vreemde term. Het zijn de gewone neuronen, onderdeel van ons neurologisch systeem, die geactiveerd worden als we bij een ander iets zien. Ze 'spiegelen' als het ware dat gedrag. Maar ze doen dat op een vreemde manier.
Zo heb ik hoogtevrees. Als ik mijn dochter, die geen hoogtevrees heeft, op een hoge toren zie staan, krijg ik spontaan zwetende handen. Mijn hoogtevrees wordt geactiveerd, ook al ben ik veilig beneden. En ik weet dat mijn dochter geen hoogtevrees heeft. Ook hier zijn mijn neuronen actief. En blijkbaar heb ik deze autonome reactie niet onder controle. Mijn krokodillenbrein werkt en ik kan dat niet beïnvloeden. Blijkbaar leggen mijn neuronen het gedrag van mijn dochter uit, binnen mijn referentiekader. Ze tonen hoogtevrees, ook al is dat nergens voor nodig.

Soms, als mijn zoon en verhaal vertelt, over iets wat hij gedaan heeft, weet ik dat hij iets achter houdt. Of ik denk dat te weten. Mijn neuronen zijn dusdanig actief dat er bij mij een gevoel van onbehagen ontstaat. Blijkbaar zendt mijn zoon signalen uit, die mijn neuronen vertellen dat er iets wordt achter gehouden. Ze hebben dat ooit geleerd. Bij doorvragen blijkt dat mijn zoon helemaal niets achter houdt. Hoe komen die neuronen daarbij?
Onze bedrading wordt al in het vroegste stadium van ons leven aangelegd. De eerste levensjaren van ieder kind bepalen hoe de intuïtie wordt ingevuld. Ik kan niet anders dan concluderen: Mijn ouders hielden iets achter. Ik weet ook wat: God bestaat niet.

Ze hebben het me nog steeds niet verteld.

donderdag 20 augustus 2009

Prakkiseren, dichten, filosoferen

Drs. P. is 90 geworden. Dat is een gelegenheid waar (na de Griekse veerboot) best nog een blog aan besteed mag worden. Trouwens, hij daagt daartoe zelf uit: tijd nemen om ergens bij stil te staan. In zijn naar buiten treden bij de feestelijke gelegenheid, brak hij een lans voor het een daarmee verwant woord: 'Prakkiseren'. En terecht!

Prakkiseren, daar is iets mee. Er zijn meer woorden die ook zoiets betekenen:
- Piekeren
- Peinzen
- Denken
- Reflecteren

Er zijn allerlei kleine verschillen tussen deze woorden. Je kunt prakkiseren over een sudoku. Als het leven geen zin heeft kun je net zo goed eens en sudoku oplossen. Je kunt ook over een sudoku piekeren. Als je daar over piekert, moet je er zeker over prakkiseren ermee op te houden.

Peinzen is wat passief. Het is de vraag of het ooit iets op zal leveren. Prakkiseren is meer constructief. Ontspannen en toch doelgericht. Je kunt prakkiseren over de oplossing van iets. Dan komt er vast iets van terecht. Piekeren is een beetje tobberig. En wat klein.
Denken is erg gewoontjes, niet uitdagend. En dus, als je die woorden vergelijkt, dan heeft prakkiseren nog het meest van het meer moderne, om niet te zeggen 'hypende' reflecteren.

In de vakantie vond ik eindelijk waarom dat reflecteren zo hyped. In zijn onvolprezen boek: "Apprendre á vivre', om de een of andere bizarre commerciële reden in het Nederlands vertaald als "Beginnen met filosofie', beschrijft de Franse filosoof en voormalig minister Luc Ferry de weg van de oudheid tot het reflecteren. Van Socrates tot 'verruimd denken'.

Verruimd denken blijkt een vorm van nadenken over het heden te zijn, waar je je volledig op richt. Een manier om je leven zin te geven. De Tao in een westers jasje. Post-Nietscheaanse zingeving. In de boekhandel heet dat nu weer 'mindfulness'. En zo val je van het één in het ander.

Iets om eens over te prakkiseren.

Persvrijheid afschaffen?

Ik sta op gespannen voet met de pers. Niet dat ik iemand ken van de pers, dat niet, maar de eindeloze ongenuanceerdheid maakt me soms bijna gek. En vandaag is het weer zover.

Zondagavond heeft studio voetbal Co Adriaanse uitgenodigd. Een gerichte actie om nieuws te creëren. Want Co gaat iets zeggen, maakt niet uit wat. Co (irrelevant, maar toch: in mijn ogen een uitstekende trainer, of misschien beter: een uitstekende onderwijzer), zegt inderdaad wat. Over Ajax natuurlijk en daarmee over Jol, vast en zeker ook een goede trainer. De gasten van studio voetbal dollen een beetje,roepen wat door elkaar, de eindtune is daar, en het scherm was weer gevuld. Ik heb het niet gezien. Zoals veel meer mensen. Een scheet in de eeuwigheid. Irrelevant geneuzel.

Toch blijk ik me niet aan het gebeurde te kunnen onttrekken. Omdat er natuurlijk wel brood op de plank moet blijven togen de heren (en dames(?!), ik ken alleen Barabara Barend in deze sportwereld) persmuskieten in optocht naar Dhr. Jol. Wat hij vindt van de uitspraken van Dhr Adriaanse? Let op de aanspreektitels. Het verscholen 'gniffel-gniffel-ik -creëer-nieuws-gehalte' is er met lepels vanaf te scheppen.

En Dhr. Jol laat zich (na enig aandringen, dat moet gezegd), uitlokken tot wat sneren aan Dhr. Adriaanse. Hoera! Kunnen we zondag weer verder.

En zo is iets, wat eerst uitdrukkelijk niets was, nu nieuws geworden. Het nieuws creërende mechanisme is dagelijks herkenbaar. Als Ajax nu ook nog verliest, heet het volgende week een rel.

Allemaal dankzij de onvolprezen persvrijheid! Afschaffen!

woensdag 19 augustus 2009

Griekenland: De Veerboot

Wie van Therme naar Agios Kirikos wil kan met de bus gaan. Zeker even aantrekkelijk is de boot. Tussen ongeveer 08.00 uur en 13.00 uur en 17.00 uur en 21.30 vaart er een 'heen en weer'. Tijdstippen doen exactheid verwachten de er niet is. Evenmin als een regelmatige frequentie. De boot is als de bus: hij vaart als er passagiers zijn.

De veerman is een man van tussen de 60 en 80 jaar. Zijn getekende gezicht straalt een mengeling van autoriteit, vanzelfsprekendheid, verveling en minachting uit. Hij is de veerboot. Dit is Ikaria. Wij zijn de toeristen. Hij wil zoveel mogelijk en voldoende passagiers.

Voldoende blijkt een dagelijks wisselende subjectieve maat. Als het aantal passagiers hem niet aan staan stiet hij vreselijke kreten uit, die de nietsvermoedende baders op het minuscule strandje van Therme doen opschrikken. Het klinkt als: Ojáájooo, Ojáájooooh.

We kunnen niet bedenken wat hij aanduidt. Agios Kirikos, het doel van de 10 minuten durende trip, klinkt zelfs in het Grieks heel anders. Z'n kreten maken aan de wal ook geen enkele indruk. De badgasten kijken op, maar bewegen niet.

Soms vaart hij onverrichter zake af. Even daarna sloft een oud vrouwtje de pier op, aan wie al deze kreten blijkbaar zijn ontgaan. De boot keert zonder morren terug en haalt haar op. Zonder rancune, voor dezelfde ene euro, die het tochtje ook kost voor de anderen.

De tijd op de boot nodigt uit tot prakkiseren, een activiteit, aanbevolen door Heinz Pelzer, Drs. P. gevangen in dat prachtige woord, het woord dat hij aanbeveelt aan ons aller aandacht.

De prachtige Griekse boottocht, langs hoge rotsen, een kerkje en een baai waar zwemmers zich in het paradijs wanen, is een hommage aan de schrijver van de bekendste veerboottocht in Nederland: heen en weer. Heinz zou in Griekenland gelukkig zijn, de veerman trots op hem.

dinsdag 18 augustus 2009

Kunst en Filosofie

Carice van Houten is bij zomergasten.

'Das leben der anderen' zegt ze, is de beste film van de laatste tien jaar. Ze deelt een scene met ons. De Stasi-spion leent een dichtbundel van zijn doelwit. En hij komt tot inkeer. Kunst kan de wereld veranderen.

Carice begrijpt dat: Stasi-agent, dat is het toppunt van eenzaamheid. Al spionerend, krijgt hij gevoel voor het leven van anderen. Hij voelt de warmte in wat hij ziet en leest! Wat zou het mooi zijn als het zo was.

De presentatrice, Margriet van der Linden, fileert deze optimistische levensvisie: onrealistisch, denk je dat echt?
Carice weet het niet, maar het voelt voor haar goed. Elke keer als Margriet het gevoel op de schop neemt, levert Carice haar standpunt in. Nou ja... Ik weet het niet....
Je ziet het aan haar: het is te teer om te betasten, dan breekt het. Laat maar. Je snapt het toch niet.

De ratio is niet alles. Ik besta niet omdat ik denk. In weerwil van wat sommige filosofen beweerd hebben. Zowat alle belangrijke filosofen, te beginnen bij Kant, hebben zich intensief met kunst ingelaten.
F. vande Veire zette van veertien van hen de kunstopvatting uitvoerig uiteen. "Als in een donkere spiegel". Kant, Schiller, Schelling, Hölderlin, Hegel, Nietzsche, Heidegger, Benjamin, Bataille, Adorno, Blanchot, Freud, Lacan en Derrida.

Carice kan zo in dit rijtje.

zondag 16 augustus 2009

Vakantie: Voorbij jammer genoeg

Dorst.
Voorbij maar niet verzadigd.
Ik heb alleen meer dorst gekregen:

Luc Ferry,
Nietsche,
Heidegger.
Kuijer: Heidegger schijnt te denken dat.....

Kunst,
Kunst en filosofie,
Hedendaagse filosofen,
Kunstgeschiedenis.

Meer, meer, meer.
Weten, denken, zoeken.
Geen tijd om dood te gaan.

woensdag 12 augustus 2009

Griekenland: de organisatie

Het is heet die dag, heel heet, de dag dat het toernooi begint. De speelzaal ligt op een berghelling. De zon staat pal op de ramen. Binnen is het tussen de 40 en de 50 graden. Van niemand zou je verwachten dat hij daar in gaat zitten, ook niet van de organisatie.

"The rythme of life at Ikaria is slow, life is relatively cheap. The motto is "relax and enjoy". For the newcomer this might seem strange and even e bit annoying but as long as you get used to it you start to enjoy it!"

De aankondiging en waarschuwing in de persoonlijke brief van de organisatie waren achteraf luid en duidelijk. Er is natuurlijk wel een goed verstaander nodig.

De inschrijfbalie is er nog niet. Of misschien verplaatst. Maar waar heen? Ongeveer 100 schakers hangen voor de speelzaal rond. Wachtend op een berichtje.

Plotseling is er paniek. Er is een indeling! Een schema, wie tegen wie speelt! Maar ik sta er niet op! Honderd anderen ook niet trouwens! De toernooidirecteur ziet meer mensen dan verwacht.
- Heeft u dan niet ingeschreven bij het raam aan de zijkant van het gebouw?
- Oooh, was het daar?

Er vormt zich een rij. Slow. Relax and enjoy. Er komt straks een nieuwe indeling. We gaan zo beginnen. De zon is achter de bergen gezakt. Het was ook te warm om te schaken. Je kunt net zo goed wat later beginnen.

Het is half één als we 's nachts een restaurant zoeken. Een aardige bewoonster van het eiland wil nog wel iets maken.

"Ikarians are very friendly and the same applies for the atmosphere of the tournament. We have aquired some very loyal friends during these years. The best reward for us is when they return to the island or when they recommend the tournament to others"

Ik zou het doen. De zin van het leven krijgt een nieuwe dimensie.

zaterdag 8 augustus 2009

Vakantie: voorbij gelukkig!

Straks ga ik weer aan het werk. Ik vrees de dag. Niet omdat ik niet wil werken, maar vanwege de vraag: "en, hoe was je vakantie?". Al jaren zie ik op tegen deze vraag. Want ik moet vooral zeggen dat ik ben uitgerust. Door niets te doen. En ik heb geschaakt en heb gelezen en mijn hersenen ingespannen.

En nu? Ik blijk gelijk te hebben.

"Het idee dat de mens afleiding moet zoeken om gelukkig te zijn lijkt me een misverstand. (...) De reisindustrie leeft van het idee dat je opknapt van 'lekker' niets doen in een paradijselijke omgeving. De reisbazen weten natuurlijk best dat ze de zaak belazeren: uit het aantal klachten en vooral de aard van de klachten, kunnen ze opmaken dat hun cliëntele overspannen en zenuwziek uit hun paradijzen huiswaarts keert. Dat komt omdat de hersenen het concept vakantie niet snappen. Ze willen iets te doen hebben, ergens op gericht zijn.

De mens die afleiding zoekt verwacht dat hij door iets of iemand wordt geamuseerd en geeft daarmee zijn lot uit handen. Hij wil zonder inspanning gelukkig zijn. Hij wil zijn hersenen op non-actief stellen, maar dat kunnen ze niet! Vandaar dat in die verre paradijzen er ontzaglijk wordt gezopen".

"De enige taak van het onderwijs is kinderen een passie te bezorgen"

Deze blog is bijna volledig gejat. Uit mijn vakantieboek: Hoe word ik gelukkig? Een zelfhulpboek van Guus Kuijer. De man die ook zag "hoe een klein rotgodje God vermoordde" en de minachting voor het kind zag.

Het is een boek dat aangeeft dat we we vooral niet teveel naar onszelf moeten zoeken, zoals in veel therapieën wordt aangegeven. "Het is een nutteloze zoektocht naar niets, die dan ook eindeloos voortduurt".

'Voorbij gelukkig' dus. Een provocerend standpunt dat om discussie vraagt. Na het lezen van het boek, kan Guus op mijn sympathie in ieder geval rekenen!

vrijdag 7 augustus 2009

Moreel dilemma

Terug van vakantie heb ik elk jaar weer dat spannende gevoel, die tinteling: zou er iets gebeurd zijn? Elk jaar opnieuw hoop of verwacht ik op de één of andere manier dat er iets gebeurd is in dit land, of misschien in de wereld, iets dat ik op een vreselijke manier heb gemist! Fantastisch lijkt me dat! Niveau Twin-towers bij voorkeur!

Ik sneup alle kranten door, onbewust op zoek naar dat bericht dat het nieuws van de maand is of kan worden. Maar langzaam dringt het ook dit keer tot mijn brein door: weer niets.

Aarzelend zet ik dan voor de eerste keer de TV weer aan. De komkommertijd stort herhalingen en quizen over mij uit. En Abraham Moskowitz. Hij blijkt het op te nemen voor de Hells Angels. Hun aanvoerder is een groot onrecht aangedaan. Ten onrechte beschuldigd van afpersing en moord! Brodeloos geworden als portier van Yab Yum, de integere organisatie, die in deze onrechtvaardige mallemolen is mee gesleurd. Resultaat van al deze onrechtvaardigheid.
En bovendien is de vredelievende vriendengroep in de samenleving zwart afgeschilderd als zijnde onmensen en moordenaars. Twee maanden onterecht in een cel! Vreselijk! De schadevergoeding moet hoog zijn!

Ik zap door. Een biologische boer heeft bezoek van iemand van het ministerie van landbouw. Zijn te-dikke-mest (die van de koeien van de biologische boer bedoel ik dan), blijkt niet in de verplichte injectiestrontkar te passen. In onderling overleg besluiten boer en ministerie, dat het algemeen geldende mestuitrijverbod voor deze boer zal worden aangepast en bijgepunt. Een investering van € 50.000 door de boer. Het ministerie draagt niets bij, want het toestaan van deze godspe, buiten de regels om, is natuurlijk al een bijzondere en enorme bijdrage.

Helaas blijkt de plaatselijke hondenwachter, annex buurtagent niet op de hoogte gebracht van de afspraak tussen boer en ministerie. En dus wordt de boer toch bekeurd en veroordeeld! Drie jaar en 5 rechtzaken later komt de minister zelf op bezoek en komt het alsnog goed. Misschien iets voor een schadevergoeding?? Moskowitz blijkt in geen velden of wegen te bekennen.

In Engeland wint een mevrouw een rechtzaak tegen de staat, waarin ze bedingt dat ze zelf een einde aan haar leven mag maken als ze haar MS ondraaglijk vindt geworden. Iemand mag haar daar bij bijstaan, zonder te worden gestraft.
Bij mij in de straat ondertussen, is een getrouwd echtpaar waarvan beide leden lijden aan MS. Ze willen een kind. Kan dat?
Moet je liefde beslist met een kind worden 'bekroond'?
Kun je ook zonder deze aanwas gelukkig zijn samen?
Daar waar de één de dood af dwingt, zetten anderen een kind op de wereld, dat straks, als het bewustzijn daar is, de doodsbeslissing nauwelijks kan ontwijken.

Iets voor Dhr Moskowitz? Wel of geen kinderen? Moreel verantwoord of juist verwerpelijk? Misschien aanklagen als overbelasting van het gezondheidsaparaat bij voorbaat?

Kijk dat zou nou in de krant kunnen staan. Maar daarvoor is de komkommer te dun.

donderdag 23 juli 2009

Griekenland: de bus

Ik zit op een terrasje voor een Grieks ontbijt. Vier plakjes stokbrood en wat honing, gecombineerd met uitzicht op een azuurblauwe zee. Als ik mijn ontbijt bijna op heb komt de bus. De bus is groen. Een plaatje met een 'A' erop doet vermoeden dat ooit Oostenrijk een basis voor deze bus is geweest. Of misschien de geboortegrond.

Een reisje met deze bus is één van de geneugten van Ikaria. De chauffeur is een sportieve 40-er. Zijn zwetende kaalgeschoren hoofd, zijn armen met enorme spierbundels en sportschoenen onder een korte broek, maken dat zijn deskundigheid als chauffeur niet ter discussie staat. De haarspeldbochten verzetten zich niet als hij voorbij komt.

De bus is volgens zijn inzichten en smaak ingericht. Boven de grote voorruit zijn meerdere vaandels en een vlag aangebracht, die verraden dat Olympiakos Piraeus het hart van deze chauffeur heeft gestolen. Daarnaast zijn met punaises meerdere biljetten van 1 dollar opgeprikt, naast één biljet van 20 euro. Er staat niets bij. Conclusies zijn voor eigen rekening. Een rozenkranskettinkje en een mobile vervolmaken het interieur van de bus. Uit de luidsprekers klinkt Griekse muziek.

Er rijden meerdere bussen op Ikaria. Er is geen dienstregeling. De bussen gaan waar de mensen gaan, op de momenten dat de mensen dat willen. Er zijn geen haltes. De bus stopt als je er in wilt, of er uit.

De bus brengt me naar het toernooi. En weer terug. De chauffeur wacht even als nog niet iedereen er is. Het is rustig. Het is Grieks. Misschien komt de bus morgen weer.

woensdag 22 juli 2009

Griekenland: Bananensap

Het is warm in Athene. Maar niet te warm. Warmkijkers hebben me gewaarschuwd dat dit niet de tijd is om de Griekse hoofdstad te bezoeken. Een fris windje zet deze warmkijkers definitief buitenspel. En als Nederlander moet je toch voor 1 januari het Akropolismuseum hebben bezocht. Eén euro! Waar doen ze het van.

Overnachten in een airco-geklimatiseerde kamer maakt het allemaal dragelijk. Slechts één ervaring zal ik niet licht vergeten. Onverwacht en onverhoeds, slaperig bij het ontbijt, werd ik geconfronteerd met een voor mij geheel nieuwe ervaring. Nooit gezien bij de C 1000. Voor mij nu defintief "The Greek Connection".

Bananensap bij het ontbijt.

woensdag 8 juli 2009

Vakantieschaak

Het is zover. De weken waarin we de rest van ons leven gaan goed maken, staan weer voor de deur. Vanmiddag nog probeerde ik genuanceerd te zijn, nu kan ik mijn gekste ik de vrije loop laten. Mijn omgeving lijkt er het hele jaar naar te hebben uitgekeken, en toch zie ik mensen gaan als met de staart tussen de benen. Waar moet ik heen? Wat moet ik al die tijd?



Bron: lezersenboeken.blogspot.com

Ik persoonlijk heb gelukkig geen probleem. Aangezien het allemaal niet zoveel zin heeft, ga ik iets doen wat alleen in zichzelf zin heeft: ik ga mee doen aan een schaaktoernooi. Vroeger was dat vooral leuk omdat ik een beetje kon schaken. Tegenwoordig moet de locatie van het toernooi de moed er in houden. De oneindige angst om ooit met 0 uit 9 voor paal te staan neemt al onmetelijker vormen aan. Maar Griekenland, in het bijzonder Ikaria, waar de grote Ikarus vanwege zijn hoogmoed werd gestraft, lijkt een passende locatie voor een schaker op retour.

Als ik van mijn plannen vertel, als antwoord op de obligate vraag:"en waar ga jij naar toe?", zie ik mijn gesprekspartners meewarig schrikken. Interessant en onmogelijk tegelijk. Het gezonde verstand vaart meestal ook meteen uit het hoofd: "Is dat internationaal?"

Elke keer moet ik me weer inhouden. Fatsoenljik blijven. Hoezo stomme vraag? Stomme vragen bestaan niet, alleen domme antwoorden. ..... Glimlach.

Vanmorgen mocht ik dat nog niet zeggen. Maar nu schreeuw ik het uit: "Nee schat, het Overijssels kampioenschap wordt dit jaar op Ikaria gehouden!" Nou goed?

vrijdag 26 juni 2009

Basiskennis

Michael Jackson is dood. Nou heb ik geen bijzondere band met Michael. Ik vind z'n muziek voor het merendeel wel aardig. Ik heb niks tegen Michael, maar ik laat verder geen traan om z'n dood. Ik erger me wel aan het circus er om heen. En aan de onzin.

Op TV zie ik nu ieder uur dat hij een baby van het balkon houdt. Blijkbaar boven een diepte. En steeds weer spreekt er iemand schande van. Conclusies, conclusies. Wat zien we precies?

Jackson heeft een kind vast, op een bijzonder ongelukkige manier. Hij houdt het kind voor zich met één arm onder een armpje door, en één arm om het kind heen op de borst. Het kind heeft een doek over het hoofd en kan niets zien. Dan houdt hij het kind naar voren, over de rand van het balkon. Daarna gaat hij weer naar binnen.

Vraag: gebeurt hier iets? Of eventueel: gebeurt hier iets ergs? Het antwoord is alleen te geven als je iets weet. Maar niemand schijnt basiskennis te hebben. En niemand ziet wat er gebeurt. Maar er is wel een oordeel: "Vreselijk"!

Vraag is natuurlijk: Voor wie is het dan vreselijk?

Hypothese 1: Voor het kind.
Op het filmpje is niet te zien hoe hoog het balkon is. Maar dat doet er ook niet toe. Het kind heeft een doek over het hoofd en kan niets zien. Maar ook al zou het kind wel iets zien, dan is dat irrelevant. Kinderen van de zeer jonge leeftijd, die Michael daar laat zien, kunnen nauwelijks diepte zien. Er zijn erg veel experimenten gedaan met glazen tafels, waar kinderen op kruipen. De angst voor de diepte ontstaat pas na enkele jaren. Jongere kinderen gaan zo van de massieve tafel op het glas. Daarom kieperen ze ook zo van de commode. Angst voor diepte bestaat op die leeftijd niet!

Hypothese 2: Voor het publiek
De mensen die toe kijken of die het tafereel filmen, gaan er blijkbaar van uit dat Michael dit doet om te laten zien dat hij dit durft, en dat hij het kind misschien wel zou kunnen laten vallen. Of hij drijgt daar impliciet mee. Suspicion in het echte leven! Maar Michael houdt het kind vast geklemd onder z'n handen en de scene duurt maar kort. Michael is zich van geen kwaad bewust.

Hypothese 3: voor Michael Jackson.
En hier raken we de kern van de zaak. We zien een buitengewoon onhandige vader, die niet eens weet hoe hij een kind moet vast houden. Het spartelende kind heeft het overduidelijk niet naar de zin. Maar de in vervreemding en zonder ouderschapsliefde of natuurlijke omgeving (van vrienden met kleine kinderen) opgegroeide Jackson, weet niet eens hoe hij een kind moet vast houden. Hij heeft dat nooit geleerd, noch van vrienden, noch van familie.

Als je langer blijft kijken blijkt dat er nog veel meer filmpjes voorbij komen, waarin Michael laat zien dat hij erg onhandig is met kinderen, zeker als het gaat om vasthouden. En onhandig is geen eufemisme voor misbruik.

De scene speelt een sleutelrol bij de beoordelaars van Jacksen. Jammer dat het hen aan basale observatie en basale psychologische kennis ontbreekt!

zaterdag 20 juni 2009

Autobiografisch perspectief

Op een muurtje bij een school zit een man. Hij is leraar. Aan een verder onzichtbare interviewer vertelt hij z'n levensverhaal. Zijn vader werkte in de mijnen. Die droomde van een zoon, die het verder zou schoppen dan hij. En het is gelukt! Wat zou vader trots zijn geweest! Z'n stoflongen maakten dat hij het niet mee heeft mogen maken. Maar de herinnering was en is voldoende motivatie. Monsieur Georges Lopez pinkt een traan weg.

Het is een scene uit 'etre et avoir', een film over een Franse plattelandsschool, waarvan mr. Lopez de enige leerkracht is. Het is de mooiste illustratie die ik ken van "het autobiografisch perspectief". Hoe wordt je tot wat je bent? Welke invloeden zijn cruciaal? Welke rol speelt je fysieke omgeving? De vraag opvoeding of erfelijkheid heeft zijn eigen antwoord in ieders eigen leven en opvatting.

Met vrienden hebben we daar iets op gevonden. We stellen ieder onze eigen autobiografische fietstocht samen en leiden de anderen rond in onze jeugd. Het is een prachtig, ontspannen, hilarisch en intiem gebeuren. Het toont de ingrediënten van hoe je bent geworden tot wat je bent. Het toont het gevecht naar zelfstandigheid, de worsteling om los te komen van je ouders, de liefde voor die ouders en voor je geboortegrond.

De fietstochten roepen verhalen op. Terug in je dorp of stad komen de herinneringen boven en vallen elementen van het leven op hun plaats. Het is voor de één een verbazingwekkende ervaring hoe alles is veranderd, voor de ander een bijna therapeutische ervaring.

Er is maar één voorwaarde: Je moet wel durven!

donderdag 18 juni 2009

Organoleptische kwaliteiten

Ik heb een klacht ingediend. Dat is eigenlijk niets voor mij. Ik neem het leven zoals het komt, maar soms komt het tot een klacht. Een pak cornflakes dat ik 's morgens open maakt bevatte niet de reguliere nette vacuüm verpakte zak, maar een open zak, waaruit de losse cornflake-jes mij al enthousiast tegemoet holden. Samen met de verkoopdatum heb ik Dhr Kellog op de hoogte gebracht van dit incident.

Niet dat ik daar veel van verwachtte. Ooit zag ik op TV in de jaren 70 dat een verstokte shaggroker de harde stukjes uit zijn losse shag had verzameld en toen hij een hele buidel bij elkaar had gespaard , deze als klacht naar het Groningse Niemeijer stuurde. Als dank kreeg hij een brief met daarin de boodschap, dat ze op de fabriek nog veel meer van die harde stukken hadden en thuis kreeg hij een mud harde stukjes toegestuurd.

Echter Dhr Kellog staat een klantvriendelijker beleid voor. In een keurige brief word ik op de hoogte gebracht van het feit dat "met de verpakkingsverantwoordelijke contact is opgenomen, en dat een tijdelijke storing van de afsluitingsmachine de oorzaak is van het incident".

Ik ben opgelucht dat te weten. De brief gaat echter qua service nog verder. Vermeld wordt dat "dit mogelijk zou kunnen verklaren waarom het product eventueel volledig of gedeeltelijk zijn organoleptische kwaliteiten heeft verloren".
Ik ben diep onder de indruk. Dat is wat ik miste aan mijn cornflakes! De organoleptische kwaliteiten! Gelukkig heeft Dhr Kellog mij twee dozen vol organoleptische kwaliteitscornflakes van een volledig andere smaak doen toekomen. Commercieel slim en voor mij tevredenstellend.

Hulde!

dinsdag 16 juni 2009

Onderzoek

Als ik het herentoilet binnen kom, zijn er drie deuren. Geen van de drie deuren herbergt een urinoir, dat weet ik inmiddels. En terecht. Een urinoir achter een deur is net als een dichtgetimmerd raam. Een man in een urinoir hoor je te zien. In de meest letterlijke en spetterende zinnen van die woorden.

Als ik binnen kom kan ik kiezen. Ik kies bijna altijd de rechter deur. Maar soms ook wel eens de deur aan de linkerkant. Bijna nooit kies ik de middelste deur. Eén keer koos ik 's middags om één uur de linkerdeur. De WC eend van de schoonmaakster van de vorige dag was nog niet één keer door gespoeld. Links is dus niet populair! Of er is die dag nog niemand geweest.

Elke keer als het moment van keuze daar is, heb ik de bijna onbedwingbare behoefte eens een onderzoek te doen naar het keuzegedrag van de toiletbezoeker. En waarom ook niet. Er wordt dagelijks wel aan mij gerapporteerd over één of ander onbelangrijke vondst. Dus ook ik heb zo m'n onderzoeksbehoeften:
Welk toilet is het populairst?
Hoe liggen de verhoudingen tussen de toiletten?
Wat zijn motieven van de toiletbezoekers om de deur te kiezen, die ze uiteindelijk nemen?

In het aangrenzende damestoilet zijn ook drie deuren. Hebben dames hetzelfde keuzepatroon en -gedrag als mannen? Zo niet, wat zijn dan de wezenlijke verschillen in drijfveren?

Ik zou gemakkelijk een hele dag turvend kunnen doorbrengen in het toilet. Aansluitend interviews doen. Maar dat kost natuurlijk veel te veel tijd. Alternatief is dat ik een turflijst neer leg en mensen vraag aan te geven naar welk toilet ze zijn geweest. Probleem is dat dan mijn psychologenachtergrond weer de kop op steekt. Een dergelijke lijst is vast van invloed op het keuzegedrag. En zelfs als ik kans zou zien mensen te vragen dat achteraf te doen, zou het van invloed zijn op de volgende keer. Het hele toiletkeuzegedrag is dus een bijna ononderzoekbaar fenomeen.

Je moet je zelfs afvragen of het in de openbaarheid brengen van deze vraagstelling al niet de hele vraagstelling definitief bederft. Jammer. De zinloosheid van het onderzoek is zo aangrijpend, dat ik me bijna niet meer kan bedwingen.

Jammer dat alles zin moet hebben.