maandag 16 januari 2012

Dode dingen

Als ik een nieuw pak crackers open maak ontwaar ik binnen plotseling een lichte paniek. De crackers zitten stijf vast in het pak en ik ben maar van plan er één op te eten. Ik weet nog niet welke. Plotseling vraag ik me af, of er ik het pak crackers nu ook collectieve paniek is uitgebroken. Of ze rillen van spanning.
- Ben ik het?
- Ben ik aan de beurt?
- Zou hij mij kiezen?
Voor één van de crackers is het bestaan zo meteen voorbij. Weldra zal zij vermalen worden tussen mijn kaken, na te zijn ingesmeerd met een beetje boter en smeerkaas. Wat trouwens een smerige combinatie is volgens mijn levenspartner. En volstrekt overbodig.
Ik kan ook kiezen voor de combinatie van dezelfde boter met een plakje magere achterham, maar een einde wordt het. De crackerhemel of -hel is nabij. Wat voor mensen niet bestaat kan best mee een materiële configuratie hebben. Meedingen in de letterlijke zin van het woord. Hebben dingen geen gevoel?

Als ik een nieuw pak koffiepads open maak, en die in de guitig versierde rood met zwarte koffiebus doe, blijkt er nog één achtergebleven pad van het vorige pak in te zitten. Op het moment dat het bijkeukenlicht op zijn bolle kopje valt vraagt hij zich af:
- Is het ook voor mij nu voorbij? Lonkt de pads-hel? Is de verdrinkingsdood echt het einde?
Ik weet niet of hij hoopt dat ik hem nu ook in het apparaat klem om na een persdouche het eeuwige koffiepadleven in de vuilnisbak te ondergaan, of dat hij hoopt dat ik de nieuwe pads op zijn kop zal kieperen, zodat hij minstens nog één cyclus mee gaat. Waarom zouden dooie dingen geen leven hebben?

In mijn auto ligt al maanden een pasje, waarmee ik de slagboom van het werk open. Hoe hard ik ook rijd of door bochten scheur, hij blijft daar rustig liggen. Bleef daar rustig liggen. Tot gisteren. In een op zich onbetekenend curfje van een graad of 30 dook hij plotseling in het vooronder, richting de pedalen. En nu is hij niet meer te houden. Ieder hobbeltje of bochtje is aanleiding de enorme lege ruimtes rondom te zoeken. Nu hij weet dat het kan.

Ik weet dat Rupert Sheldrake de morfogenetische velden bedacht heeft, voor de koolmezen in Japan, die zonder enig aantoonbaar contact de Engelse soortgenoten nabootsten in het openen van eerder volkomen onbedreigde melkflessen met papieren doppen. Hebben pasjes, crackers en koffiepads ook spirituele contacten met soortgenoten of zelfs cross-genderiaanse esoterische contacten?

Ik weet het niet. Maar het openen van een pak koffiepads of crackers is zo wel een spannende en levensverrijkende ervaring. Ik ben geen vegetariër. Ik denk dat ik ga leven zonder dingen die samen in een pak zitten. Voor de zekerheid.

Ik word boksielist. Vanaf nu het vegetarische woord voor een dingenloos leven!

1 opmerking: