maandag 6 juni 2011

Albert's probeersels

Het schrijven van stukjes gaat vanzelf. Een stukje kost ongeveer 10 minuten. Tenminste het schrijven van de stukjes. Soms vragen mensen: "Hoe kom je er op"? Maar die vraag kan ik niet beantwoorden. Ik weet alleen dat de vraag: "Hoe kom je er op",  een antwoord heeft, ergens in een boek dat ik ergens heb gelezen. Bij Guus Kuijer meen ik in "Hoe wordt ik gelukkig?"  Maar het kan ook zijn in een boek van Mathieu Weggeman. "Waarom zouden we dood gaan?" of "Leiding geven aan Professionals, niet doen!" Twee boeken die trouwens niets met elkaar te maken hebben, sterker nog, die in twee verschillende werelden tot stand zijn gekomen volgens Weggeman zelf. Ik zou dat eigenlijk na moeten zoeken, maar daar heb ik geen tijd voor, wat een rationalisatie is voor "daar heb ik geen zin in".

Al typend moet ik daarbij denken aan het feit dat Weggeman "waarom zouden we doodgaan",  schreef in de vrije uurtjes tussen zijn lezingen over leiding geven aan professionals. Wat hij dus af raadde (of ried). Meestal dacht hij over (niet) dood gaan na op vliegvelden, een plaats waar ook Alain de Botton een boek schreef, wat ik trouwens niet heb gelezen omdat het me niks leek, maar dat ik, nu ik wat meer van hem heb gelezen,  misschien toch eens moet aanschaffen.

Als je al dit soort gedachten aaneen rijgt zonder ze op te schrijven, vergeet je ze weer, al kun je ze weer oproepen door na te denken over volgende stukjes, of over redenen om met stukjes schrijven te stoppen.
Veel van al dat denkwerk gebeurt trouwens zonder dat je er zelf bij bent. In je onderbewuste, een geruststellende gedachte, die je in Ab Dijksterhuis' (let op het kommaatje) "Het slimme onbewuste" terug kunt vinden. Net als allerlei leuke onderzoekjes, waarmee je op verjaardagen indruk kunt maken. Hangt trouwens wel erg af van het soort verjaardagen waar je pleegt te komen (of wordt uitgenodigd).

Al dit soort activeren van je geheugen, leidt je onontkoombaar naar Douwe Draaisma, mijn studie- en jaargenoot, die mij ongetwijfeld niet meer kent, en wiens werk ik met plezier regelmatig lees, hoewel ik aan zijn vak, de geschiedenis van de psychologie, tijdens mijn studie een grondige hekel had. Waarschijnlijk een pijnlijk bewijs van mijn toenmalige onvolwassenheid, al is dit stukje daar misschien net zo goed een bewijs van.
Gek wordt je van al dat proberen. Net als Michel de Montaigne, die zijn gedachten presenteerde onder de titel 'essays', wat Frans is voor 'probeersels'. En daarom heeft hij een warm plekje in mijn hart veroverd.

Uiteindelijk kost het verbeteren van de typfouten nog de meeste tijd.
En dat lukt nooit helemaal.

2 opmerkingen:

  1. "hoe kom je erop?" ik heb ook nooit antwoord op die vraag, ik kom vaak niet verder dan: "het was er gewoon" Dat is een onbevredigend antwoord voor de meeste mensen en als ik erover na ga denken voor mij ook.
    Dan denk ik: "als ik iets niet moet doen is het nadenken" Dat komt later wel.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik heb het nu natuurlijk opgezocht. Het was inderdaad Guus Kuijer die schrijft in zijn fantastische: "Hoe word ik gelukkig?" over concentratie en passie.
    "Een natuurliefheber is geconcentreerd in de natuur, Mozart kon uit zijn hoofd thuis een gehoord concert naspelen". ....

    "Inspiratie is het gefluister van duizenden opgeslagen indrukken die verwerkt en bewerkt door jouw unieke hersenen naar buiten willen komen". .....

    - Waar haal je het vandaan?, vraagt de verbaasde toeschouwer?
    - Het zijn gerecyclede indrukken uit mijn verzameling".

    Prachtig!

    BeantwoordenVerwijderen