Ik doe mee aan een dodenwedstrijd. Dat is niet zomaar een wedstrijd. Het is een buitengewoon serieuze en ook vrolijke competitie waar echte punten mee zijn te verdienen! Je kunt zelf ook spelen met een groepje vrienden. Een aanwijzing voor relativerend leven.
Het belangrijkste is om niet te aarzelen. We leven nu. En leven is uiteindelijk een ongeneeslijke ziekte, die leidt tot de dood. Je kunt er dus maar beter met een knipooog naar kijken.
Er wordt gespeeld door iedere deelnemer een lijst met mensen te laten maken, waarvan hij of zij denkt dat die binnen een jaar gaan overlijden. Van die personen worden in het lijstje de geboortedata vermeld. Vervolgens stel je met je medespelers een meetmoment vast.
De namenlijst moet aan enkele voorwaarden voldoen. De mensen op de lijst moeten bij alle deelnemers bekend en door hen gekend worden. Ze moeten bestaan en aantoonbaar nog leven. Mijn oom Sake, die ongetwijfeld het komende jaar zal overlijden, mag niet mee doen.
Nietsche kan God niet op zijn lijstje vermelden. Ten eerste is God volgens hem al dood, ten tweede is niet aangetoond dat die bestaat.
Hoe jonger iemand is, hoe meer punten bij overlijden voor de speler. Een tabel kun je zelf bedenken. Dit jaar waren er weinig punten te verdienen met Marcus Bakker (1923) en Edward Schillebeeckx (1934). Veel punten daarentegen leverden Martin Bril (1960) en Michael Jackson (1958) op. Boven de 100 levert geen punten meer op.
Je kunt afspreken of mensen (niet) langer dan één of vijf jaar op de lijst mogen staan. Degene die in een jaar de meeste punten haalt, wordt vrij gehouden bij een etentje.
En, oh ja; je mag niet zelf mee helpen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten