Filosofie houdt zich bezig met de zin van het leven. Als je leest over filosofie komt het daar altijd op neer. De vraag waarom het leven eigenlijk zin zou moeten hebben, wordt bijna nergens gesteld. Als je een historisch overzicht van de filosofie ziet, dan bestaat die bij de vanzelfsprekendheid van de vraag naar de zin van het leven.
Als je beweert dat het leven geen zin heeft dan ben je een nihilist. Of ook als je denkt dat het leven in zichzelf en met jezelf zin heeft. De reden daarvan is dat de minder bedeelden in de samenleving dan wel erg slecht bedeeld zijn. Hun mogelijkheid om hun eigen leven zin te geven is immers onder de maat. Dat is te wreed om waar te zijn.
Deze week heb ik 3 boeken gelezen: 'Het Kwaad' van Arthur Safranski, 'Waarom zouden we dood gaan?' van Mathieu Weggeman en 'Nietsche en Kant lezen de Krant' van Rob Wijnberg.
Conclusies:
1. Als God niet bestaat is het goed om te doen alsof hij bestaat (Safranski).
2. Het leven heeft zin als je een neonaïvist bent of het neonaïvisme aan hangt (Weggeman).
3. Alles is van een eindeloze dunheid. Niets heeft meer enige basis (Wijnberg).
Wil je deze conclusies controleren? Dan zul je deze boeken moeten lezen. En als je deze drie boeken uit hebt, weet je dat het leven weliswaar geen zin heeft maar dat je met veel plezier weer een beetje dichter bij de dood bent gekomen. En dat nihilisme ook z'n zonnige kanten heeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten