Ik kon niet voetballen, tenminste dat zeiden de anderen. Er waren trouwens ook wel aanwijzingen: ik schopte wel eens naast de bal, ongeveer net als Matthijsen in de WK finale van 2010 tegen Spanje. En dan word je geen wereldkampioen.
Zelf had ik een optimistischer kijk op mijn talenten. Ik kon best hard rennen, legde veel kilometers af, in diverse en waarschijnlijk relatief willekeurige richtingen, en was bloedfanatiek. En anderen waren bang voor mij op het veld. Dat helpt.
Soms, heel soms, mocht ik mee doen. Bijv. in de eerste klas van de middelbare school, in het schoolvoetbalteam. Als keeper. Want daar konden ze echt niemand voor vinden.
Ik was een keeper met grote handschoenen. Die waren weliswaar nooit gemaakt om mee te keepen, maar ik had op TV gezien dat keepers handsschoenen dragen. En daarom had ik de bruine wollen handschoenen van mijn vader uit de kast gezocht. Hij miste ze toch niet zo rond de pasen, de traditionele periode voor het schoolvoetbaltoernooi. Nadeel van die handschoenen was, dat mijn vingers maar halverwege de vingers van de wollen monsters kwamen, hetgeen mijn gevoel voor de bal niet bevorderde, voor zover het al aanwezig was.
Gelukkig hadden we goede voetballers en kwam de bal bijna nooit in mijn buurt. Tot in de finale. Een bal werd zachtjes door een verdediger op mij terug gespeeld. Ik probeerde de bal op te pakken. Dat mocht toen nog. Helaas, doordat ik met de te grote handschoenen weinig gevoel had voor de afstand tot de bal, stuitte de bal tegen mijn vingers en weer het veld in. Alwaar het kleinste jongetje van de tegenpartij, type 'ik mag anders ook nooit mee doen', klaar stond om de bal in het doel achter mij te schieten.
De verdedigers waren niet blij. Nog meer werd de bal uit mijn buurt gehouden, en gegeven aan onze stervoetballer: Piet Wildschut. Piet speelde in het nationale jeugdteam. Maar Piet had één zwak punt, hij speelde steeds over. Liever zagen wij dat Piet de bal pakte en langs de tegenstanders slalomde, om de bal in het vijandelijke doel te schieten. Maar dat deed hij alleen als we niet voor stonden en het al tegen het einde van de wedstrijd liep.
Mijn blunder maakte dat Piet wel moest. Even later was het al 1-1. En vlak voor tijd deed Piet z'n plicht, door een zelf verdiende strafschop in de bovenhoek te schieten. Ik had het beste in Piet boven gehaald. Ik voelde me wereldkampioen.
Acht jaar later verloor Piet de finale van het WK in Argentinië.
Ik ben benieuwd welke herinneringen er bij hem boven komen.
Met Piet Wildschut in een team gespeeld, dat is nog mooier dan bordenjongen bij Timman-Donner.
BeantwoordenVerwijderen