Cultuur is het verlangen iets te delen wat in wezen buiten jezelf staat, maar gevoelsmatig zo dicht bij je komt dat je het wilt verdedigen alsof het van jezelf is. (Hans den Hartog Jager in "Dit is Nederland").
zondag 31 oktober 2010
Mulisch
Mulisch was een vriend van Donner. Mijn held. De man die overleed op de dag dat mijn zoon werd geboren. Die Donner was de hoofdpersoon in de ontdekking van de hemel. Stephen Fry, de vertolker van Donner, was de belichaming van de wereld, of beter het wereldbeeld, dat ik kende uit mijn jeugd.
Mulisch was gelieerd aan Cuba. Het socialistisch paradijs. De verbeterde versie van Rusland. Daar waar het wel goed zou gaan. Castro als voorvechter voor de armen. Tegen het analfabetisme. Samen met Che Guevara. Ikonen van een tijd. Was die Cubaconnectie een vergissing? Mulisch vond dat wel, maar had er geen spijt van. "Je moet niet spugen in de bron waaruit je hebt gedronken".
Mulisch was een ijdel mens. Of iemand die z'n eigen PR goed verzorgde. Iets waar Jan Cremer om werd geprezen. Op mijn middelbare school was er een vast verhaal over Mulisch. Zittend in de lobby van Krasnapolsky werd er ieder uur omgeroepen:
-"Telefoon voor de Heer Mulisch".
- "Dat ben ik"
Maar hij ging niet opnemen. Het was een door hem zelf geënsceneerd toneeltje. Een demonstratie van bewuste grootheid. En van sterfelijkheid.
dinsdag 26 oktober 2010
Mechanisch trauma
Als na een 'rondpas' mijn partner mij in de gevonden tijd complimenteert met het verhaal van de mechanische hond, blijkt er een onvermoed trauma schuil te gaan in mijn tafelgenoot.
- "Mijn váder was bakker".
Dag in dag uit zeulde hij 200 kilo brood door Zutphen, ondanks zijn zwakke gezondheid. Na 20 jaar ging het niet meer.
- "Versleten tot op het staartbeen, jongeman".
Ik zie dat zijn omgevingsanalyse, ondanks mijn 53 jaar, scherp is.
En zo belandde vader in de WAO, die toen geen WAO heette en pure armoede beloofde.
-"Het was sappelen thuis".
-"En we werden uitgemaakt voor steuntrekkers".
Ik zie er blijkbaar niet rechts uit, of hij heeft daar lak aan, want hij vervolgd met:
-"Ik krijg nog elke dag jeuk van al die rechtse lui".
Thuis zittend werd vader gestalkd door iemand van 'de steunpolitie', door soms tot drie keer per dag te controleren of pa wel thuis was.
En toen kwam de eerste mechanische hond.
- "Ik was 18. Mijn vader zat te janken in de keuken".
Ik heb met terugwerkende kracht met hem te doen.
Z'n vrouw heeft het al eens eerder gehoord. Zij vertrekt geen spier.
maandag 25 oktober 2010
Gedenkteken

Zij wordt genoemd. Hij is slechts het 'onvergetelijken' aanhangsel. Hoe ongewoon!
Ook het lettertype van zijn anoniemen bestaan is veel kleiner dan dat van haar bijdrage. Het geheel doet vermoeden dat zij aanzienlijk meer aan de dankbaarheid van het Oosterbeekse volk heeft bijgedragen dan hij. Ook al omdat zij blijkbaar nog leeft en hij al 'wijlen' is.
zondag 3 oktober 2010
Bekentenis
Als ik de Hertoginnelaan in rijdt is het één uur. De warmte trilt boven het asfalt. Ik moet in één van de flats zijn, al weet ik niet meer precies welke. Ik meen de tweede. Als ik langs de stoep stop,om op mijn lijstje met klanten te kijken, blijk ik het huisnummer al voorbij. Toch de eerste flat. Voorzichtig rijdt ik achteruit. En achteruit. En achteruit. Best lastig met zo'n hond, maar ik kan het wel. We hebben thuis een trekker, daar kan ik het ook mee. Vol zelfvertrouwen geef ik gas.
Plotseling gaat het niet meer zo hard. Ik geef wat meer gas. Ik hoor geschuur. Als ik een beetje vooruit ben gereden en daarna uitgestapt , sta ik oog in oog met een klein jongetje. Hij draagt alleen een luier. Hij heeft de duim in z'n mond. Net als ik staart hij naar een donkerrode Ford Cortina, waarvan het portier zwaar is beschadigd. Eigenlijk is zwaar beschadigd een eufemisme, er zit een scheur in de deur.
Voorzichtig pak ik de mand met brood uit de zijdeur van de hond, en loop naar de flat van mijn klant. Even nadenken. Het zweet breekt me uit. Op de eerste dag en nu al schade! Weliswaar zijn de woorden 'ongeluk' en 'verzekering' gevallen bij het sollicitatiegesprek, maar ik weet eigenlijk niet wat 'verzekering' betekent. Ik weet wel dat mijn vader niet blij zou zijn met een dergelijke schade.
Als ik terug kom bij mijn mechanische hond is het nog steeds doodstil in de straat. Ook het luierjongetje is verdwenen. Ik stap in, en en rijd naar de volgende klant. En de volgende, en de volgende. De straat uit. Als ik twee straten verder ben lijkt er niets gebeurd. De volgende dag, als ik weer door de Hertoginnelaan kom, staat de auto er nog. Ik parkeer zo ver mogelijk uit de buurt. Woensdag is er geen bakker. Donderdag is de auto verdwenen. Gelukkig!
Als ik vier weken later in mijn laatste bakkersweek met klotsende oksels weer de straat in rijd, staat hij er weer. Met een cremekleurige deur. Ik voel me merkwaardig opgelucht. En schuldig. En beschaamd. Tot op de dag van vandaag.
zaterdag 2 oktober 2010
Mechanische hond

vrijdag 1 oktober 2010
Dodelijke conversatie
- "Wat leuk dat dat je op valt! Vind je ze mooi?"
- "Ik zag het, want het prijsje zit er nog onder".
Best leuke laarzen trouwens. € 129.-