Ik zit op een terrasje voor een Grieks ontbijt. Vier plakjes stokbrood en wat honing, gecombineerd met uitzicht op een azuurblauwe zee. Als ik mijn ontbijt bijna op heb komt de bus. De bus is groen. Een plaatje met een 'A' erop doet vermoeden dat ooit Oostenrijk een basis voor deze bus is geweest. Of misschien de geboortegrond.
Een reisje met deze bus is één van de geneugten van Ikaria. De chauffeur is een sportieve 40-er. Zijn zwetende kaalgeschoren hoofd, zijn armen met enorme spierbundels en sportschoenen onder een korte broek, maken dat zijn deskundigheid als chauffeur niet ter discussie staat. De haarspeldbochten verzetten zich niet als hij voorbij komt.
De bus is volgens zijn inzichten en smaak ingericht. Boven de grote voorruit zijn meerdere vaandels en een vlag aangebracht, die verraden dat Olympiakos Piraeus het hart van deze chauffeur heeft gestolen. Daarnaast zijn met punaises meerdere biljetten van 1 dollar opgeprikt, naast één biljet van 20 euro. Er staat niets bij. Conclusies zijn voor eigen rekening. Een rozenkranskettinkje en een mobile vervolmaken het interieur van de bus. Uit de luidsprekers klinkt Griekse muziek.
Er rijden meerdere bussen op Ikaria. Er is geen dienstregeling. De bussen gaan waar de mensen gaan, op de momenten dat de mensen dat willen. Er zijn geen haltes. De bus stopt als je er in wilt, of er uit.
De bus brengt me naar het toernooi. En weer terug. De chauffeur wacht even als nog niet iedereen er is. Het is rustig. Het is Grieks. Misschien komt de bus morgen weer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten