maandag 22 maart 2010

Tefaf

Het trapje is van zwaar eikenhout en zit strak in de lak. Het past bij de geelbruine kleur, die dit deel van het gebouw domineert. Op de vierde trede van het trapje staat een man van een jaar of veertig. Hij heeft lang haar, en omdat hij schuin omhoog kijkt, kan ik de naderende halve maan zien schemeren. Hij draagt een flodderig pak, dat desondanks een dure indruk maakt.
In z'n hand heeft hij een, bij de trap passend, vergrootglas van king-size formaat. De doorsnee is minstens twintig centimeter, de dikte zeker twee. Rijkhalzend bekijkt hij een nog hoger hangend schilderij, waarop een vaas met bloemen. Een schilderij dat mij alleen was opgevallen omdat ik het lelijker vond dan alle andere in de directe omgeving.

Aan de voet van de trap staan twee vrouwen, naast een man van de kunstgalerij die de trap vast houdt.
- Z'n lievelingsboem staat er op" zegt de oudste vrouw.
De kunsthandelaar knikt maar zegt niets, misschien bang deze precaire en wellicht voor hem kansrijke situatie een ongewenste wending te geven.

Ik blijf nog een volle minuut kijken, maar niemand van de aanwezigen schijnt het een vreemd tafereel te vinden. Dan loop ik door. Op zoek naar mijn favoriete bloem.

1 opmerking:

  1. die bloem van hem neemt z'n flodderpak op de koop toe, denk ik...
    heb jij de jouwe ook nog gevonden?

    BeantwoordenVerwijderen