maandag 26 oktober 2009

Taalachterstand

Als jongen van een jaar of 14 droomde ik ervan met een zeemeermin te trouwen. Mijn hormonen gloeiden bij de aanblik van zoveel vissige vrouwelijkheid. Ik weet het nog heel zeker.
Toch heb ik geen idee hoe ik weet dat er zeemeerminnen bestaan. Maar ik vond ze altijd heel erg mooi. En lief. En reflectief. Al wist ik dat toen nog niet.

Het is er nooit van gekomen. Zeemeerminnen schijnen niet echt te bestaan. En het valt, voor zover ik kan nagaan, ook niet mee je met een zeemeermin voort te planten. Misschien schieten ze kuit, maar aan mijn bijdrage zie ik ze niet veel hebben. Of misschien dat inslikken in zeemeerminstad wel helpt.

Vrijdag stond ik na jaren weer eens oog in oog met een zeemeermin. In de Efteling. Naast mij stonden een (te) jonge vader en moeder met hun zoon van twee. Apetrots was pa, dat zag je zo. Z'n matje wipte trots op en neer in de nek, boven z'n trainingsjack van Adidas. En moeder stond onzichtbaar te zijn achter de buggy. Neusringetje glinsterend in de herfstzon.
- 'Kijk een vis', zei het jongetje. En vader bevestigde dat: "ja een vis!"
Het gesprek werd drie keer herhaald. Geen taalverrijking, Geen toegevoegde waarde. Drie keer hetzelfde gesprek. Als een plaat met een kras. Het woord zeemeermin viel niet. Jammer.

Wie weet welke prachtige belevenis deze zoon wordt onthouden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten