maandag 1 april 2013

Praktische Wijsheid

Pasen. Eindelijk tijd om wat te lezen. Maar er is zoveel, en ik heb lang nog niet alles uit. Ik ben tegelijk bezig in teveel boeken: de biografie van Conrad Busken Huet (op zich al meerdere blogs waard), 'de Nieuwsfabriek' van Rob Wijnberg (meteen lezen!), 'Conservatieve vooruitgang', van Baudet en Visser (iets voor jarenlang naast-het-bed-wijsheid) ,en toch vandaag begonnen in 'een inleiding op het leven en werk van Kierkegaard', door Geert Jan Blanken.

Gelukkig blijkt dat een goede keus. In de achterliggende week viel op mijn bureau het rapport 'Leraar zijn', van de onderwijsraad. Daarin wordt maar weer eens een lans gebroken voor de professionele ontwikkeling van de leraar als verbeterfactor in het onderwijs. Individuele en persoonlijke ontwikkeling dit keer. Geen '1000 dingen die u ook nog verkeerd doet'.
Vier factoren komen aan de orde. Eén van die factoren: het bieden van professionele ruimte aan leerkrachten. Dat betekent dat je iets mag vinden van wat je doet, en iets mag doen met wat je vindt. Niet blind en willoos de gesuggereerde innovaties van 'deskundigologen' uitvoeren, maar zelf nadenken en zoeken naar oplossingen.
De onderwijsraad komt tot het inzicht dat een leerkracht iedere dag tientallen ingrijpende beslissingen moet nemen in het omgaan met kinderen. En moet beslissen over het realiseren en vorm geven van leerdoelen en leer-activiteiten met de materialen die daarvoor zijn. Steeds weer bedenken wat de beste manier om iets over het voetlicht te brengen. Ze hebben er nu ook een naam voor: "Praktische wijsheid" .

Al lezend in Kierkegaard ontdek ik dat deze notie al veel langer bestaat. Kierkegaard onderscheidt in het omgaan met het leven drie elementen of stadia van beleven en overdenken. Niet als levensfasen, maar als momenten in het omgaan met het alledaagse. Het eerste is 'het onmiddellijke', de manier waarop iets binnen komt, het hier en nu, zowel in pezierige als onplezierige zin. Dan komt 'het reflectieve'. Het nadenken over wat er gebeurt of overkomt. In dat stadium is kennis onontbeerlijk. Als laatste fase kent hij 'het geloof', een buitengewoon vreemde term voor de ervaring dat je het begrijpt. Hij bedoelt eigenlijk de religieuze ervaring van de Aha- erlebnis, het echt begrijpen. Hij noemt het zelf: "de diepe innerlijke bewogenheid"of de onbeschrijfelijke ontroering van het hart". Johan Cruijff zou zeggen: "je gaat het pas zien als je het door hebt"  of een deskundigoloog noemt het 'diepteleren'.

Wijsheid is ook een term. Jammer dat Kierkegaard een wat verwarrende verstrengeling met het belastende begrippenkader van religie maakt. Jammer dat de onderwijsraad niet wat meer Kierkegaard leest.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten