Vijfentwintig wijnflessen staan in de garage in gelid om te worden weg gebracht. Ze passen niet in de fietstas. Misschien moeten we toch wat vaker de flessen weg brengen. De vraag blijft welk scenario het ergste is: één keer per maand 25 flessen weg brengen, of wekelijks 10. Hoe groot is de kans dat je iedere keer bij de glasbak dezelfde persoon tegen komt? Met de auto dus maar weer.
Als ik bij de glasbak arriveer staat er net, en vlak voor mij, een andere auto. Donkerblauw. Het ontbreken van wieldoppen wijst op de winterbandenstaat van het vehikel. Vaag staat me bij: een Opel. Maar ik weet niet waarom. De bestuurster stapt uit en opent het achterportier. Ik wacht op mijn beurt. Ik wil tenslotte niet teveel opvallen. Als ze terug komt heeft ze één fles in haar hand. Die gooit ze in de bak voor blank glas.
Ik blijf lang zitten, ook nadat ze weg is gereden. Ik heb gezien hoe iemand één fles met de auto naar de glasbak heeft gebracht. Eén fles! Iemand heeft op enig moment besloten, om, nadat er na weken drinken een fles leeg is geraakt, deze met de auto af te voeren naar de glasbak. Ik denk na. Het kan niet anders dan dat ze iemand vermoord heeft met die fles. Hoe zag ze er eigenlijk uit die mevrouw? Want het was toch een mevrouw? Het kenteken van de Opel (het was toch een Opel?) weet ik ook niet.
Ik ben een hopeloze getuige.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten