Op de hoek van zijn erf staat onder een boom een boer op zijn zeis geleund. Hier wordt nog in stilte met de zeis gemaaid. Hier kunnen boeren dat nog.
Aan de overkant van het kanaal staan twee mannen met een camera en een buitenmaat langharige teckel op een stok. Ze wachten op een voorbijganger. Om het te kunnen vragen:
- Kende U haar?
- Wie was ze?
- Wat deed ze?
- Heeft u nooit gezien dat ze zwanger was?
Maar er komt niemand voorbij. Iedereen weet beter. De boer blijft in de schaduw.
Er zijn vier kinderen dood. De buitenwereld denkt er over na.
De politie vraagt zich af wie de vader is.
Een psycholoog vraagt zich af of het meisje niet condooms had kunnen kopen.
Het journaille ziet nieuws en bedenkt originele vragen. Bemoeien zich er mee. Want er moet nieuws komen, nieuw nieuws.
Sommige vragen worden niet gesteld.
- De ouders weten van niets?!
Of: vader weet er meer van en moeder houdt haar mond? - Stinkt dat niet vier koffers op zolder met lijkjes?
Of waren ze vacuĆ¼m verpakt? - Als de tandarts wist dat ze zwanger was, heeft ze dan ook zwangerschapsverlof gehad?
- En natuurlijk: Waar heeft ze al die koffers gekocht? Ik ken Nij Beets.
Er is geen kofferwinkel.
Nij Beets is ontwricht. Ramptoeristen trekken langs het kanaal en over 'de Prikwei'. Kinderknuffels worden als uitingen van onmachtige liefdesbetuigingen neergelegd. Ze irriteren. Alsof mensen hun affectie niet in hun omgeving en bij bekenden kwijt kunnen of durven.
De overgrootvader van Sietske was de bakker van mijn grootmoeder, waar ik ieder jaar logeerde, de hele zomer lang. Het moorden komt dichterbij.
Mijn ooms staan onder een boom.
het is een bizar verhaal, bijna niet te geloven en ik weet niet of ik de antwoorden op al die vragen wel wil weten...
BeantwoordenVerwijderenal zullen ze wel breed uitgemeten worden in de kranten.
(en ik ze toch ga lezen)