zaterdag 31 oktober 2009

Kinderverdriet

Ik zit in de eerste klas. We doen een spelletje. Een van de kinderen moet (mag) naar de gang. Samen met de juf spreken we een liedje af, dat we zo meteen, als de gangganger terug is gaan klappen. Zij moet dan raden welk liedje het is.

Ik doe dapper mee. Eerst klappen we het liedje met twee vingers. Als de gangrader het dan nog niet weet, klappen we het liedje met de hele hand. Dat is wat luider, en daarmee gemakkelijker. Tenminste dat zal wel de gedachte van de juf zijn.

Even tussendoor: Dat die gedachte niet zo gek is merk ik 30 jaar later tijdens mijn huwelijksreis. Ik mag logeren in een huis van een Portugese collega in Sintra. Het huis staat prachtig op een berghelling, met uitzicht op het dal. De buurman is een Portugese schaapherder op leeftijd. Als ik langs zijn huis kom begint hij een verhaal waarvan ik niets begrijp. Portugees is niet een taal die je spontaan verstaat. Als ik iets brom van 'Non Comprendo, non Comprendo', herhaalt hij dezelfde tekst, maar nu veel luider. Hij is dus op de hoogte van de opvattingen van de juf uit Gorredijk.

Nadat we het liedje geklapt hebben, weet de slome rader het nog niet. Nu neuriën we het liedje. En inderdaad: hij weet het! "Altijd is Kortjakje ziek". Goed gedaan!

Het is bijna zomervakantie.
- "Wie is er nog nooit op de gang geweest?"
Ik steek voorzichtig mijn vinger op en blijk de enige. Onopvallend gedrag gaat aan iedere leerkracht voorbij. Eenmaal op de gang ben ik er van overtuigd, dat het mij gaat lukken. Mijn ego heeft geen aandacht nodig. Vol zelfvertrouwen stap ik de klas weer binnen.
Na het klappen met twee vingers, het klappen met de hele hand en het neuriën heb ik nog steeds geen idee. En als de kinderen dan het liedje maar zingen, weet ik nog steeds niet wat het is. Ik heb het hele liedje nog nooit eerder gehoord!

maandag 26 oktober 2009

Taalachterstand

Als jongen van een jaar of 14 droomde ik ervan met een zeemeermin te trouwen. Mijn hormonen gloeiden bij de aanblik van zoveel vissige vrouwelijkheid. Ik weet het nog heel zeker.
Toch heb ik geen idee hoe ik weet dat er zeemeerminnen bestaan. Maar ik vond ze altijd heel erg mooi. En lief. En reflectief. Al wist ik dat toen nog niet.

Het is er nooit van gekomen. Zeemeerminnen schijnen niet echt te bestaan. En het valt, voor zover ik kan nagaan, ook niet mee je met een zeemeermin voort te planten. Misschien schieten ze kuit, maar aan mijn bijdrage zie ik ze niet veel hebben. Of misschien dat inslikken in zeemeerminstad wel helpt.

Vrijdag stond ik na jaren weer eens oog in oog met een zeemeermin. In de Efteling. Naast mij stonden een (te) jonge vader en moeder met hun zoon van twee. Apetrots was pa, dat zag je zo. Z'n matje wipte trots op en neer in de nek, boven z'n trainingsjack van Adidas. En moeder stond onzichtbaar te zijn achter de buggy. Neusringetje glinsterend in de herfstzon.
- 'Kijk een vis', zei het jongetje. En vader bevestigde dat: "ja een vis!"
Het gesprek werd drie keer herhaald. Geen taalverrijking, Geen toegevoegde waarde. Drie keer hetzelfde gesprek. Als een plaat met een kras. Het woord zeemeermin viel niet. Jammer.

Wie weet welke prachtige belevenis deze zoon wordt onthouden.

zaterdag 24 oktober 2009

Bijna gestopt

Als schaker ben ik echt een stakker,
als speler vrij beperkt.
Mijn talent wordt maar niet wakker,
alsof mijn brein niet werkt.
Mijn rating laat zich raden:
Ik zet op kronkelpaden.

Mijn geest perst zich in 16 stukken,
het paard springt uit de ban.
Het moet toch ooit eens lukken,
jij zegt dat ik het beter kan!
Ik heb helaas geen zelfvertrouwen.
Je moet wel erg veel van me houen.

woensdag 21 oktober 2009

Hardlopen

De ochtendlucht is prachtig. De zon schijnt. De kleuren zijn de beloning voor mijn moed. De wind is aangenaam. Ik loop weer! Na een jaar achillespeesleed hol ik voorzichtig door de lokale dreven. Het is fris. Het is feest!

Mijn ademhaling gaat zwaar. Het zweet gutst al na 5 minuten.
- "Dat is te snel".
Mijn hoofd probeert de benen te vertellen dat ze niet meer willen.
Ik leg de stem het zwijgen op:
- "Zit niet te zeuren, wees blij dat je weer buiten bent".
Blijkbaar ben ik ben niet overtuigend, want ze blijft jeremiëren.
- "Ga nou wat langzamer".
Ik haat haar. Ik denk aan gelukkige loopmomenten. Dartel passeer ik het drie kilometerpunt.
- "Zie je wel dat het goed gaat?"

Ze vestigt de aandacht op mijn achillespees:
- "Volgens mij doet het pijn".
- "Onzin, dat zit allemaal tussen jouw oren".

Het blijft even stil. Ik geniet. De laatste kilometer.
- "Dat kan best in 5 minuten"
- "Zeik nou niet, wees blij dat je weer loopt, het hoeft niet harder".
Ik doe het toch. Iedere tweehonderd meter stiekem even kijken of het lukt.
Nog sneller.
- "Doe dat nou nie-iet".

De benen luisteren niet. 5.15 over de laatste kilometer.
- "Valt toch tegen".
- "Zeikerd"

Heerlijk!

dinsdag 20 oktober 2009

Tijdverspilling?

Er scheurt een gehandicapte voorbij.
Achter op haar scootmobiel zit een rollater met dikke banden.

Terwijl ik deze tekst proef als verwoording van mijn beeld, kijk ik haar na. Als het fietsersstoplicht op groen springt, perst ze zich tussen trottoirband en de achterste fietsers, om als tweede aan de overkant te zijn. Na nog een halsbrekende manoeuvre ligt ze op kop van het peletonnetje dat zojuist nog voor het stoplicht stond.

De vrijheid lonkt. De ruimte ligt voor haar. Haar bos krulhaar wappert in de wind. Haar turquoise windjack steekt fel af tegen de grijze fietsers.

Ik word gewaakt door een claxon. Mijn groene licht springt op oranje.
De man achter mij is not amused. Ik heb mijn tijd verspild.

maandag 12 oktober 2009

Lezen en gelezen worden

Gisteren wat gesurfd over blogs,
Moedeloos en triest.

Handpoppen en breiwerken,
Boeken en boeken;
Praten tegen niemand:
Verbeelding.

Niets uitleggen.
Alles heeft een dubbele bodem.
Een Drosteffect.

donderdag 8 oktober 2009

Beelden en woorden

Woorden, woorden, woorden. Mijn blog is armoe troef, als je kijkt vanuit het oogpunt van meervoudige intelligentie. Daarom volg ik 'Joo-expo'. Daar kan ik pas wat van leren.

Met haar toestemming :

Stil

er is luisteren en er is horen
er is kijken en er is zien
er is praten en er is spreken

vaak luister je, toch hoor je niks
kijk je en zie je niks
praat je maar zeg je niks

stille woorden
sprekende beelden



Ik voel me trots dat ik dit mag publiceren. Ik ben jaloers op haar vermogen tot beelden. Ik oefen elke dag. Soms is jaloezie een buitengewoon productieve en bevredigende emotie.

Voor mij zijn beelden als schimmen in mijn wereld van woorden.
Als ik m'n best doe zie ik soms al wat.

maandag 5 oktober 2009

Onderzoeksdilemma (2)

Mijn oma is verkracht. Niet echt hoor. Het is al een rare zin om te typen.
Schrijf zonder scrupules, is een tip voor beginnende schrijvers. Weet waar je grenzen liggen, een tip voor mensen die op zoek zijn naar de zin van het leven.

Eigenlijk was "mijn oma is verkracht", de eerste zin van mijn blog van gisteren. Een mooie aandachtstrekker zeg maar. Ik durfde het niet aan. Wat voor sommige mensen een onderzoeksdilemma is, is in een andere wereld een keiharde en nauwelijks onder ogen te ziene waarheid.
Mijn buurman behandelt een serieverkrachter van bejaarde dames. Misschien was de verkrachter wel iemand uit de controlegroep van mijn blog van gisteren. Een offer, gebracht voor het goede doel.

Met dit resultaat is het onderzoek misschien een wezenlijke stap verder. Offers zijn onontkoombaar. Als het maar niet mijn oma is.

Nederland moet zijn goede werken blijven doen in Uruzgan. Soldaten sterven voor een betere wereld. Wat is de zin van hun dood? Hun bijdrage aan de eeuwigheid? Groot natuurlijk!

Het biedt vast weinig troost aan hen die een dierbare verliezen.

zondag 4 oktober 2009

Onderzoeksdilemma

Ik ken iemand die therapeut is in de Pompe kliniek. Hij voert daar hoofdzakelijk gesprekken met verkrachters. Deze ene zin verbergt voor mij al een wereld aan dilemma's.

Ik las voor het eerst van mijn leven een artikel in het tijdschrift voor psychotherapie. Het viel mij toe. Het artikel is geschreven door therapeuten in de forensische psychiatrie. Mensen die TBS-ers 'verplegen' dus. In het artikel werd ingegaan op de relatie tussen risicotaxatie en de helende taak van psychotherapie.

De druk op de forensische psychiatrie om de effecten van therapeutische inspanningen transparanter te maken en wetenschappelijk te onderbouwen is enorm. Doel van de interventies is immers om het recidive-risico te verkleinen. Er moet meer onderzoek worden gedaan!

Psychiatrie is erop gericht psychische klachten te verminderen, het welbevinden te vergroten en de kwaliteit van het leven te verbeteren. Dat kun je bereiken door bijvoorbeeld schemagerichte therapie toe te passen. Veel psychiatrische patiënten blijken inadequate handelingsschema's te hebben ontwikkeld in hun leven tot aan het delict. Inadequate spiegelsystemen.

In de praktijk blijken de werelden van de risicotaxatie en van de therapie niet noodzakelijkerwijs aan elkaar verbonden. De keuze voor te behandelen gedragsschema's worden niet gebaseerd op de gedragsschema's die het meest bijdragen aan het terugkeren van het delinquente gedrag.

In het artikel wordt een lans gebroken om deze werelden te verbinden en op elkaar af te stemmen. Lijkt me een fijn plan!

Wat is het dilemma? Om te weten of iets werkt, moet je delinquenten op verlof sturen. En daarvan moet de helft de oude therapie hebben gehad en de andere helft (met natuurlijk vergelijkbare achtergronden) de nieuwe therapie. En dan hoop je dat de mensen met de oude therapie meer verkrachtingen begaan dan die met de nieuwe werkwijze zijn behandeld.

Of is dat te cynisch? De overheid wil geen recidive, maar wel onderzoek. Dat gaat niet samen, Dan moet je TBS afschaffen. En dat lijkt mij, gezien de achtergronden van hen die TBS ondergaan, geen echte optie.